Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
waterbouw:vgm_handboek_2_12a [2019/05/30 13:59] – [12.8.6 Hijsdraden, hijs- en hefgereedschap en plaatogen(puttings)] assist | waterbouw:vgm_handboek_2_12a [2019/05/30 14:10] (huidige) – [Verwijzingen] assist | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | /*live*/ | ||
+ | ~~NOTOC~~ | ||
+ | ====== 12 Veiligheidsonderwerpen (vervolg 12.8 t/m 12.10)====== | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ====Hoofdindeling van hoofdstuk 12 item 12.8 t/m 12.10==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |< 78% 10% ->| | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | | **12.8** | ||
+ | | **12.9** | ||
+ | | **12.10** | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | ===== 12.8 Hijsen, heffen, trekken, slepen, ankeren, meren en ontmeren ===== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | {{: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Onderverdeling**\\ | ||
+ | Omdat deze paragraaf is opgebouwd uit een aantal verschillende items die bijna allemaal te maken hebben met het onderwerp “draden onder spanning” volgt hieronder de indeling van deze paragraaf op hoofditems: | ||
+ | |||
+ | |<80% 10% ->| | ||
+ | ^paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.1 | ||
+ | ^ 12.8.2 | ||
+ | ^ 12.8.3 | ||
+ | ^ 12.8.4 | ||
+ | ^ 12.8.5 | ||
+ | ^ 12.8.6 | ||
+ | ^ 12.8.7 | ||
+ | ^ 12.8.8 | ||
+ | ^ 12.8.9 | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.1 Hijsen en heffen algemeen==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | |<80% 10% ->| | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.1.1 | ||
+ | ^ 12.8.1.2 | ||
+ | ^ 12.8.1.3 | ||
+ | ^ 12.8.1.4 | ||
+ | ^ 12.8.1.5 | ||
+ | ^ 12.8.1.6 | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ===12.8.1.1 Inleiding hijsen en heffen=== | ||
+ | **Toelichting**\\ Hijsen en heffen zijn verticale verplaatsingstechnieken, | ||
+ | Heffen gebeurt doorgaans met heftrucks, die de last tevens horizontaal (mobiel) over grotere afstanden kunnen verplaatsen. | ||
+ | Een ander middel om lasten (en personen) verticaal te kunnen verplaatsen is een lift. Er worden bouwliften, goederenliften en personenliften onderscheiden. De liften worden echter in deze catalogus niet verder behandeld. | ||
+ | |||
+ | **Menskracht**\\ Als de menskracht te kort schiet, bijvoorbeeld door overbelasting bij het verplaatsen van lasten van meer dan 25 kg, is gebruik maken van hijs- en hefmiddelen noodzakelijk. Bij grotere lasten dan 100 kg zal de inzet van hijs- en hefmiddelen vanzelfsprekend zijn. Daartussen zullen doorgaans z.g. tilhulpmiddelen worden gebruikt.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.1.2 Begripsbepalingen=== | ||
+ | Hieronder worden een aantal begrippen nader toegelicht. | ||
+ | |||
+ | ==Arbeidsmiddelen voor het hijsen en heffen== | ||
+ | Alle gereedschappen, | ||
+ | De arbeidsmiddelen voor het hijsen en heffen moeten allereerst aan de veiligheidsvoorschriften van arbeidsmiddelen voldoen. Verder worden in het Arbobesluit, | ||
+ | (N.B. zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | Daarnaast gelden er voor hijswerktuigen aan boord van schepen die voor het laden en lossen worden gebruikt afwijkende eisen t.o.v. de overige hijswerktuigen aan boord en aan de wal. | ||
+ | De arbeidsmiddelen die gebruikt worden bij het hijsen- en heffen kunnen worden opgesplitst in de groepen zoals aangegeven in onderstaand schema.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ==Hijs- en hefwerktuigen== | ||
+ | Alle arbeidsmiddelen waarmee men lasten verticaal kan verplaatsen vallen in de categorie hijs- en hefwerktuigen. Deze variëren van eenvoudige hulpmiddelen, | ||
+ | |||
+ | ==Hijs- en hefgereedschappen== | ||
+ | Onder hijs- en hefgereedschap worden alle niet vast met de machine verbonden onderdelen begrepen die tussen een hijs- of hefwerktuig en de last worden geplaatst om deze op te nemen. Het begrip dekt een grote verscheidenheid aan middelen waarmee een last aan een hijs- of hefwerktuig kan worden verbonden.\\ | ||
+ | Voorbeelden van hijsgereedschappen: | ||
+ | Voorbeeld van hefgereedschap: | ||
+ | |||
+ | ==Transporthouders== | ||
+ | Transporthouders worden gebruikt om goederen bijeen te houden tijdens het verplaatsen. Onder deze groep vallen o.a.: pallets, containers, flexibele stortgoedhouders, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Zelfgemaakte hijs- en hefmiddelen== | ||
+ | In sommige gevallen kan men specifieke hijs- en hefmiddelen niet uit de handel betrekken en kan het noodzakelijk zijn om deze zelf te vervaardigen. Alle zelfgemaakte hijs- en hefmiddelen dienen echter wel te voldoen aan de hiervoor geldende wet- en regelgeving (zie verder bijlage [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Hijs- of hefmiddelen met verwisselbare uitrustingsstukken== | ||
+ | Bij sommige hijs- en hefmiddelen kan men het basis model voorzien van bepaalde verwisselbare uitrustingsstukken. Deze delen dienen te voldoen aan de hiervoor geldende wet- en regelgeving (zie verder bijlage [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ==Hijskraan== | ||
+ | Een hijskraan is een werktuig, ingericht en bestemd voor het hijsen en verplaatsen van vrijhangende (niet-geleide) lasten.\\ | ||
+ | |||
+ | ==Last== | ||
+ | Een last is het goed, in termen van zowel soort en massa (gewicht), dat wordt gehesen of geheven. | ||
+ | | ||
+ | N.B. De massa van een last moet bij voorkeur, op schepen is dat voor lasten gelijk of groter dan 1000kg een verplichting, | ||
+ | |||
+ | ==Werklast (WLL/ | ||
+ | De werklast is de maximaal toelaatbare nuttige last waarmee het hijs- of hefgereedschap mag worden belast of die met het hijs- of hefwerktuig mag worden gehesen. Bij hefwerktuigen spreekt men ook wel van hefvermogen. De werklast wordt aangeduid met de in Europa voorgeschreven term WLL (Working Load Limit). Voor zeeschepen geldt conform het ILO- verdrag 152 de term SWL (Safe Working Load).\\ | ||
+ | |||
+ | ==Eigen massa (EM)== | ||
+ | Tijdens het gebruik van hijsgereedschappen is de eigen massa (het gewicht) van het hijsgereedschap van belang, omdat de WLL van een hijswerktuig bestaat uit de massa van de nuttige last en de massa van de hijsgereedschappen. De eigen massa EM moet op hijsgereedschappen worden vermeld vanaf 100kg.\\ | ||
+ | |||
+ | ==Lastmoment== | ||
+ | Het lastmoment is het rekenkundig product van massa van de last vermenigvuldigd met de effectieve lengte van de hijsarm (giek). Dit is gebaseerd op de natuurkundige regel: arbeid = kracht x arm.\\ | ||
+ | |||
+ | ==Belastingsbegrenzing== | ||
+ | Hijs- en hefmiddelen waarvan de werklast ten minste 1000kg of het kantelmoment ten minste 40.000Nm bedraagt, moeten zijn uitgerust met inrichtingen die de bestuurder waarschuwen en gevaarlijke bewegingen van de last voorkomen in het geval van: | ||
+ | *Overbelasting van het middel door een te zware last of een te groot moment als gevolg van de last. | ||
+ | *Overschrijding van de momenten die naar kanteling streven bij het hijsen of heffen van een last | ||
+ | (Machinerichtlijn bijlage 1, hoofdstuk 4.2.2)\\ | ||
+ | |||
+ | ==Gebruiksfactor/ | ||
+ | De gebruiksfactor wordt bepaald door de verhouding tussen de breuklast en de werklast van het desbetreffende hijs- en hefmiddel. De Machinerichtlijn hanteert voor de gebruiksfactor de term gebruikscoëfficiënt. Over het algemeen worden ten minste de navolgende, in de Machinerichtlijn voorgeschreven gebruikscoëfficiënten gehanteerd: | ||
+ | ^Omschrijving^gebruikscoëfficiënt| | ||
+ | |kabel met kabeluiteinden| | ||
+ | |Kettingen en kettingwerk| | ||
+ | |Kunststof hijsbanden| | ||
+ | |||
+ | ==Niet-geleide lasten en wel-geleide lasten== | ||
+ | __Niet-geleide lasten__\\ Alles wat uitsluitend aan een draad hangt is een niet-geleide last. De term ‘niet-geleide (of vrijhangende) lasten’ heeft betrekking op het kunnen zwenken, draaien, slingeren of anderszins uit positie kunnen geraken van lasten tijdens het hijsen, alsmede tijdens het mobiel horizontaal verplaatsen. Het vrijhangen van lasten is een hoofdkenmerk van een hijskraan.\\ | ||
+ | __Wel-geleide lasten__\\ In tegenstelling tot vrijhangende lasten zijn er ook lasten die alleen via geleidingen gehesen of gevierd kunnen worden. Een van de bekendste vormen van geleide lasten zijn de liften. Een lift hangt ook aan een draad, maar hier is sprake van een wel-geleide last, de liftschacht. Ook bij een heftruck is er sprake van een geleide last. \\ | ||
+ | |||
+ | ==Hijsen of heffen van goederen versus personen== | ||
+ | Alle middelen waarmee kan worden gehesen of geheven zijn in principe uitsluitend voor het verplaatsen van goederen bedoeld, en dus verboden voor personen. Voor het hijsen of heffen van personen zijn extra veiligheidseisen van toepassing. Een personenlift voldoet aan deze extra veiligheidseisen. Een vorkheftruck, | ||
+ | |||
+ | ===12.8.1.3 Procedure bij de aanschaf van hijs- en hefmiddelen=== | ||
+ | Aan de hand van het onderstaand schema zullen een aantal essentiële zaken m.b.t. de aanschaf van hijs- en hefmiddelen worden toegelicht.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Geschiktheid van arbeidsmiddelen**\\ | ||
+ | Bij de aanschaf van hijs- en hefmiddelen is de geschiktheid van het arbeidsmiddel een belangrijk item. De wet- en regelgeving die van toepassing is bij de bepaling van de geschiktheid is samengevat in | ||
+ | [[http:// | ||
+ | De items die aan de orde komen in dit artikel zijn: | ||
+ | *een inventarisatie van de risico’s moet worden uitgevoerd; | ||
+ | *hijs- en hefmiddelen moeten worden gebruikt overeenkomstig het beoogde doel, de wijze en op de plaats waarvoor zij zijn ingericht en bestemd; | ||
+ | *hijs- en hefmiddelen moeten geschikt en aangepast zijn voor het gebruik; | ||
+ | *maatregelen moeten getroffen worden om gevaren zoveel mogelijk te beperken. | ||
+ | |||
+ | Bovenstaande items spreken voor zich alleen bij de risico-inventarisatie behoort de volgende uitleg: | ||
+ | In elke onderneming moet een RI&E zijn uitgevoerd. Binnen de RI&E van de bedrijven in de Waterbouw vormen de hijs- en hefmiddelen een essentieel onderdeel. De standaard onderdelen zoals hijs- en hefgereedschap zullen worden aangeschaft aan de hand van de richtlijnen zoals deze aangegeven zijn in het plan van aanpak dat gebaseerd is op deze RI& | ||
+ | Voor de inhuur of aankopen van bijvoorbeeld specifieke hijs- en hefwerktuigen die nodig zijn voor uitbreiding of wijziging van de normale in het bedrijf voorkomende werkzaamheden dient men een eisenpakket op te stellen waarbij de technische- en gebruiksaspecten een belangrijke rol spelen. | ||
+ | De leverancier dient te beoordelen of het beoogde hijs- of hefwerktuig voldoet aan het eisen pakket. Voorts moet de inhoud van de gebruiksaanwijzing in overeenstemming zijn met het gestelde in het eisenpakket.\\ | ||
+ | Aan de hand van alle beschikbare gegevens dient men voor deze specifieke hijs- en hefwerktuigen een aanvullende RI&E uit te voeren.\\ | ||
+ | N.B. Zie voor informatie over de laatst genoemde RI&E ook beleidsregel 7.3-4. [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Ingebruikname van specifieke hijs- en hefwerktuigen**\\ Het belangrijkste document is de bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Hiermee kan men beoordelen of de gebruikstoepassing van het hijs- of hefmiddel inderdaad overeenkomt met datgene dat in de beoordeling voor geschiktheid is vastgelegd. | ||
+ | Verder zal het in de meeste gevallen nodig zijn om na ingebruikname van het hijs- of hefmiddel de bestaande RI&E aan te passen aan het werkelijk gebruik.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.1.4 | ||
+ | **Eisen m.b.t. nieuwe hijs- en hefmiddelen**\\ | ||
+ | Voor hijs- en hefmiddelen die vanaf 1 januari 1995 in gebruik zijn genomen c.q. in de handel zijn gebracht, geldt de verplichting dat deze moeten voldoen aan de Machinerichtlijn. Praktisch betekent dit dat deze hijs- en hefmiddelen voorzien moeten zijn van: | ||
+ | *CE-markering | ||
+ | *Verklaring van overeenstemming (fabrikantenverklaring) | ||
+ | *Gebruiksaanwijzing\\ In de gebruiksaanwijzing dienen ook de instructies voor het onderhoud, de inspectiekeuringen en de afkeurmaatstaven opgenomen te zijn. | ||
+ | |||
+ | **Eisen m.b.t. gebruikte hijs- en hefmiddelen**\\ | ||
+ | Voor gebruikte middelen gefabriceerd vóór 1 januari 1995 geldt: | ||
+ | *CE-markering en verklaring van overeenstemming niet verplicht | ||
+ | *Voldoen aan de richtlijn Arbeidsmiddelen en hoofdstuk 7 van het Arbobesluit | ||
+ | *Aanwezigheid gebruiksaanwijzing, | ||
+ | N.B. Zie ook beleidsregel | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.1.5 Controles, inspecties en keuringen van hijs- en hefmiddelen=== | ||
+ | Om hijs- en hefmiddelen veilig te kunnen gebruiken dienen deze middelen regelmatig gecontroleerd, | ||
+ | *Controle: Het beoordelen of het in te zetten middel geschikt is om veilig te gebruiken. | ||
+ | *Inspectie: Het opnemen van de toestand waarin een hijs- of hefmiddel zich bevindt. | ||
+ | *Keuring: Het opnemen en beoordelen van de toestand van een hijs- of hefmiddel door middel van metingen, non-destructieve onderzoeksmethoden en/of beproevingen.\\ | ||
+ | |||
+ | **Controle**\\ In het algemeen wordt de controle uitgevoerd door de persoon die de hijs- of hefmiddelen gaat gebruiken. De zaken waarop wordt gecontroleerd zijn onder andere; werklast, merktekens, afkeurnormen en of het beoogde gebruik in overeenstemming is met de gebruiksaanwijzing. Bij controle voor het gebruik van hijs- en hefmiddelen is ook de staat van transporthouders van belang. | ||
+ | Vastlegging van controle vindt niet plaats, wél is melding van een gevaarlijke situatie verplicht.\\ | ||
+ | **Inspectie**\\ Aan de hand van de inspectie wordt beoordeeld of het verantwoord is het hijs- of hefmiddel gedurende een periode tot de volgende inspectie verder veilig te gebruiken. Conform de Arbowet wordt de inspectie van hijs- en hefmiddelen ten minste één keer per jaar uitgevoerd door een deskundige. Deze termijn is echter sterk afhankelijk van de wijze van gebruik.\\ | ||
+ | De bevindingen van de inspectie dienen vastgelegd te worden. De deskundige is in dit geval een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. De deskundige natuurlijke persoon kan dus een eigen werknemer uit het bedrijf zijn die voldoende kennis van zaken heeft m.b.t. het inspecteren van hijs- of hefmiddelen (zie paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | **Keuring**\\ Bij een keuring wordt de toestand van een hijs- of hefmiddel via metingen, non-destructieve onderzoeksmethoden en/of beproevingen getoetst aan vastgelegde (afkeur)maatstaven. Aan de hand hiervan wordt beoordeeld of verder gebruik verantwoord is of dat afkeur of herstelling (reparatie) dient te volgen. De definitie van keuring is volgens [[http:// | ||
+ | {N.B. zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Overzicht met controles, inspecties en keuringen van hijs- en hefmiddelen**\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Documenten bij arbeidsmiddelen**\\ De status van het arbeidsmiddel moet bekend zijn op de arbeidsplaats en er moeten schriftelijke bewijsstukken van de uitgevoerde keuringen [en inspecties] op de arbeidsplaats aanwezig zijn (zie [[http:// | ||
+ | Voor kranen met een bedrijfslast die gelijk of hoger is dan 2 ton moet in de nabijheid van de kraan een kraanboek/ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.1.6 Opleidingen m.b.t. het gebruik en het bedienen van hijs- en hefmiddelen=== | ||
+ | Voor het gebruik van hijs- en hefgereedschap en het bedienen van hijs- en hefwerktuigen dient men over voldoende kennis en ervaring te beschikken. Omdat het zwaartepunt m.b.t. opleidingen ligt bij de hijs- en hefwerktuigen wordt dit item verder behandeld onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen: | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen | ||
+ | \\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.2 Hijs- en hefwerktuigen algemeen==== | ||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.2.1 | ||
+ | ^ 12.8.2.2 | ||
+ | ^ 12.8.2.3 | ||
+ | |||
+ | \\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ===12.8.2.1 Indeling van hijs- en hefwerktuigen=== | ||
+ | Een globale indeling van hijs- en hefwerktuigen kan gemaakt worden aan de hand van de toelaatbare belasting en de toepassing. In de Waterbouw geldt de indeling zoals hieronder wordt aangegeven. | ||
+ | *Kranen met een bedrijfslast < 2 ton | ||
+ | *Kranen met een bedrijfslast gelijk of groter dan 2 ton | ||
+ | *Mobiele kranen, torenkranen en funderingsmachines met een bedrijfslast gelijk of groter dan 2 ton en een bedrijfslastmoment gelijk of groter dan 10 tm. | ||
+ | *Hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen* voor het laden en lossen | ||
+ | *Hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen* die __niet__ gebruikt worden voor het laden en lossen met een bedrijfslast < 2 ton | ||
+ | *Hijs- en hefwerktuigen aan boord van schepen* die __niet__ gebruikt worden voor het laden en lossen met een bedrijfslast gelijk of groter dan 2 ton | ||
+ | *Autolaadkranen met een bedrijfslast < 2 ton | ||
+ | *Autolaadkranen met een bedrijfslast gelijk of groter dan 2 ton | ||
+ | *Autolaadkranen met een bedrijfslast gelijk of groter dan 2 ton en een bedrijfslastmoment gelijk of groter dan 10 tm en bestemd voor ander gebruik dan uitsluitend het laden en lossen van de laadbak van het voertuig | ||
+ | *Grondverzetmachines die voornamelijk graafwerk verrichten maar waarnaast ook lasten worden verplaatst | ||
+ | *Grondverzetmachines die worden ingezet als mobiele hijskraan | ||
+ | *Heftrucks | ||
+ | *Onder schepen worden hier verstaan alle (zeegaande- | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.2.2 Opleidingen m.b.t. het bedienen van hijs- en hefwerktuigen=== | ||
+ | |||
+ | N.B. De onderstaande tekst heeft betrekking op alle hijs- en hefmiddelen maar omdat de belangrijkste groep van de hijs- en hefmiddelen wordt gevormd door de hijs- en hefwerktuigen is deze tekst hier geplaatst.\\ | ||
+ | |||
+ | Hijs- en hefmiddelen moeten veilig bediend worden. Het hijs- of hefmiddel dient in goede staat te zijn, de omgeving dient aangepast te zijn op het hijs- of hefmiddel en de bediener dient deskundig te zijn. Verder dient er een gebruiksaanwijzing beschikbaar te zijn in de taal van de gebruiker.\\ | ||
+ | Opleiding is van toepassing voor alle soorten hijs- en hefmiddelen. De opleiding voor het bedienen van hijs- en hefmiddelen dient ingevuld te worden aan de hand van de RI&E. Men moet dus in de opleiding rekening houden met de in het werk te verwachten risico’s. Dit betekent dus dat deze opleidingen bedrijfsafhankelijk zijn die in bepaalde gevallen aangevuld moeten worden door een certificaat dat bij wet vereist is.\\ | ||
+ | |||
+ | De hierna volgende aandachtspunten zijn van belang bij de opleiding voor het bedienen van hijs- en hefmiddelen: | ||
+ | *Gebruiksaanwijzing behorende bij het hijs- of hefmiddel | ||
+ | *Vakopleiding (algemeen en specifiek) | ||
+ | *Instructie door de leverancier van het hijs- of hefmiddel | ||
+ | *Interne opleiding bedrijf | ||
+ | *Deskundigheid instructeur | ||
+ | *Ervaring, leeftijd en niveau van de bediener | ||
+ | *Omstandigheden en omgeving waarin gewerkt moet met het hijs- of hefmiddel (RI&E) | ||
+ | *Instructie voor aanvang van de werkzaamheden (werkoverleg) | ||
+ | *Lokale eisen [eisen opdrachtgever] | ||
+ | *Wettelijke eisen (certificatie) | ||
+ | *Vastlegging van opleidingen en instructies\\ | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk vereiste certificaten**\\ | ||
+ | Voor het bedienen van mobiele kranen, torenkranen en funderingsmachines* met een bedrijfslastmoment gelijk of groter dan 10 tonmeter of torenkranen met een giekhoogte van gelijk of groter dan 20m is een certificaat op de bouwplaats wettelijk voorgeschreven (zie [[http:// | ||
+ | Onder deze groep hijswerktuigen vallen ook de multifunctionele werktuigen, indien ze worden ingezet (en uitgerust) als hijskraan (denk hierbij aan verreikers, autolaadkranen en grondverzetmachines). | ||
+ | Van deze laatst genoemde groep zijn echter de volgende hijswerktuigen uitgesloten: | ||
+ | *Autolaadkranen die uitsluitend worden gebruikt voor het laden en lossen van de laadbak van het voertuig. | ||
+ | *Grondverzetmachines die ontgravingen maken en direct aansluitend leidingwerk in die ontgravingen leggen. Onder deze groep vallen ook de grondverzetmachines op een stort die gebruikt worden voor het aanleggen van pijpen.\\ | ||
+ | |||
+ | *N.B. De specificatie van de bovengenoemde funderingsmachines is in het wetsartikel AR 7.6 als volgt omschreven: | ||
+ | Mobiele hei-installatie: | ||
+ | |||
+ | **Vastlegging van opleidingen en instructies**\\ | ||
+ | Zoals eerder aangegeven dient binnen het bedrijf (afdeling, schip/ | ||
+ | De manier van vastlegging is niet voorgeschreven zodat per bedrijf gekeken kan worden welke manier van registratie de meest praktische oplossing is.\\ | ||
+ | |||
+ | **Overzicht van opleidingen m.b.t. het bedienen van c.q. het werken met hijs- en hefmiddelen.**\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Specifieke opleidingen m.b.t. hijsen- en heffen voor de medewerkers binnen de Waterbouw**\\ | ||
+ | De volgende cursussen m.b.t. hijsen- en heffen zijn specifiek voor de Waterbouw samengesteld: | ||
+ | *[[https:// | ||
+ | *[[https:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.2.3 | ||
+ | |||
+ | **Risico’s | ||
+ | **\\ | ||
+ | De risico’s bij het gebruik van hijs- en hefwerktuigen betreffen de volgende aspecten: | ||
+ | *Geraakt worden door vallende en/of zwaaiende lasten. | ||
+ | *Geraakt worden door het breken van hijs- en hefgereedschap, | ||
+ | *Geraakt worden door kantelende hijs- of hefwerktuigen door onvoldoende stabiliteit van de opstelling.\\ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | Om de maatregelen overzichtelijk te houden zijn deze ondergebracht in de volgende paragrafen: | ||
+ | *Voor maatregelen m.b.t. “Hijswerktuigen” zie paragraaf 12.8.7 [[# | ||
+ | *Voor maatregelen m.b.t. “Hefwerktuigen” zie paragraaf 12.8.4.3 [[# | ||
+ | *Voor maatregelen m.b.t. “Hijs- en hefgereedschap” zie paragraaf 12.8.6.2 [[#Hijs- _en_hefgereedschap|- Hijs- en hefgereedschap]]\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen=== | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen de Arbocatalogus**\\ | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen algemeen**\\ | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.3 Hijswerktuigen==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | In de Waterbouw verdelen we de hijswerktuigen in de volgende hoofdgroepen: | ||
+ | *hijskranen | ||
+ | *hijslieren | ||
+ | *kleine hijswerktuigen zoals takels etc. | ||
+ | De hijskranen en de kleine hijswerktuigen worden hieronder behandeld. De hijslieren worden behandeld onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | ^paragraaf | ||
+ | ^12.8.3.1 | ||
+ | ^12.8.3.2 | ||
+ | ^::: | ||
+ | ^::: | ||
+ | ^12.8.3.3 | ||
+ | ^12.8.3.4 | ||
+ | ^12.8.3.5 | ||
+ | ^12.8.3.6 | ||
+ | ^12.8.3.7 | ||
+ | ^12.8.3.8 | ||
+ | ^::: | ||
+ | ^::: | ||
+ | ^::: | ||
+ | ^::: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.1 Hijskranen algemeen=== | ||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | De grootste groep hijswerktuigen zoals hierboven genoemd vallen onder het begrip hijskraan. Hijskranen bestaan over het algemeen uit drie onderdelen: arm, romp en onderstel. Aan de arm of giek zijn de hijsdraden bevestigd. De lengte van de arm en de hijshoek bepalen het lastmoment. Een hijskraan is een hijswerktuig, | ||
+ | |||
+ | **Soorten hijskranen**\\ | ||
+ | Naar gelang de uitvoering en toepassing krijgen de hijskranen een specifieke benaming zie de lijst hieronder: | ||
+ | *__Dekkraan__\\ Een dekkraan is een hijskraan die behoort tot de uitrusting van een schip. Hieronder vallen de vast opgestelde kranen maar ook de kranen die verplaatsbaar zijn over rails. | ||
+ | |||
+ | *__Grijperkraan__\\ Hijswerktuig waaraan een grijper is bevestigd in plaats van een hijshaak. | ||
+ | |||
+ | *__Mobiele kraan__\\ Dit is een kraan die op een verrijdbaar onderstel gemonteerd is. Dit onderstel kan met rupsbanden of wielen zijn uitgerust. | ||
+ | |||
+ | *__Portaalkraan__\\ Verrijdbare verticale ondersteuningsconstructie die over een laaggeplaatste rails kan bewegen. Bovenin deze verticale constructie is een horizontale arm gemonteerd waaraan een loopkat hangt. | ||
+ | |||
+ | *__Bovenloopkraan__\\ Meestal een combinatie van een loopkat en een ligger die over een hooggeplaatste rails kan bewegen. | ||
+ | |||
+ | *__Torenkraan__\\ Kraan waarvan de romp een torenconstructie is. Dit type wordt veelvuldig in de bouw gebruikt, vast opgesteld of verplaatsbaar op rails. | ||
+ | |||
+ | *__Traverse__\\ Een traverse is een dwarsconstructie of dwarsbalk aan een draagmast. Een kolomzwenkkraan is daar een voorbeeld van. Een traverse kan zowel op de wal als op een schip worden toegepast. | ||
+ | |||
+ | *__Overslagkraan__\\ Een overslagkraan is een hijskraan die bestemd is om bulkmateriaal, | ||
+ | |||
+ | **specifieke uitvoeringen van hijskranen**\\ | ||
+ | |||
+ | *__Autolaadkraan__\\ Een autolaadkraan is een hijswerktuig, | ||
+ | |||
+ | *__Bokkebak[A-frame]__\\ Meestal een gesleept ponton met een A-frame aan de voorzijde van het ponton voor hijswerkzaamheden. | ||
+ | |||
+ | *__Draaikraanponton[turntable]__\\ Meestal een gesleept ponton voorzien van een vaste kraan aan dek met een hoofd en een hulp hijsblok voor het verzetten van ankers en andere hijswerkzaamheden op het water. Deze kraan kan eveneens zwenken, op- en aftoppen. | ||
+ | |||
+ | *__Multicat__\\ Een zelfvarend ponton voorzien van een vaste hydraulische kraan voor het verzetten van ankers en andere hijswerkzaamheden op het water. Deze kraan kan zwenken, op- en aftoppen. Een multicat is multifunctioneel (hijsen, grondverzet) | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.2 Verdere informatie/ | ||
+ | Hieronder volgt de verdere informatie/ | ||
+ | |||
+ | ==12.8.3.2.1 Kraankeuringen/ | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ Wat het Arbobesluit verstaat onder het begrip keuring is aangegeven in paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **Keuren algemeen**\\ Met name voor hijskranen is keuren uitermate belangrijk. Zeker als kranen uit elkaar genomen en weer opgebouwd worden of wanneer hijskranen steeds op andere plaatsen worden opgesteld. Er zijn diverse keuringsmomenten: | ||
+ | *Bij ingebruikname (eerste keer).\\ N.B. Indien een hijskraan voor gebruik aan de wal geleverd is met CE markering en niet geïnstalleerd moet worden (zoals bijvoorbeeld bij mobiele kranen), is keuring bij ingebruikname niet vereist. | ||
+ | *Bij elke verplaatsing of vernieuwde opstelling van niet mobiele kranen | ||
+ | *Bij uitzonderlijke gebeurtenissen (zoals na langdurig buitengebruikstelling, | ||
+ | *Voorgeschreven periodieke keuringen | ||
+ | Zie voor wettelijk kader m.b.t. keuringen de desbetreffende alinea verderop in deze paragraaf. | ||
+ | |||
+ | **Beproeving | ||
+ | **\\ | ||
+ | Een hijs- of hefwerktuig mag alleen ten behoeve van beproeving zwaarder worden belast dan de toegelaten bedrijfslast of bedrijfslasten. | ||
+ | |||
+ | **Kraanboek/ | ||
+ | __algemeen__\\ Als de maximale bedrijfslast van een kraan twee ton of meer is, is een kraanboek verplicht. In dit kraanboek wordt aantekening gemaakt van de uitgevoerde keuringen en bevindingen. Reparaties die naar aanleiding van keuringen of ongewenste gebeurtenissen zijn uitgevoerd moeten ook in het kraanboek worden opgetekend. | ||
+ | | ||
+ | Het kraanboek moet altijd onverwijld aan de Arbeidsinspectie of Inspectie Verkeer en Waterstaat overlegd kunnen worden. | ||
+ | |||
+ | __Schepen__\\ Aan boord van schepen is het volgende van toepassing [[http:// | ||
+ | *certificaten | ||
+ | *bedrijfslast of bedrijfslasten van de hijs- en hefwerktuigen | ||
+ | *werklast van de hijs- en hefgereedschappen | ||
+ | *vermelding van tijdstippen en resultaten van de beproevingen en onderzoeken | ||
+ | *vermelding van tijdstippen en het resultaat van de inspecties, indien bij de desbetreffende inspecties een defect | ||
+ | N.B. Onder het laatste opsommingsteken het woord inspectie gebruikt i.p.v. controle zoals aangegeven in het genoemde artikel van het Arbobesluit. Het verschil is aangegeven in paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | __Overige hijs- en hefmiddelen aan boord van schepen__\\ Men kan de overige hijs- en hefmiddelen aan boord van schepen ook onder brengen in bovengenoemd register maar dan dient men hiervoor ook het [zwaardere] keuringsregime van laad- en losgerei te volgen. Men kan voor de overige kranen ook aparte kraanboeken bijhouden en de inspecties, keuringen en beproevingen van het overige hijs- en hefgereedsschap bijhouden in een apart systeem [denk hierbij bijvoorbeeld aan het ISM systeem aan boord van zeeschepen]. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. kraankeuringen/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.8.3.2.2 Vakbekwaamheidseisen aan personen die hijswerktuigen bedienen== | ||
+ | Zie hiervoor informatie onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.3 Verdere informatie/ | ||
+ | **Begripsbepaling**\\ Een autolaadkraan is een hijswerktuig, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ Zie voor het wettelijk kader m.b.t. kraankeuringen/ | ||
+ | |||
+ | **Risico’s en maatregelen**\\ __Toelichting__\\ Een autolaadkraan is onderdeel van het voertuig. Het veilig gebruik wordt voor een belangrijk deel bepaald door de consequente toepassingen van de stabiliteitsvoorzieningen. Ook de ondergrond moet voldoende stevig zijn, zodat verzakken of kantelen wordt vermeden.\\ | ||
+ | __Risico’s en maatregelen__\\ De risico’s en maatregelen voor autolaadkranen zijn voor zover van toepassing aangegeven onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **Verantwoordelijkheid**\\ Degene die het arbeidsmiddel, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.4 Verdere informatie/ | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ Zie voor het wettelijk kader m.b.t. kraankeuringen/ | ||
+ | |||
+ | Voor verdere specificaties over bokkebakken(A-frames) en draaikranen(turntables) zie paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ===12.8.3.5 Verdere informatie/ | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ Zie voor het wettelijk kader m.b.t. kraankeuringen/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.6 Verdere informatie/ | ||
+ | **Begripsbepaling**\\ In de Waterbouw komt het nogal eens voor dat men voor een bepaalde klus (tijdelijk) een mobiele kraan op een ponton zet om vanaf het water bepaalde hijswerkzaamheden te verrichten. Dit zijn vaak zaken die specifiek voor en op een project geregeld worden. | ||
+ | |||
+ | **Risico’s**\\ Bij hijswerkzaamheden met een mobiele kraan die op een ponton geplaatst is komen allerlei extra risico’s naar voren die men niet heeft bij het hijsen met een kraan die op de wal staat. Denk hierbij aan de volgende zaken: | ||
+ | *Het op- en afrijden van de mobiele kraan op het ponton; | ||
+ | *Inzinking van het ponton tijdens hijswerkzaamheden. Hierdoor zal ook de kraan in een schuine stand komen waardoor deze geborgd moet zijn tegen verschuiven en de toelaatbare maximum hijscapaciteit loopt terug; | ||
+ | *Het (vaak via een project) zorgen voor de benodigde certificaten.\\ Omdat dit zaken zijn die zoals gezegd vaak op het project geregeld worden dient men extra alert te zijn op het verkrijgen van de juiste certificaten (zie hieronder). Het grote verschil met de overige drijvende hijswerktuigen zoals Multicats, bokkebakken en draaikranen is dat deze via derden (scheepswerf, | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ De combinatie van ponton met mobiele kraan valt volgens de wetgeving Binnenvaart in de categorie “drijvende werktuigen”. Buiten het kraancertificaat voor de mobiele kraan en de opstellingskeuring heeft men voor een drijvend werktuig altijd een certificaat van onderzoek nodig (zie hoofdstuk 6 Binnenscheepvaart onder [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verdere informatie/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.7 Verdere informatie/ | ||
+ | Onder bepaalde omstandigheden mogen graafmachines gebruikt worden voor het hijsen van lasten. | ||
+ | Voor verdere informatie/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.3.8 Kleine hijswerktuigen=== | ||
+ | **Specificatie van kleine hijswerktuigen**\\ | ||
+ | Onder de kleine hijswerktuigen vallen o.a. takels [in allerlei uitvoeringen] en loopkatten. De lieren die men hier ook onder zou kunnen groeperen worden behandeld in paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | ==12.8.3.8.1 Handkettingtakels/ | ||
+ | Bij kleine hijswerktuigen bestemd voor verticaal verplaatsen van lasten gebeurt de aandrijving via een bewegingsorgaan, | ||
+ | Rateltakels zijn vaak niet geschikt voor hijswerkzaamheden. Ze mogen daar alleen voor worden gebruikt indien de fabrikant nadrukkelijk verklaart dat ze er wel voor geschikt zijn. | ||
+ | Voor identificatie, | ||
+ | |||
+ | ==12.8.3.8.2 Elektrisch- en pneumatisch aangedreven kettingtakels== | ||
+ | Onder elektrisch- en pneumatisch aangedreven kettingtakels worden in deze catalogus losse of afneembare samengebouwde takel/ | ||
+ | Voor elektrische takels geldt dat het onderbreken van twee van de drie fasen bij het indrukken van de noodstop voldoende is, als dit tot gevolg heeft dat de rem de takelmotor stopt en daarmee de aandrijving stopt. De noodstop moet zelfvergrendelend zijn en voorzien zijn van gedwongen of rechtstreeks schakelende contacten, rood van kleur en met een gele achtergrond. Als er meerdere bedieningsplaatsen zijn, moet een noodstop op elke bedieningsplaats aanwezig zijn.\\ | ||
+ | Voor pneumatische takels geldt verder dat de noodstopinrichting voor het onderbreken van de luchttoevoer naar de hijsmotor mag gebeuren via kabels, touwen, stangen, hendels en, in specifieke gevallen, door voetpedalen zonder beschermkap. Deze bedieningsorganen moeten duidelijk herkenbaar, duidelijk zichtbaar (zie kleuren hierboven) en snel bereikbaar zijn. Pneumatische takels met trekkoordbediening hoeven niet te zijn uitgevoerd met een noodstop.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Identificatie van kettingtakels**\\ Op ieder takel moeten onuitwisbaar de fabrikant, het serienummer en de WLL zijn vermeld. | ||
+ | |||
+ | **Aandachtspunten bij keuringen van kettingtakels**\\ Controleren of de werklastaanduiding en alle overige aanduidingen leesbaar zijn.\\ Controleren of de verschillende functies van het takel goed werken zowel onbelast als belast. Voor het keuren van de mechanische delen van takels dient men deze geheel of gedeeltelijk te demonteren [afhankelijk van het type takel] om de diverse onderdelen te kunnen controleren op eventuele schade of vervormingen etc.. Voor een goede keuring is de relevante informatie van de fabrikant [gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften] noodzakelijk.\\ Indien van toepassing ook pneumatische en/of elektrische delen controleren op goede staat en werking. Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen en inspecties van de kleine hijswerktuigen bijlage [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Testen/ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen/ | ||
+ | *op schade [bij twijfel niet gebruiken] | ||
+ | *toelaatbare belasting | ||
+ | *veiligheidsclip van de haak\\ | ||
+ | |||
+ | Juist gebruik van hijskettingen | ||
+ | *bescherm kettingen tegen scherpe hoeken | ||
+ | *belast niet de punt van de haak | ||
+ | *zorg dat de kettingtakel niet wordt overbelast | ||
+ | *indien van toepassing gebruik geen verlenging op het handel van het takel | ||
+ | *zorg dat de ketting alleen in lengterichting belast wordt | ||
+ | *Controleer en indien nodig repareer kettingtakels na overbelasting\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.8.3.8.3 | ||
+ | Onder staalkabeltrekkers of pomptakels worden in deze catalogus losse en gemakkelijk verplaatsbare staalkabeltrekkers of pomptakels verstaan. In de praktijk worden deze vaak aangeduid met de merknaam “Tirfor”.\\ | ||
+ | Dit zijn trekwerktuigen bestemd voor het horizontaal en verticaal verplaatsen van lasten. De aandrijving gebeurt via een hefboom. De hefboom kan door menskracht, elektrisch of hydraulisch zijn aangedreven. De hefboombeweging wordt mechanisch overgebracht op een staaldraad met haak.\\ | ||
+ | Voor identificatie, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.8.3.8.4 Loopkatten== | ||
+ | Een kenmerkende eigenschap van de loopkatten die in deze catalogus worden bedoeld, is dat ze verrijdbaar zijn over de onderflens van een profielbalk (onderhangende loopkatten). De rijbeweging kan door menskracht of een motor aangedreven zijn. Als aan de loopkat een takel (pneumatisch, | ||
+ | Een loopkat moet, omdat de veiligheid sterk van de wijze van installatie afhangt, na installatie en voor eerste ingebruikname worden gekeurd op juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. Op de loopkat moeten duidelijk de fabrikant, het type en de WLL van de loopkat zijn vermeld. De ingestelde breedte van de loopkat dient afgestemd te zijn op de profielbreedte, | ||
+ | De constructie van loopkatten dient zodanig te zijn, dat valgevaar (van de rijbalk af) te allen tijde wordt voorkomen. Op iedere loopkat moeten de WLL, fabrikant en typeaanduiding onuitwisbaar zijn vermeld.\\ | ||
+ | |||
+ | **Keuring van loopkatten**\\ | ||
+ | Bij de keuring van loopkatten dienen de volgende controles te worden uitgevoerd: | ||
+ | *de werking onbelast; | ||
+ | *eventuele beschadiging en speling ten opzichte van het rijprofiel van de loopwielen; | ||
+ | *de werking van de lagers en aandrijving; | ||
+ | *eventuele vervorming van de wangen en ophanging (vervorming duidt op overbelasting en betekent altijd afkeur). | ||
+ | |||
+ | Motorisch aangedreven loopkatten zijn meestal als onderdeel van een hijskraan te beschouwen en hoeven dan bij de keuring niet van de rijdbalk te worden afgenomen.\\ | ||
+ | De keuring van het motorische deel (de aandrijving) moet plaatsvinden zoals omschreven bij elektrische/ | ||
+ | *de constructiedelen (eventuele corrosie, vervormingen en slijtage); | ||
+ | *de wielen, lagers en assen (eventuele slijtage); | ||
+ | *de tandwieloverbrenging, | ||
+ | |||
+ | Om bovenstaande handelingen te kunnen verrichten kan demontage, afhankelijk van de toestand en constructie, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Testen/ | ||
+ | Indien het voor de keuring noodzakelijk is de loopkatten geheel of gedeeltelijk te demonteren, dan moeten ze opnieuw worden beproefd. Hetzelfde geldt indien de loopkatten op een andere locatie of plek worden opgehangen.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen=== | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen Arbocatalogus: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | | ||
+ | | ||
+ | Deugdelijkheid hijskranen]]\\ | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen algemeen: | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen [[https:// | ||
+ | *Abomafoon 3.12: Autolaadkranen\\ | ||
+ | *Abomafoon 3.14: Keuringen en documenten van hijskranen\\ | ||
+ | *Abomafoon 3.15: Certificaat van vakbekwaamheid voor machinsten van hijskranen en funderingsmachines\\ | ||
+ | *NEN 2023: Hijskranen, constructieve eisen veiligheid | ||
+ | \\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.4 Hefwerktuigen==== | ||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.4.1 | ||
+ | ^ 12.8.4.2 | ||
+ | ^ 12.8.4.3 | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ De belangrijkste hefwerktuigen die binnen de Waterbouw veelvuldig gebruikt worden zijn: | ||
+ | *Hydraulische persen | ||
+ | *Vijzels/ | ||
+ | *Heftrucks | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.4.1 Hydraulische vijzels=== | ||
+ | Een vijzel is een algemene benaming voor een groep hef-, trek- en spreidwerktuigen.\\ | ||
+ | In dit kader worden met hydraulische vijzels zowel " | ||
+ | Een kenmerkende eigenschap van deze vijzels is dat het hefvermogen tot stand wordt gebracht door een hydraulische druk op een plunjer in een cilinder uit te oefenen, die wordt opgebracht door een handbediende, | ||
+ | Hoewel slechts een complete vijzelinstallatie valt onder de definitie van een machine volgens de EG-Machinerichtlijn, | ||
+ | |||
+ | **Inspectie van hydraulische vijzels**\\ | ||
+ | Bij inspecties dienen na het schoonmaken de volgende zaken te worden gecontroleerd en beoordeeld: | ||
+ | *eventuele slijtage, scheuren, vervormingen en interingen; | ||
+ | *de bevestiging van koppelingen; | ||
+ | *eventuele beschadiging, | ||
+ | *eventuele vervorming van de cilinderstang en het huis (duidt veelal op overbelasting en leidt direct tot afkeur); | ||
+ | *(na de visuele controle) het functioneren en eventuele lekkages (lekkages langs afdichtingen leiden direct tot afkeur); | ||
+ | *eventueel ontbreken van aanduiding van WLL en/of werkdruk bij losse cilinders (leidt direct tot afkeur). | ||
+ | |||
+ | **Testen**\\ | ||
+ | Na het keuren dienen de hydraulische vijzels te worden beproefd onder de voorgeschreven omstandigheden. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen/ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.4.2 Mechanische vijzels=== | ||
+ | Een mechanische vijzel (dommekracht) is een werktuig waarbij door middel van handaandrijving en spindel-/ | ||
+ | |||
+ | **Inspectie van mechanische vijzels**\\ | ||
+ | Bij inspecties van dommekrachten dienen na het schoonmaken de volgende zaken te worden gecontroleerd en beoordeeld: | ||
+ | *eventuele slijtage, scheuren, vervormingen en interingen; | ||
+ | *eventuele beschadiging of slijtage van voet of bovenvlak; | ||
+ | *de parallelliteit van voet- en hefvlakken; | ||
+ | *de gevolgen van aangelaste (en eventueel weer verwijderde) onderdelen. | ||
+ | Vervolgens dient een onbelaste functionele controle uitgevoerd te worden. | ||
+ | |||
+ | **Keuring en beproeving van mechanische vijzels**\\ | ||
+ | Bij de keuring en beproeving van dommekrachten dienen allereerst de controles uitgevoerd te worden zoals beschreven onder het kopje " | ||
+ | |||
+ | **Testen**\\ | ||
+ | Na het keuren dient de dommekracht beproefd te worden onder de voorgeschreven omstandigheden. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen/ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.4.3 Heftrucks=== | ||
+ | **Begripsbepaling**\\ Heftrucks zijn gemotoriseerde arbeidsmiddelen met een heffunctie. Ze zijn geschikt voor gelijktijdig horizontaal en verticaal transport. | ||
+ | De aandrijving van een heftruck kan gebaseerd zijn op: | ||
+ | *Een elektromotor (op accu’s). | ||
+ | *Een verbrandingsmotor (diesel, benzine of LPG). | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen/ | ||
+ | |||
+ | **Keuringen/ | ||
+ | Buiten de keuringen die genoemd worden onder categorie [[waterbouw: | ||
+ | Een vorkheftruck moet behalve als mobiel arbeidsmiddel ook als hefmiddel worden gekeurd. Indien hij op de openbare weg wordt gebruikt moet hij ook aan de eisen en keuringen van de Wegenverkeerswet voldoen. De vorken of lepels zijn een belangrijk onderdeel van de heffunctie. Zij moeten eveneens regelmatig worden gekeurd. | ||
+ | |||
+ | **Onderhoud**\\ | ||
+ | Het onderhoud moet door een deskundig persoon worden uitgevoerd. De onderhoudswerkzaamheden moeten ook in een logboek vastgelegd worden.\\ | ||
+ | |||
+ | **Uitlaatgassen**\\ | ||
+ | Verbrandingsmotoren veroorzaken uitlaatgassen. Deze gassen zijn schadelijk voor de gezondheid. LPG levert relatief de schoonste verbranding, | ||
+ | Heftrucks met verbrandingsmotoren mogen alleen in binnenruimten worden ingezet als de uitstoot binnen de hiervoor gestelde emissie-eisen blijft. Dit betekent in de praktijk dat men in binnenruimten gebruik moet maken van elektrisch aangedreven heftrucks of LPG aangedreven heftrucks met specifieke filters en goede ventilatie. | ||
+ | |||
+ | **Risico' | ||
+ | De belangrijkste risico' | ||
+ | *kantelgevaar | ||
+ | *geraakt worden door de heftruck | ||
+ | *beklemming | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | *Vorkheftrucks mogen alleen door daartoe opgeleide personen worden bestuurd. | ||
+ | *Rijd altijd met laag geheven last of vorken. | ||
+ | *Doorgaans zijn de ‘lepels’ in onderlinge breedte verstelbaar. Dit moet worden aangepast naar gelang de te verplaatsen last. | ||
+ | *Voor verschillende doeleinden kunnen ook verschillende lepels worden gebruikt. Steeds moet dat in overeenstemming zijn met de last en de maximale belasting mag daarbij niet worden overschreden. | ||
+ | *Rijd alleen mee op speciaal daartoe ingerichte plaatsen. | ||
+ | *Keer nooit op een helling. | ||
+ | *Met een heftruck mogen geen personen worden geheven. Wil men toch plaatsen op hoogte kunnen bereiken, dan moet men gebruik maken van een hoogwerker. In uitzonderings-gevallen mag men met een aangepaste werkbak en extra veiligheidsvoorzieningen op de heftruck personen verplaatsen (zie verder voor dit onderwerp paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | *Laad accu’s op in een aparte en goed geventileerde ruimte (roken en open vuur verboden).\\ | ||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen=== | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen de Arbocatalogus**\\ | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen algemeen**\\ | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen [[https:// | ||
+ | *Abomafoon 3.04: Werken met vorkheftrucks | ||
+ | *NEN 3054: Vorktrucks, technische gegevens | ||
+ | \\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.5 Lieren==== | ||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.5.1 | ||
+ | ^ 12.8.5.2 | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Een lier is een werktuig dat is bedoeld om lasten te verplaatsen door middel van een flexibel trekorgaan zoals een kabel.\\ Een lier is uitgerust met een trommel waaromheen het trekorgaan wordt opgewonden en waarmee de kracht op het trekorgaan wordt overgebracht. Bij hijslieren wordt de last verticaal en bij treklieren horizontaal verplaatst. | ||
+ | De liertrommels kunnen met de hand of mechanisch worden aangedreven. De mechanische aandrijving kan zijn uitgevoerd met een elektro-, lucht of hydromotor.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.5.1 Hijslieren=== | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Lieren moeten zodanig zijn ingericht dat veilig werken mogelijk is. Ze moeten voorzieningen hebben die het onopzettelijk teruglopen van de last verhinderen. Lieren die geen automatische rem hebben moeten zijn uitgerust met een op de trekkracht berekende rem.\\ | ||
+ | Lieren die met de hand worden bediend moeten zijn voorzien van inrichtingen die het terugslaan van de zwengels verhinderen. Lieren die zowel met de hand als mechanisch kunnen worden bediend moeten zodanig zijn ingericht dat de mechanische aandrijving niet het handmechanisme in werking kan stellen (zie verder onder het kopje “Remmen”). | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Fabrieksplaatje**\\ | ||
+ | De volgende gegevens moeten op een hijslier zijn vermeld: | ||
+ | *De nominale trekkracht, | ||
+ | *De naam van de fabrikant of leverancier, | ||
+ | *Het bouwjaar, | ||
+ | *Het type- en/of fabrieksnummer. | ||
+ | |||
+ | **Remmen**\\ | ||
+ | Handhijslieren moeten zijn voorzien van een reminrichting die, bij het wegvallen van de aandrijvende kracht (loslaten van de slinger), de last automatisch en geleidelijk tot stilstand brengt en in stilstand houdt. De reminrichting mag niet door een eenvoudige ingreep blijvend buiten werking kunnen worden gesteld.\\ | ||
+ | Mechanisch aangedreven hijslieren moeten zijn voorzien van een reminrichting die, bij het loslaten van het bedieningsorgaan of de eventueel aanwezige dodemansinrichting, | ||
+ | | ||
+ | |||
+ | **Noodstop**\\ | ||
+ | Voor elektrische lieren geldt dat het onderbreken van twee van de drie fasen bij het indrukken van de noodstop voldoende is, als dit tot gevolg heeft dat de rem de liermotor en daarmee de aandrijving stopt. De noodstop moet zelfvergrendelend zijn en voorzien zijn van gedwongen of rechtstreeks schakelende contacten, rood van kleur met een gele achtergrond. Als er meerdere bedieningsplaatsen zijn, moet een noodstop op elke bedieningsplaats aanwezig zijn.\\ | ||
+ | Bij pneumatische of hydraulische aangedreven lieren geldt dat in geval van nood het onderbreken van de energietoevoer mag gebeuren via paddenstoelvormige knoppen, kabels, touwen, stangen, hendels en, in specifieke gevallen, door voetpedalen zonder beschermkap. Deze bedieningsorganen moeten duidelijk herkenbaar, duidelijk zichtbaar (zie kleuren hierboven) en snel bereikbaar zijn. | ||
+ | |||
+ | **Bedieningsorganen**\\ | ||
+ | Bedieningsorganen van mechanisch aangedreven hijslieren moeten automatisch in de stopstand terugkeren, wanneer zij worden losgelaten.\\ | ||
+ | Het in beweging komen van de hijslier mag alleen vanuit de stopstand van de bedieningsorganen kunnen geschieden.\\ | ||
+ | Bij de bedieningsorganen moeten de gegevens met betrekking tot de functie duidelijk leesbaar en onuitwisbaar worden vermeld. Al deze gegevens moeten in de Nederlandse en/of Engelse taal of in duidelijke symbolen zijn aangegeven.\\ | ||
+ | |||
+ | **Trommels en schijven**\\ | ||
+ | Een blijvende vervorming en overmatige slijtage van de hijskabel moet bij toepassing van staalkabels worden voorkomen door een voldoende grote verhouding tussen kabeldiameter tot trommel of schijfdiameter te garanderen.\\ | ||
+ | Bij handhijslieren moet de verhouding ten minste 1 op 14 bedragen.\\ | ||
+ | Voor mechanisch aangedreven hijslieren ten minste 1 op 21.\\ | ||
+ | De zijwangen van een kabeltrommel moeten zo hoog zijn dat bij een volledig opgewonden kabel de buitenlaag nog ten minste tweemaal de kabeldiameter onder de rand ligt. | ||
+ | |||
+ | **Bevestiging hijskabel aan liertrommel**\\ | ||
+ | Bij voorkeur moet het einde van de hijskabel door de trommelwand of een der zijwangen worden gevoerd en daar zorgvuldig worden bevestigd.\\ | ||
+ | Zorg dat het te klemmen gedeelte van de hijskabel niet vet is waardoor de klem minder grip op de hijskabel heeft.\\ | ||
+ | |||
+ | Bij maximaal vieren van de hijskabel moeten nog tenminste vier windingen van de hijskabel op de liertrommel aanwezig zijn.\\ | ||
+ | Er moet op worden gelet dat de hijskabel afhankelijk van de slagrichting van de kabel, op de juiste wijze op de trommel wordt bevestigd. | ||
+ | |||
+ | **Inspectie/ | ||
+ | Bij inspecties van hijslieren dienen deze te worden gecontroleerd op eventuele slijtage en ondeugdelijke onderdelen. Indien ondeugdelijke onderdelen worden aangetroffen dan moeten zij worden vervangen. Vervolgens moet de lier op zijn goede werking worden gecontroleerd.\\ | ||
+ | Bovengenoemde inspecties en eventuele beproevingen moeten geregistreerd worden in de desbetreffende registers of kraanboeken. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen/ | ||
+ | |||
+ | **Risico’s**\\ | ||
+ | Aan het werken met hijslieren zijn de volgende risico' | ||
+ | *Knellen van ledematen, als gevolg van onvoldoende afscherming van draaiende delen, | ||
+ | *Geraakt worden door de draad, | ||
+ | *Geraakt worden door de aan de draad bevestigde last. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | Om gevaren bij gebruik van hijslieren te beperken is het volgende van belang: | ||
+ | *Laat lieren alleen bedienen door goed geïnstrueerde werknemers. | ||
+ | *Zorg voor een veilige bedieningsplaats van de lier. Dit kan door het aanbrengen van een rek tussen lier en bedieningsplaats. | ||
+ | *Scherm de liertrommel aan de zijkanten af met een demontabele beveiliging/ | ||
+ | *Zorg dat er tijdens het werken met de lier, geen werknemers in de directe nabijheid van de lierdraad staan. | ||
+ | *Speciale aandacht moet worden besteed aan het werken met op afstand bediende lieren. Hierbij moet erop worden toegezien dat zich geen personen in de directe omgeving van de lier en/of staaldraad bevinden. | ||
+ | *Zie verder de van toepassing zijnde maatregelen onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | ===12.8.5.2 Overige lieren=== | ||
+ | |||
+ | Buiten de genoemde hijslieren worden aan boord van schepen/ | ||
+ | |||
+ | **Type plaatje**\\ | ||
+ | De volgende gegevens moeten op de lieren zijn vermeld: \\ | ||
+ | *De nominale trekkracht, | ||
+ | *De naam van de fabrikant of leverancier, | ||
+ | *Het bouwjaar, | ||
+ | *Het type- en/of fabrieksnummer. | ||
+ | |||
+ | **Regelgeving en Inspectie**\\ | ||
+ | Ten aanzien van de bedieningsorganen, | ||
+ | Bedieningsorganen van deze groep mechanisch aangedreven lieren hoeven echter niet automatisch in de stopstand terug te keren, wanneer zij worden losgelaten. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Risico’s**\\ | ||
+ | De risico' | ||
+ | *Knellen van ledematen, als gevolg van onvoldoende afscherming van draaiende delen e.d., | ||
+ | *Geraakt worden door de draad. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | Om gevaren bij gebruik van deze lieren te beperken moeten buiten de genoemde maatregelen die genoemd zijn onder de hijslieren, ook de volgende maatregelen worden getroffen: \\ | ||
+ | *Over dek lopende staaldraden moeten, voor zover als dat mogelijk is, beschermd worden d.m.v. (geleide)beugels. Dit om bij eventuele draadbreuk de risico' | ||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen naar wettelijk kader:=== | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | N.B. bovenstaande verwijzingen zijn gericht op hijs- en hefwerktuigen maar omdat hijslieren hier onderdeel van zijn deze verwijzing. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.6 Hijsdraden, hijs- en hefgereedschap en plaatogen(puttings)==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.6.1 | ||
+ | ^ 12.8.6.2 | ||
+ | ^ ::: | ||
+ | ^ ::: | ||
+ | ^ ::: | ||
+ | ^ ::: | ||
+ | ^ 12.8.6.3 | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.6.1 Hijsdraden=== | ||
+ | Een belangrijk risico bij het gebruik van hijsdraden is het breken van de hijsdraad. Hierbij kan men getroffen worden door de hijsdraad of door de voorwerpen die worden gehesen. | ||
+ | Deze risico' | ||
+ | *Gebruik van een te lichte hijsdraad, | ||
+ | *Gebruik van versleten/ | ||
+ | *Onjuiste bevestiging van hijsdraad. | ||
+ | |||
+ | Bij de hijsdraden moeten certificaten aanwezig zijn. Deze certificaten moeten worden bewaard in het bij het hijswerktuig behorende kraanboek of register. Hijskabels moeten van een merkteken zijn voorzien, of indien dit niet mogelijk is van een plaatje of een niet-verwijderbare ring waarop de gegevens van de fabrikant en een identificatienummer van de desbetreffende verklaring van overeenstemming of certificaat staan [[ https:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Periodiek moet controle en onderhoud worden uitgevoerd op de conditie van de hijsdraden. De termijn waarin een controle moet worden herhaald, moet zo kort zijn dat tussentijds geen gevaar kan optreden door overmatige slijtage, vermoeiing of veroudering van de hijsdraad. Dit houdt in dat bij intensief gebruik vaker moet worden gecontroleerd dan bij incidenteel gebruik. Voor afkeurmaatstaven van hijsdraden zie NEN 3233.\\ | ||
+ | De hijsdraden controleren op de mogelijke aanwezigheid van een of meer van de volgende gebreken: | ||
+ | *golfvorming of kurkentrekkervorming | ||
+ | *mand- of kooivorming | ||
+ | *naar buitenkomende streng | ||
+ | *draadlussen | ||
+ | *plaatselijke toename van de kabelmiddellijn | ||
+ | *plaatselijke afname van de kabelmiddellijn | ||
+ | *afgeplatte kabel | ||
+ | *kinken | ||
+ | *knikken | ||
+ | *breuknest of gebroken streng | ||
+ | *overbelasting | ||
+ | *inwendige corrosie | ||
+ | *vermindering van elasticiteit | ||
+ | *schade als gevolg van hitte of vlamboog | ||
+ | *draadbreuken | ||
+ | *slijtage | ||
+ | *vermindering van de kabelmiddellijn over grotere lengte | ||
+ | |||
+ | Iedere staalkabel heeft specifieke plaatsen die extra aandacht moeten hebben. Plaatsen die op de hijswerktuigen voor gerichte inspectie in aanmerking komen zijn: | ||
+ | *Start- en stopplaatsen. Hiermee worden bedoeld de kabelgedeelten die zich op schijven en trommels bevinden en die regelmatig zwaarder worden belast wanneer de last bij een cyclus wordt opgepakt of wordt afgeremd en neergezet. | ||
+ | *Eindbevestigingen. De beide einden van de staalkabel moeten worden gecontroleerd op vervorming, roestvorming en draadbreuken in de kabel op de plek van de eindbevestiging. Ook de eindbevestigingen zelf moeten worden gecontroleerd. | ||
+ | *Trommel. Hier dienen de volgende plaatsen zeker te worden bekeken: de kabelverbinding aan de trommel, de overgangen van de lagen op de trommel (waar de kabel wordt gedwongen een nieuwe laag te lopen). Als gevolg van ongelijkmatig opspoelen op de trommel, zijn op de kruisende kabelgedeelten draadbreuken, | ||
+ | *Kabelgedeelten die vaak over schijven lopen of gebogen liggen onderzoeken op slijtage, draadbreuken en (inwendige) corrosie. Let hierbij tevens op de staat van de schijven (slijtage van de groef van de schijf en de lagering van de schijf). | ||
+ | *Onderblok. Onderzoek het kabelgedeelte dat over het onderblok loopt, in het bijzonder dat deel dat op de schijven ligt als de last is aangeslagen. Controleer op draadbreuken, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Bij het inscheren van een hijsdraad moet op het volgende worden gelet: | ||
+ | *Bij voorkeur moet het eind van de hijsdraad door de trommelwand of een der zijwangen van de hijslier worden gevoerd en daar door middel van een klemblok zorgvuldig worden bevestigd. | ||
+ | *Het te klemmen gedeelte van de hijsdraad mag niet vet zijn waardoor de klem minder grip op de hijsdraad heeft. | ||
+ | *Bij maximaal vieren van de hijsdraad moeten nog tenminste vier windingen van de hijsdraad op de liertrommel aanwezig zijn. | ||
+ | *De verbinding met het hijsblok moet (indien mogelijk) worden uitgevoerd met een wigklem, waarvan het dode part is geborgd d.m.v. een staaldraadklem.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | *Het toepassen van staaldraadklemmen als verbinding met het hijsblok is verboden | ||
+ | *Bij meervoudig ingeschoren blokken moet de constructie van de hijsdraad, bij voorkeur, draaivrij zijn.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.6.2 Hijs- en hefgereedschap=== | ||
+ | |||
+ | **Definities**\\ | ||
+ | De definitie van hijsgereedschappen is:\\ | ||
+ | Niet vast met de machine verbonden onderdelen die tussen de machine en de last worden geplaatst om deze op te nemen. | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | De meest gebruikte hijsgereedschappen in de Waterbouw zijn: \\ | ||
+ | *Stroppen, grommers (staalkabel zonder einde) en lengen | ||
+ | *hijsbanden | ||
+ | *hijskettingen | ||
+ | *blokken | ||
+ | *sluitingen | ||
+ | *tangen en klemmen | ||
+ | *hijsjukken | ||
+ | *haken | ||
+ | *hijsogen/ | ||
+ | *grijpers | ||
+ | *vacuümhefgereedschap | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Markering hijs- en hefgereedschappen**\\ | ||
+ | Hijs- en hefgereedschappen dienen voorzien te zijn van certificaten en/of een verklaring van overeenstemming en een gebruiksaanwijzing. De identificatie aangebracht op het hijs- of hefgereedschap moet overeenkomen met de gegevens op de verklaring van overeenstemming. Deze verklaring van overeenstemming blijft tijdens de gehele gebruiksduur van het hijs- en hefgereedschap van toepassing. Inslaan van nieuwe nummers en keuringsdata is sterk af te raden in verband met de mogelijke verzwakking van het hijs- of hefgereedschap [zie voor het laatste punt de kleurcodering zoals genoemd in de hierna volgende maatregelen]. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader m.b.t. keuringen en inspecties item 1 en 2 van bijlage [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Gevaren**\\ | ||
+ | De grootste risico' | ||
+ | *Getroffen worden door de voorwerpen die worden gehesen, | ||
+ | *Getroffen worden door de hijsgereedschappen zelf. | ||
+ | |||
+ | Deze risico' | ||
+ | *Gebruik van verkeerd hijsgereedschap, | ||
+ | *Gebruik van te licht hijsgereedschap, | ||
+ | *Gebruik van versleten/ | ||
+ | *Onjuiste bevestiging van hijsgereedschap, | ||
+ | *Verkeerd aanslaan van de hijslast.\\ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen m.b.t. hijsgereedschap in het algemeen**\\ | ||
+ | n.b. voor stroppen, hijsbanden en hijskettingen worden buiten de hieronder aangegeven algemene maatregelen ook nog specifieke maatregelen voor het desbetreffende hijsgereedschap genoemd [[# | ||
+ | |||
+ | __maatregelen m.b.t / | ||
+ | *Controleer hijsgereedschap voor gebruik op conditie en goede werking. | ||
+ | *Bij vaststelling van de hierna genoemde ontbrekende informatie, schade, slijtage of gebreken het hijsgereedschap niet gebruiken en afvoeren:\\ \\ | ||
+ | *Indien de aanduiding van de identiteit, zoals WLL, materiaalkwaliteit en fabrikant, niet (meer) aanwezig is. | ||
+ | *Indien er sprake is van een blijvende vervorming van enig onderdeel. Plastische vervorming van de oorspronkelijke vorm veroorzaakt ontoelaatbare vermindering van de materiaalsterkte. | ||
+ | *Indien er sprake is van slijtage met als gevolg een vermindering van de diameter of dikte van 10% of meer. | ||
+ | *Indien er bij stalen hijsgereedschappen uitwendige beschadigingen zijn, zoals kerven, inkepingen, groeven, scheuren of barsten, overmatige roestvorming en verkleuring door warmte. | ||
+ | *De moeren van de sluitingen die deel uit maken van specifiek hijsgereedschap dienen geborgd te zijn [met contramoeren, | ||
+ | *De veilige werklast (maximaal toelaatbare nuttige last = werklast) moet op het hijsgereedschap in kilogrammen (kg) of tonnen (t) zijn aangegeven/ | ||
+ | *Zorg ervoor dat de WLL/SWL niet overschreden wordt. Dit geldt voor alle componenten van het hijsgereedschap. | ||
+ | *Bij het enkelvoudig gebruik van een strop, ketting, hijsband etc. (dus één strop, ketting, hijsband etc.) die met een zijde in de haak van de kraan en de andere zijde met de last verbonden is geldt de aangegeven WLL/SWL voor de maximum belasting. In alle andere gevallen dient men de hiervoor geldende tabellen op te slaan. | ||
+ | *Zorg dat het hijsgereedschap niet is gedraaid of geknoopt | ||
+ | *Zorg dat de lasthaak wordt belast in het draagpunt en niet op de punt | ||
+ | *Zorg dat de lasthaak vrij beweegbaar en draaibaar is | ||
+ | *Zorg dat alle hijshaken zijn voorzien van veiligheidspallen. | ||
+ | *Zorg dat de last vrij beweegbaar is. | ||
+ | *Alle hijsgereedschappen moeten gecertificeerd (goedgekeurd) zijn. Bewaar de bijbehorende certificaten op een veilige plek zo dicht mogelijk bij het betreffende gereedschap. Aan boord van schepen moeten certificaten voor laad en losgerei in een register bewaard worden. (N.B. Zie ook de opmerking over kraanboeken/ | ||
+ | *Alle hijsgereedschappen moeten minimaal een maal per jaar visueel geïnspecteerd en onderhouden worden door een deskundig persoon. Dit kan een interne medewerker zijn die hiervoor is opgeleid. Bij intensief gebruik zal de bovengenoemde minimum termijn waarbinnen een controle moet worden herhaald mogelijk korter zijn, om er voor te zorgen dat tussentijds geen gevaar kan optreden door overmatige slijtage, vermoeiing of veroudering van enig onderdeel van het hijsgereedschap. Dit houdt in dat bij intensief gebruik vaker moet worden gecontroleerd dan bij incidenteel gebruik (zie [[http:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ^ Jaarkleuren van IMO |||| | ||
+ | ^ kleur ^ jaar ||| | ||
+ | | bruin | 2010 | 2016 | 2022 | | ||
+ | | blauw | 2011 | 2017 | 2023 | | ||
+ | | geel | 2012 | 2018 | 2024 | | ||
+ | | rood | 2013 | 2019 | 2025 | | ||
+ | | zwart | 2014 | 2020 | 2026 | | ||
+ | | groen | 2015 | 2021 | 2027 | | ||
+ | |||
+ | *N.b. Hijsbanden worden niet voorzien van een jaarkleur. Daarom is het belangrijk om hijsbanden vóór ieder gebruik zorgvuldig te controleren.\\ | ||
+ | *Hijsgereedschappen aan boord van schepen die gebruikt worden voor het laden en lossen moeten periodiek door een erkend keuringsbureau beproefd worden (zie [[http:// | ||
+ | *op takels, platenklemmen etc. - plaatje met beproevingsdatum aan het takel of platenklem | ||
+ | *op 2- en 4 sprongen en kettinglengen - datum ingeslagen op plaatje dat bevestigd is aan het desbetreffende hijsgereedschap | ||
+ | *Zie verder ook de van toepassing zijnde maatregelen onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | ==12.8.6.2.1 Maatregelen/ | ||
+ | **Identificatie van touwstroppen**\\ | ||
+ | Iedere touwstrop moet met een onuitwisbaar label zijn gemerkt met daarop vermeld: | ||
+ | *de identificatie van de fabrikant | ||
+ | *het serienummer | ||
+ | *de WLL | ||
+ | *de CE-markering | ||
+ | *het jaar van fabricage | ||
+ | |||
+ | __Controleer touwstroppen voor gebruik op de volgende punten: | ||
+ | Bij vaststelling van de hierna genoemde schade, slijtage of gebreken de touwstroppen niet gebruiken en afvoeren: | ||
+ | *werklast niet bekend | ||
+ | *geen certificaat beschikbaar | ||
+ | *slechte splitsen/ | ||
+ | *breuk van een streng of kardeel | ||
+ | *veel garenbreuk | ||
+ | *ernstige beschadiging of slijtage | ||
+ | *wanneer bij opendraaien meelachtige stof uit het touw valt | ||
+ | *ernstige aantasting door vocht en/of schimmel (vooral in de natuurlijke touwsoorten) | ||
+ | *aantasting door agressieve stoffen | ||
+ | *als de soepelheid van het gehele touw te wensen overlaat | ||
+ | *smeltplekken (vooral in kunststof touw) | ||
+ | *aanwezigheid van vuil, zand en andere verontreinigingen | ||
+ | *verkleuringen door de inwerking van uv-straling | ||
+ | __Juist gebruik van touwstroppen__\\ | ||
+ | *zorg dat de touwstroppen niet tegen scherpe kanten/ | ||
+ | *zorg dat de touwstroppen tijdens de werkzaamheden niet in aanraking komen met chemicaliën | ||
+ | *leg geen knopen in touwstroppen\\ | ||
+ | |||
+ | ==12.8.6.2.2 Maatregelen/ | ||
+ | |||
+ | **Toelichting**\\ | ||
+ | In de Waterbouw wordt veel gewerkt met staalkabels die samengesteld zijn als stroppen daarom de volgende aanvullende informatie met daarna de maatregelen. | ||
+ | |||
+ | **Algemene informatie over staalkabels/ | ||
+ | |||
+ | **Identificatie van staaldraadstroppen**\\ | ||
+ | Staaldraadstroppen moeten zijn voorzien van onuitwisbare en niet verwijderbare merken, bij voorkeur aangebracht in de eindverbindingen. | ||
+ | |||
+ | **Staalkabelverbindingen**\\ | ||
+ | Bij staalkabels komt men o.a. de volgende eindverbindingen tegen: | ||
+ | *taluritklem | ||
+ | *superloop | ||
+ | *splitsen | ||
+ | De taluritklem bestaat uit lichtmetaal dat om de kabel wordt geperst. Het uiteinde van de kabel moet zichtbaar uit de klem steken. De persklem mag niet beschadigd zijn.\\ Een superloop is een hoogwaardige verbinding. Deze verbinding is te herkennen aan een stalen bus met een taps toelopend gedeelte dat om de eindverbinding is geperst.\\ Persklemmen mogen noch op buiging noch op openbuigen worden belast (zie schets hieronder). Dit openbuigen kan optreden bij gebruik van staalkabels met lus (zonder kous). Er moet op worden gelet dat de hoek tussen de staalkabels van de lus niet groter wordt dan 60 graden, zodat de persklem niet op openbuigen wordt belast.\\ | ||
+ | Het verlengen of inkorten van staalkabels en staalkabelsamenstellen, | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | Tekening van lus belast op buiging\\ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | __Controleer staaldraadstroppen voor gebruik op de volgende punten: __\\ | ||
+ | Bij vaststelling van de hierna genoemde ontbrekende informatie, schade, slijtage of gebreken de staaldraadstroppen niet gebruiken en afvoeren: | ||
+ | *werklast niet bekend | ||
+ | *geen certificaat beschikbaar | ||
+ | *beschadigde eindverbinding zoals:\\ \\ | ||
+ | *uitgerafelde en/of slechte splitsen | ||
+ | *ernstige beschadiging van splits of klembus | ||
+ | *vervorming van de kabelkous door overbelasting | ||
+ | *het einde van de kabel niet meer zichtbaar is (alleen taluritklem) | ||
+ | *breuknesten of gebroken strengen | ||
+ | *veel draadbreuken | ||
+ | *uitwendige beschadigingen of vervormingen (kinken, knikken, knopen of krommingen) | ||
+ | *ernstige slijtage (stropdiameter met ≥ 10% verminderd door plaatselijke slijtage) | ||
+ | *andere ernstige beschadigingen zoals hitte- en lasschade | ||
+ | *gebrek aan elasticiteit (door uitdroging, corrosie, uitdraaiing etc.) | ||
+ | *sterke roestvorming | ||
+ | (verder afkeurcriteria fabrikant opvolgen, zie ook NEN 3233, afkeurmaatstaven voor staalkabels) | ||
+ | |||
+ | __Juist gebruik van stroppen__\\ | ||
+ | *leg geen knopen in stroppen | ||
+ | *gebruik voor hijswerkzaamheden geen stroppen die voorzien zijn van kabelklemmen | ||
+ | *bescherm de stroppen vooral bij scherpe hoeken van de last | ||
+ | *zorg dat de stroppen tijdens de werkzaamheden niet in aanraking komen met zuren | ||
+ | |||
+ | __Onderhoud van stroppen__ | ||
+ | *gebruik alleen zuurvrije vetten | ||
+ | |||
+ | __Opslag van stroppen__\\ | ||
+ | *zorg voor een droge opslag\\ | ||
+ | |||
+ | ==12.8.6.2.3 Maatregelen/ | ||
+ | |||
+ | **Identificatie van hijsbanden**\\ | ||
+ | Hijsbanden moeten zijn voorzien van een label waarop duidelijk de fabrikant, de WLL en de datum van levering zijn vermeld. De kleur van het label geeft aan welke materiaalsoort voor de dragende vezels is gebruikt. Groen staat voor polyamide(PA), | ||
+ | |||
+ | __Controleer hijsbanden voor gebruik op de volgende punten: | ||
+ | *labels met informatie moeten duidelijk leesbaar zijn (WLL/SWL moet duidelijk zichtbaar zijn) | ||
+ | *op schade en slijtage | ||
+ | *bij vaststelling van de hierna genoemde ontbrekende informatie, schade, slijtage of gebreken de hijsbanden niet gebruiken en afvoeren:\\ \\ | ||
+ | *werklast niet bekend | ||
+ | *geen certificaat beschikbaar | ||
+ | *identificatie niet meer mogelijk is (ontbreken van labels etc.) | ||
+ | *als er knopen in de hijsband zitten | ||
+ | *waarneembare schade door wrijving, verhitting en/of brandgaatjes | ||
+ | *kantbeschadiging en beschadiging door insnijding (≥ 1/10 in de breedte of > 1/20 in de lengte) | ||
+ | *schade aan de lus | ||
+ | *bij kapotte stiksels | ||
+ | *bij een eindloze hijsband deze ook afkeuren als de buitenhuls beschadigd is (de binnenkern zichtbaar) | ||
+ | *schade door chemische aantasting (zuren en/of bijtende stoffen maar ook door verf) | ||
+ | (verder afkeurcriteria fabrikant opvolgen)\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | __Juist gebruik van hijsbanden__\\ | ||
+ | *zorg dat de hijsbanden niet tegen scherpe kanten/ | ||
+ | *zorg dat de hijsbanden tijdens de werkzaamheden niet in aanraking komen met chemicaliën | ||
+ | *leg geen knopen in hijsbanden | ||
+ | *vermijd overdadig (direct) zonlicht | ||
+ | *hijsbanden mogen niet buiten het temperatuursgebied van -40 tot +100 ºC worden gebruikt. Natte hijsbanden die zijn bevroren, mogen nooit worden gebruikt. | ||
+ | |||
+ | __Opslag van hijsbanden__\\ | ||
+ | *zorg voor een droge opslag\\ | ||
+ | |||
+ | ==12.8.6.2.4 Maatregelen/ | ||
+ | Bij de hijskettingen moeten certificaten aanwezig zijn. Deze certificaten moeten worden bewaard in het bij het hijswerktuig behorende kraanboek of register. Hijskettingen moeten van een merkteken zijn voorzien, of indien dit niet mogelijk is van een plaatje of een niet-verwijderbare ring waarop de gegevens van de fabrikant en een identificatienummer van de desbetreffende verklaring van overeenstemming of certificaat staan [[https:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | __Controleer hijskettingen voor gebruik op de volgende punten:__ \\ | ||
+ | *haakbelasting | ||
+ | *veiligheidspal/ | ||
+ | *of alle verbindingsmoeren vastzitten | ||
+ | *op schade en slijtage | ||
+ | *bij vaststelling van de hierna genoemde ontbrekende informatie, schade, slijtage of gebreken de kettingen niet gebruiken en afvoeren:\\ \\ | ||
+ | *werklast niet bekend | ||
+ | *geen certificaat beschikbaar | ||
+ | *er sprake is van een slijtage van 10% op enig onderdeel (op nominale maat) | ||
+ | *de ketting beschadigd is (kerven en scheuren) | ||
+ | *de ketting vervormd is | ||
+ | *er sprake is van kleurverandering van de ketting (mogelijk door oververhitting) | ||
+ | (verder afkeurcriteria fabrikant opvolgen) | ||
+ | |||
+ | __Juist gebruik van hijskettingen__\\ | ||
+ | *belast hijskettingen alleen in de lengterichting | ||
+ | *bescherm hijskettingen tegen scherpe hoeken | ||
+ | *belast niet de punt van de haak | ||
+ | *gebruik geen hamer bij kettingen in tuigagetoepassingen | ||
+ | |||
+ | __Opslag van hijskettingen__\\ | ||
+ | *zorg voor een droge opslag\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.6.3 Plaatogen (puttings)== | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Plaatogen (ook wel puttings genoemd) voor inhanging van takels, hijsgereedschappen of sjormiddelen worden bij de nieuwbouw/ | ||
+ | Het is van groot belang dat plaatogen worden gelast met voldoende zware en volledig gevulde lassen. Bij plaatsing moet worden gelet op de krachtdoorleiding in de basisconstructie. Het ' | ||
+ | Plaatogen moeten zo worden geplaatst, dat zij zoveel mogelijk evenwijdig aan het vlak van belasting staan. Voor offshore toepassingen mag de afwijking van dit vlak niet groter zijn dan ±2,5 graad. De speling tussen pennen en ogen (bij gebruik van sluitingen) mag niet te groot zijn, zodat puntbelasting wordt voorkomen. Voor offshore toepassingen hanteert men hiervoor een maximumtolerantie van 6 procent van de nominale pendiameter.\\ | ||
+ | Het gebruik van losse bussen om aan de gewenste/ | ||
+ | Voor algemene toepassingen wordt geadviseerd deze maximumtoleranties eveneens te hanteren. | ||
+ | |||
+ | **Berekeningseisen voor plaatogen**\\ | ||
+ | De basis voor de berekening van plaatogen is dat deze sterk en stijf genoeg moeten zijn om het veilig werken ermee te kunnen garanderen. Op of aan het plaatoog moeten het identificatienummer en de WLL/SWL onuitwisbaar zijn aangebracht. Een constructietekening met materiaalspecificatie en een sterkteberekening dienen aanwezig te zijn. | ||
+ | |||
+ | **Keuring en beproeving van plaatogen**\\ | ||
+ | Plaatogen dienen jaarlijks te worden geïnspecteerd door een deskundige en alleen te worden herbeproefd na een ingrijpende reparatie of wijziging. Er wordt daarbij gecontroleerd op:\\ | ||
+ | *de leesbaarheid van het identificatienummer en de WLL/SWL; | ||
+ | *de aanwezigheid van tekeningen en berekeningen; | ||
+ | *eventuele vervorming en slijtage van de plaat en het oog; | ||
+ | *de toestand van de lassen (eventuele scheurvorming, | ||
+ | |||
+ | Bij twijfel wordt scheuronderzoek op de dragende lassen door middel van MPI of ultrasoon uitgevoerd. Indien de constructie van het plaatoog twijfels oproept en niet lijkt te voldoen aan de gestelde voorschriften, | ||
+ | Na een ingrijpende reparatie of wijziging worden plaatogen opnieuw beproefd met een proeflast van 125% WLL/SWL. Hierbij worden de plaatogen op dezelfde wijze belast als waarvoor deze bestemd zijn. | ||
+ | |||
+ | **Wettelijk kader**\\ | ||
+ | Zie voor het wettelijk kader [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Risico' | ||
+ | *Uitscheuren of afbreken van een hijsoog met alle gevolgen die daaraan verbonden zijn. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | *Plaatogen dienen getest te zijn en te zijn voorzien van een certificaat. | ||
+ | *De constructie waartegen het plaatoog wordt bevestigd dient de maximum toelaatbare belasting van het hijsoog op te kunnen nemen. Hetzelfde geldt ook voor lasverbinding van de hijsogen met de constructie. | ||
+ | *Plaatogen dienen jaarlijks geïnspecteerd te worden.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen=== | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *zie bijlage 33 [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen de Arbocatalogus**\\ | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen algemeen**\\ | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen [[https:// | ||
+ | *Abomafoon 3.27: Staalkabelverbindingen | ||
+ | *Abomafoon 3.40: Hijsgereedschap [algemeen] | ||
+ | *Abomafoon 3.41: Staalkabels, | ||
+ | *NEN 3233: Afkeurmaatstaven van hijsdraden | ||
+ | *[[https:// | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.7 Hijswerkzaamheden==== | ||
+ | |||
+ | De indeling van deze paragraaf is als volgt: | ||
+ | ^paragraaf | ||
+ | |12.8.7.1 | ||
+ | |12.8.7.2 | ||
+ | |12.8.7.3 | ||
+ | |12.8.7.4 | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.7.1 Begripsbepaling=== | ||
+ | |||
+ | ==Algemeen== | ||
+ | Onder hijswerkzaamheden worden die werkzaamheden verstaan waarbij een last verticaal wordt opgehesen en daarna eventueel horizontaal over een bepaalde afstand wordt verplaatst waarna men de last weer laat zakken. | ||
+ | |||
+ | ==Hijsen van grote en/of zware onderdelen== | ||
+ | Door de schaalvergroting in het baggermaterieel worden onderdelen steeds zwaarder en lastiger te hanteren. Pomphuizen van 30 ton en cutters met gewichten van 10 ton komen steeds vaker voor. | ||
+ | Het hanteren van deze onderdelen met specifieke vormen vereist deskundigheid en inzicht over de wijze waarop deze behandeld moeten worden. | ||
+ | Pomphuizen worden bijvoorbeeld meestal liggend aangeleverd en moeten bij montage rechtop gezet worden, terwijl cutters meestal rechtop geleverd worden en voor montage gekanteld moeten worden. Specifieke (bagger)delen en vooral de delen die niet vaak gewisseld worden waaronder ook bochten en cardanstukken vereisen een goed opgesteld hijsplan. Ook tijdens het steken van zuig- en jetzakken is een hijsplan belangrijk, omdat er tijdens deze operatie mensen in de directe nabijheid staan/ | ||
+ | |||
+ | ==Verschil tussen hijswerkzaamheden aan de wal en op het water== | ||
+ | In de Waterbouw wordt zowel aan de wal als op het water gewerkt. Op de wal zijn de hijswerkzaamheden risicovol maar overzichtelijk. Dit komt omdat voordat de last gehesen wordt de last ten opzichte van het hijswerktuig stilstaat. Bij het hijsen van een last die op de waterbodem staat vanaf een drijvend ponton is dit compleet anders omdat het hijswerktuig voordat de hijsdraad strak staat beweegt ten opzichte van de last. | ||
+ | De bewegingen zijn in het laatste geval afhankelijk van de grootte van het ponton en de golfslag c.q. deining. Hoe kleiner het ponton des te meer last heeft men van de golfbewegingen. Als men dus hijswerkzaamheden op het water uitvoert met behulp van een hijswerktuig op een drijvend ponton zal men de last strak moeten trekken op het juiste moment anders komen er ontzettende grote krachten op de hijsmiddelen en het hijswerktuig. | ||
+ | |||
+ | __Toelichting__\\ | ||
+ | Men kan de situatie vergelijken met het aanslepen van een auto. Als men de sleepdraad voorzichtig strak laat komen zijn de krachten die in de sleepdraad komen een fractie van de breeksterkte van de sleepdraad. Als men echter snelheid maakt met de auto die moet slepen vóórdat de sleepdraad | ||
+ | |||
+ | De bediener van een hijswerktuig op een drijvend ponton zal dus over de juiste kennis en ervaring moeten beschikken m.b.t. het hijsen op het water anders zijn de gevolgen niet te overzien. | ||
+ | |||
+ | __Mogelijke varianten m.b.t. hijswerkzaamheden op het water__\\ | ||
+ | Hierbij zijn vier situaties te onderscheiden n.l.: | ||
+ | -Het hijswerktuig is opgesteld aan de wal waarmee hijswerkzaamheden moeten worden verricht aan boord van een drijvend object; | ||
+ | -Het hijswerktuig is opgesteld aan boord van een drijvend object waarmee hijswerkzaamheden | ||
+ | -Het hijswerktuig is opgesteld aan boord van een drijvend object waarmee hijswerkzaamheden | ||
+ | -Het hijswerktuig is opgesteld aan boord van een drijvend object waarmee hijswerkzaamheden moeten worden verricht aan objecten op de waterbodem. | ||
+ | |||
+ | In de eerste situatie geeft dit een verticale beweging van het drijvend object t.o.v. het hijswerktuig. Verder kan het drijvend object ook een slingerbeweging maken t.o.v. het hijswerktuig. | ||
+ | In de tweede situatie geeft dit alleen extra slingerbewegingen. | ||
+ | In de derde situatie kunnen de twee drijvende objecten zich t.o.v. elkaar verticaal bewegen en kunnen t.o.v. elkaar slingerbewegingen maken. | ||
+ | In de vierde situatie geeft dit een verticale beweging van het hijswerktuig op het drijvend ponton t.o.v. de last op de bodem. | ||
+ | |||
+ | Bij de eerste drie situaties kan men de risico' | ||
+ | In de vierde situatie is men gebonden aan de locatie dus hier geldt dat men deze werkzaamheden alleen kan uitvoeren als de omstandigheden het toelaten (golfslag, deining, wind etc. beneden toegestane waarden). | ||
+ | De vierde situatie geeft meestal de grootste risico’s omdat men vaak net voordat men moet opbreken van wege opkomend slecht weer nog hijswerkzaamheden moet verrichten. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het lichten van de ankers van het werktuig dat moet opbreken. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Vastzetten c.q. borgen van onderdelen na het neerzetten== | ||
+ | Door de bewegingen die een schip of ponton kan maken op het water vereist het vastzetten van deze delen op alle drijvende werktuigen en speciaal de zelfvarende schepen extra zorg. Zo voorkomt men dat door levendig worden van onderdelen schade ontstaat. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.7.2 Risico' | ||
+ | |||
+ | De grootste risico' | ||
+ | * Geraakt worden door vallende en/of zwaaiende lasten. | ||
+ | * Geraakt worden door het breken van hijsgereedschap, | ||
+ | * Geraakt worden door kantelende hijswerktuigen door onvoldoende stabiliteit van de opstelling. N.B. De stabiliteit wordt bepaald door de ondergrond of door het opdrijvend vermogen bij gebruik op het water. | ||
+ | * Bij hijswerkzaamheden op het water kunnen bovenstaande risico’s drastisch vergroot worden door golfslag, deining wind etc. met de hierna genoemde gevolgen:\\ \\ | ||
+ | *extra slingerbewegingen van de drijvende objecten dus ook van de last | ||
+ | *verticale versnellingen van de haak t.o.v. de last voordat deze ingepikt is of de hijsdraad strak staat.\\ N.B. Als men niet op het juiste moment inpikt of de hijsdraad straktrekt kunnen er in laatstgenoemde situatie zeer grote krachten optreden | ||
+ | |||
+ | |||
+ | \\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //het hijsen van een cutter met speciaal hijsgereedschap// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.7.3 Maatregelen=== | ||
+ | ==Maatregelen m.b.t. werkvoorbereiding== | ||
+ | * Hijswerkzaamheden dienen goed te worden voorbereid waarbij alle risico' | ||
+ | * Bepaal de werkvolgorde en communiceer deze voorafgaand aan de hijswerkzaamheden. | ||
+ | * Zorg voor voldoende toezicht en overzicht. | ||
+ | * Bij specifieke hijswerkzaamheden (hijsen van zeer zware objecten, objecten met specifieke vormen of afmetingen, hijsen van delen die ingeklemd kunnen zitten, hijsen met meerdere kranen etc.) altijd RI&E uitvoeren en aan de hand hiervan een hijsplan opstellen of laten opstellen door een deskundige op dit gebied.\\ | ||
+ | * Bij hijswerkzaamheden op het water voor elk werktuig vaststellen en vastleggen in het projectplan wat de maximum waarden zijn van golfslag, deining, windkracht etc. waaronder nog gewerkt mag worden. Indien in het noodplan voorzien is dat men bij slecht weer bepaalde werktuigen moet opbreken dient een en ander afgestemd te zijn op deze vastgestelde waarden. | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. technische zaken== | ||
+ | *Zorg voor goed onderhoud, regelmatige inspectie, keuring en beproeving. | ||
+ | *Zorg dat de aangebrachte beveiligingen goed werken. Afhankelijk van de capaciteit en uitvoering van hijswerktuigen kunnen deze onder andere zijn uitgerust met:\\ \\ | ||
+ | *Lastmomentbeveiliging (LMB) | ||
+ | *Lastbegrenzer (maximale last) | ||
+ | *Zwenkbeveiliging (bij zwenkarmen) | ||
+ | *Hijs- en viersnelheidsbegrenzer | ||
+ | *Als men een defect aan één van de onderdelen van hijswerktuigen constateert (denk bijvoorbeeld aan de bovengenoemde beveiligingen maar het geldt ook voor andere onderdelen) meld dit dan direct aan de verantwoordelijke persoon. Ga niet verder met de hijs- of hefwerkzaamheden. | ||
+ | *Direct herstel van beschadigingen | ||
+ | *Zorg ervoor dat de hijshaak van een hijswerktuig voorzien is van een veiligheidspal. | ||
+ | *Zorg dat de hijshaak vrij beweegbaar en draaibaar is | ||
+ | *Zorg dat de hijshaak wordt belast in het draagpunt en niet op de punt | ||
+ | |||
+ | ==Algemene maatregelen bij hijswerkzaamheden== | ||
+ | *Hijswerkzaamheden moeten altijd met de grootste zorgvuldigheid worden uitgevoerd. | ||
+ | *Hijswerktuigen dienen bediend te worden door een deskundige (zie verder paragraaf [[# | ||
+ | *Vóór gebruik dient men zeker te stellen dat de datum van de eerst volgende inspectie niet overschreden is. | ||
+ | *Op alle kranen staat de veilige werkbelasting (WLL/SWL) vermeld, belast een kraan nooit zwaarder. | ||
+ | *Verplaatsen van personen: In principe mogen personen niet met een hijskraan worden verplaatst. In uitzonderlijke gevallen en met aanpassingen van het systeem is dit toegestaan. Dit moet duidelijk op het hijsmaterieel zijn vermeld.\\ n.b. Het verplaatsen van personen in een werkbak, die in een kraan gehangen wordt, komt in de Waterbouw veel voor. Zie hiervoor de informatie in paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. lokale omstandigheden== | ||
+ | | ||
+ | | ||
+ | *Gebruik maken van de stabiliteitsvoorzieningen | ||
+ | *Blijf met het hijs- of hefwerktuig op voldoende afstand van een afgraving/ | ||
+ | *Vaststelling van het kantelmoment. | ||
+ | *Zeker stellen dat de last/ | ||
+ | *Er mag nooit over personen heen gehesen worden. Plaatsen van waarschuwingen. | ||
+ | *Het vluchtgebied moet bij voorkeur zijn gemarkeerd of afgezet, zodat personen zich niet binnen het bereik van de hijskranen kunnen bevinden. | ||
+ | *Zorg ervoor dat men voldoende afstand houdt van eventuele elektriciteitskabels. Indien men 50 meter uit het hart van hoogspanningsmasten en 25 meter uit het hart van laagspanningsmasten blijft, behoeven er in de meeste gevallen geen speciale veiligheidsmaatregelen te worden getroffen. Neem echter altijd contact op met het energiebedrijf. | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen bij hijswerkzaamheden op het water== | ||
+ | * Bij hijswerkzaamheden op een drijvend object rekening houden met slingerbewegingen van de last door golfslag en deining. Waar mogelijk zoveel mogelijk beschutting zoeken. Indien de risico’s te groot zijn de hijswerkzaamheden stoppen. | ||
+ | * Bij hijswerkzaamheden van of naar de bodem vanaf een drijvend object rekening houden met verticale versnellingen van het drijvend object t.o.v. de bodem t.g.v. golven en deining. Indien men deze verticale bewegingen niet goed inschat kunnen er enorme krachten op het hijsgereedschap en hijswerktuig komen. | ||
+ | * I.v.m. de extra risico’s bij hijswerkzaamheden op het water dient de operator behalve over de eventueel wettelijk vereiste certificaten vooral te beschikken over de juiste kennis, inzicht en ervaring met het uitvoeren van hijswerkzaamheden op het water. | ||
+ | * Men dient zich strikt te houden aan de voorgeschreven maximum golfslag, deining | ||
+ | * Bij het hijsen van vrijhangende, | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen bij extreme weersomstandigheden en zeegang== | ||
+ | * Bij de voorbereiding rekening houden met de weersverwachting. | ||
+ | * Bij extreme weersomstandigheden hijswerkzaamheden uitstellen c.q. onderbreken (denk hierbij onder andere aan te veel windkracht of onweer en bliksem). | ||
+ | * Zie voor maatregelen bij hijswerkzaamheden in zeegang (golfslag en deining) de opmerkingen die hierover gemaakt zijn onder het vorige kopje “Maatregelen bij hijswerkzaamheden op het water) | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. PBM' | ||
+ | *Niet alleen personen die belast zijn met de hijswerkzaamheden lopen risico' | ||
+ | *Verder dienen de mensen die betrokken zijn bij de hijswerkzaamheden buiten de standaard PBM's, werkhandschoenen te dragen. Het dragen van signalerende kleding (jas, signaleringsvest/ | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. het hijsen van losse materialen== | ||
+ | Men ziet nog wel eens dat voor het hijsen van losse materialen gebruik gemaakt wordt van lege olievaten waarin hijsogen zijn gebrand. Dit kan zeer gevaarlijk zijn i.v.m. het uitscheuren van de hijsogen en/of het bezwijken van de bodem t.g.v. overbelasting of doorroesten. In deze Arbocatalogus Waterbouw benadrukken we daarom dat het verboden is om te hijsen met olievaten waarin hijsogen zijn gebrand. | ||
+ | De oplossing voor het veilig kan hijsen/ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. het aanslaan van lasten== | ||
+ | *Zorg dat er geen losse items boven op een last liggen. | ||
+ | *Zorg dat er tijdens het hijsen of verplaatsen van de last niemand onder de last staat of komt. | ||
+ | *Er mogen zich tijdens het hijsen ook geen personen op de last bevinden. | ||
+ | *Om verwondingen aan handen en andere lichaamsdelen te voorkomen dient bij het hijsen veilige afstand te worden gehouden van de last en hijsgereedschappen. | ||
+ | *De hoek tussen de parten van hijsgereedschappen moet zo klein mogelijk worden gehouden. De hoek tussen de parten mag nooit groter dan 120 graden zijn. Denk hierbij ook aan hijsjukken en uithouders. | ||
+ | *Zorg dat de lasthaak waarin het hijsgereedschap is opgehangen zich boven het zwaartepunt van de last bevindt. | ||
+ | *Bij meersprongen (2, 3 , 4sprong etc.) zorgen dat de hijspunten gelijkmatig verdeeld zijn over de last en boven het zwaartepunt liggen. | ||
+ | *Bij het aanslaan van meersprongen moeten de haken steeds met de punt naar buiten wijzen. | ||
+ | *Gebruik de kraanhaak of de zwenkende beweging van de kraan nooit om een last over de grond of over het dek te slepen. De veilige werkbelasting is namelijk alleen van toepassing op vrij hangende lasten. De hijs moet dus verticaal worden gehouden. Schuine reeptrek is verboden. | ||
+ | *Geen hijsgereedschap gebruiken dat niet specifiek als hijsgereedschap is ontworpen, dus ook geen eigen gemaakte hijsconstructies tenzij deze voor hijswerkzaamheden gekeurd en gecertificeerd zijn. | ||
+ | *Gebruik bij het wisselen van pompwaaiers, | ||
+ | *Bij een specifiek onderdeel dat nauwkeurig op z'n plaats gebracht moet worden kan men tussen de kraanhaak en het onderdeel een takel (van de juiste capaciteit) aanbrengen als fijn hijsinrichting. | ||
+ | *Indien van toepassing er voor zorgen dat de last alleen gehesen wordt aan deugdelijke hijsogen. | ||
+ | *Gebruik voor het hijsen van grote onderdelen niet de aangebrachte oogbouten als deze zijn voorzien van de code C15 (mild steel). | ||
+ | *Geen hijsgereedschap bevestigen aan pijpen, relingen of andere constructiedelen die hiervoor niet ontworpen zijn. | ||
+ | *Gebruik uithouders of hijsjukken bij grote lasten | ||
+ | *Zorg ervoor dat de last tijdens het hijsen niet kan omvallen of los kan raken. | ||
+ | *Alvorens een last opgetild wordt moeten de hijskabels eerst strak worden gezet om te controleren of het hijsgereedschap op de juiste wijze is aangeslagen. Nadat de last net los is van de ondergrond dient te worden gecontroleerd of de last horizontaal hangt. N.B. Het zal duidelijk zijn dat het voorgaande niet van toepassing is bij het hijsen van een last van de waterbodem (zie verder hierboven in de alinea onder het kopje " | ||
+ | *Rijd nooit met een last hangend in de kraan (tenzij de kraan voor dit doel is ontworpen). | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. neerzetten van materialen== | ||
+ | *Lasten mogen alleen worden neergezet op plaatsen die daarvoor uit oogpunt van veiligheid geschikt en hiervoor sterk genoeg zijn. | ||
+ | *Het neerzetten, stapelen en kantelen van lasten en goederen, moet op een veilige en doelmatige wijze gebeuren. | ||
+ | *Maatregelen moeten worden getroffen, om te voorkomen dat neergezette, | ||
+ | *Het neerzetten van zware lasten op dekschuiten, | ||
+ | *De sterkte van het dek per m2 moet groot genoeg zijn om de last te kunnen dragen. | ||
+ | *Grijperkraan: | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. het borgen van onderdelen== | ||
+ | *Zet grote onderdelen (waaiers, slijtringen, | ||
+ | * Onderdelen waarvoor geen beugels aanwezig zijn, vastzetten met kettingen en spanhaken. | ||
+ | * Bij het zeevasten van grote onderdelen aan dek wordt gebruik gemaakt van voldoende, sterke beugels, krammen en kegplaten. | ||
+ | |||
+ | ==Maatregelen m.b.t. hand- en armseinen== | ||
+ | *Als de kraanmachinist niet het hele werkgebied kan overzien moet hij geassisteerd worden door een “aangever”, | ||
+ | *Is er geen aangever dan moet de machinist door middel van andere communicatiemiddelen (portofoon) zijn instructies ontvangen. | ||
+ | *De “aangever” moet op een veilige positie staan: een plek waar hij de last kan zien én waar hij zelf duidelijk zichtbaar is voor de kraanmachinist. | ||
+ | *Oogcontact tussen aangever en machinist is belangrijk. Elk handteken moet duidelijk en beslist zijn. | ||
+ | *De hand- en armseinen zijn aangegeven in het Arboreglement in de bijlage XIX van artikel [[http:// | ||
+ | *In die gevallen waar de Arbowet niet van toepassing is (denk bijvoorbeeld aan projecten in het buitenland) of in die gevallen waar er twijfel is over de toepassing dient men met alle betrokken medewerkers duidelijk af te spreken welke seinen er gebruikt gaan worden. | ||
+ | __Maatregelen bij onderbreking van de hijswerkzaamheden of nadat de job geklaard is__\\ | ||
+ | *Laat een kraan nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor even. | ||
+ | *Verlaat men de kraan, verwijder dan eerst de last van de haak, sluit de stroomtoevoer af en breng remmen en vergrendelingen aan. | ||
+ | *Beschadigde of overbelaste hijsgereedschappen volgens protocol afvoeren en niet terug naar het magazijn | ||
+ | __Overige maatregelen__\\ | ||
+ | Zie verder de specifieke maatregelen voor “Hijs- en hefgereedschappen” onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.8.7.4 Informatie over specifieke hijswerkzaamheden=== | ||
+ | |||
+ | Voor het hijsen bij funderingswerkzaamheden heeft de Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken (NVAF) een praktische richtlijn opgesteld. De aangesloten bedrijven in de Waterbouw die zich bezighouden met deze werkzaamheden kunnen in deze richtlijn informatie vinden over deze specifieke werkzaamheden. Verder kunnen alle andere bedrijven die weleens damwanden, palen of pijpen moeten hijsen of draglineschotten en rijplaten moeten laden, lossen of horizontaal verplaatsen hier ook veel praktische informatie vinden. | ||
+ | De genoemde richtlijn staat op de website van de [[http:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====Verwijzingen==== | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *zie bijlage [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen Arbocatalogus**\\ | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen algemeen**\\ | ||
+ | *AI blad 17: Hijs- en hefmiddelen [[https:// | ||
+ | *Abomafoon 3.18: Begeleiden van lasten | ||
+ | *Abomafoon 3.25: Hijsen van een last met meerdere kranen/ | ||
+ | |||
+ | *N.B. Bovengenoemde verwijzingen zijn voor een deel gericht op de hijs- en hefmiddelen en voor deel op de werkzaamheden hiermee. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.8 Trekken, slepen, ankeren, meren en ontmeren==== | ||
+ | |||
+ | **Onderverdeling van deze paragraaf**\\ | ||
+ | Deze paragraaf is onderverdeeld in de volgende hoofditems: | ||
+ | |<45% 25% ->| | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.8.8.1 | ||
+ | ^ 12.8.8.2 | ||
+ | ^ 12.8.8.3 | ||
+ | ^ 12.8.8.4 | ||
+ | |||
+ | ===12.8.8.1 Trekken=== | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | In de Waterbouw komt het begrip trekken, behalve bij heel specifieke toepassingen, | ||
+ | Voor de risico' | ||
+ | De belangrijkste boodschap in de laatstgenoemde paragraaf is en dat geldt ook voor ander projecten waar leidingen aan de wal getrokken moeten worden dat deze werkzaamheden in de categorie gevaarlijke werkzaamheden vallen en derhalve een eigen V&G plan vereisen.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.8.2 Slepen=== | ||
+ | |||
+ | **Toelichting**\\ | ||
+ | Sleepwerkzaamheden zijn een dagelijkse bezigheid in de Waterbouw. De aan- en afvoer van pontons en ander drijvend equipment wordt meestal via het slepen gerealiseerd. | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Bij sleepwerkzaamheden spelen onder andere de volgende factoren een grote rol: | ||
+ | *De kracht die nodig is om een te slepen object in beweging te krijgen en te houden | ||
+ | *Het sleepvermogen van de sleper | ||
+ | *De sterkte van de sleepverbinding [ketting, staaldraad, tros of combinaties hiervan] | ||
+ | *Het dempend vermogen van de sleepverbinding om plotselinge tijdelijke extra krachten te kunnen opvangen [door verlenging van de sleepverbinding via rek en/of verminderen van de verticale bocht in de sleepverbinding]. Het zal duidelijk zijn dat hierbij de lengte van de sleepverbinding een belangrijke rol speelt. | ||
+ | |||
+ | Bovengenoemde factoren dienen goed op elkaar afgestemd te zijn anders zal men in het ene uiterste niet in staat zijn om het te slepen object in beweging te krijgen of in het andere uiterste zal de sleepverbinding breken. | ||
+ | Het zal verder duidelijk zijn dat de locale omstandigheden zoals wind, stroming, deining, golven etc van grote invloed zijn op de uit te voeren sleepwerkzaamheden | ||
+ | |||
+ | **Basiskennis en ervaring m.b.t. sleeptechniek**\\ | ||
+ | De leidinggevenden die betrokken zijn bij sleepwerkzaamheden dienen te beschikken over de nodige basiskennis om de bovengenoemde factoren goed te kunnen beoordelen en verder zal men dienen te beschikken over een grote dosis ervaring met deze werkzaamheden. | ||
+ | |||
+ | **Afbakening van dit onderwerp in de Arbocatalogus**\\ | ||
+ | Wij zullen ons in deze catalogus beperken tot de belangrijkste maatregelen om de risico’s bij sleepwerkzaamheden te elimineren of te beperken tot een aanvaardbaar niveau. | ||
+ | |||
+ | **Risico’s**\\ | ||
+ | Het grootste risico bij sleepwerkzaamheden is het breken van de sleepverbinding. | ||
+ | Alle overige risico’s bij het slepen gelden ook bij het meren en ontmeren. Voor deze risico’s wordt verwezen naar dat specifieke hoofdstuk. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | *Zorg dat de werknemers die de leiding hebben bij sleepwerkzaamheden over voldoende kennis en ervaring beschikken om deze werkzaamheden met het juiste materieel en de juiste materialen veilig te kunnen uitvoeren. | ||
+ | *Zorg dat alle betrokken medewerkers tijdens de sleepwerkzaamheden een veilige plaats innemen zodat men, in het geval dat een sleepverbinding breekt, niet geraakt kan worden. | ||
+ | *Voor de maatregelen die betrekking hebben op de overige risico’s tijdens sleepwerkzaamheden wordt verwezen naar de paragraaf “meren en ontmeren”. Deze verwijzing is gekozen omdat de overige risico’s bij sleepwerkzaamheden overeenkomen met de risico’s die ook genoemd worden bij het “meren en ontmeren”.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.8.3 Ankeren=== | ||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | |||
+ | In de Waterbouw komt het begrip “ankeren” in een aantal variaties voor t.w.: | ||
+ | *Het verankeren van schepen, werktuigen, pontons, leidingen etc om deze op een bepaalde locatie te houden. Deze verankering kan plaatsvinden op twee manieren:\\ \\ | ||
+ | *Door het laten vallen van eigen ankers met de installatie aan boord van de desbetreffende schepen, werktuigen of pontons | ||
+ | *Door het uitbrengen van ankers met behulp van hulpwerktuigen. | ||
+ | *Het verankeren van werktuigen, pontons etc om deze over een bepaalde locatie te kunnen bewegen. Denk hierbij aan het baggerproces van bijvoorbeeld een cutterzuiger. Hierbij wordt de cutter, die via de cutterladder met het ponton verbonden is, bewogen rond de spudpaal door middel van het inhalen respectievelijk vieren van de zijdraden die verbonden zijn met de zijankers. | ||
+ | |||
+ | **Risico' | ||
+ | De risico' | ||
+ | Voor de risico' | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Risico' | ||
+ | Het grootste risico bij het ankeren bestaat uit het beklemd raken. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Maatregelen m.b.t. het ankeren**\\ | ||
+ | *Als men als lid van de dekbemanning voor het eerst op een bepaald schip komt dient men zo snel mogelijk geïnformeerd te worden over de werking van de ankeruitrusting (het grondtakel). Als er namelijk gebruik gemaakt moet worden van de ankers is dat vaak op een onverwacht moment en op dat moment moet men weten wat men moet doen. Dit dient daarom een item te zijn bij de introductieronde. | ||
+ | *Het ankeren is voor iemand, die wat langer meeloopt aan boord, al gauw routine maar er zijn veel zaken, die er zomaar voor kunnen zorgen dat het heel erg misloopt. De werkzaamheden die vaak worden samengevat als “even de ankers klaarmaken” dienen daarom altijd zorgvuldig te geschieden. | ||
+ | *Bij het ankeren zullen op de desbetreffende locatie altijd meerdere mensen nodig zijn. Van deze mensen dient de leiding op de bak in handen te zijn van een ervaren persoon. Een tweede ervaren persoon dient het spil te bedienen. | ||
+ | *Van heel groot belang bij het ankeren is de communicatie. Vaak is sprake van een vaste installatie of losse apparatuur, die ergens ingeplugd en opgehangen kan worden. Deze installaties zijn gevoelig voor storingen (specifiek door inwerking van vocht) en moeten daarom regelmatig en zeker voor gebruik getest worden.\\ Als er gebruik wordt gemaakt van draagbare communicatieapparatuur, | ||
+ | *Het stuwen of klaren van een ankerketting in de kettingbak lijkt simpel, maar kan bijzonder gevaarlijk zijn. Ook bij zogenaamde “zelfstuwende kettingbakken” kan het wel eens nodig zijn om de ketting te klaren of te geleiden. Het is van het grootste belang om te zorgen voor voldoende mankracht en toezicht bij het werken in en bij de kettingbak. Een voortdurende goede communicatie met de persoon, die het spil bedient, is van het grootste belang. | ||
+ | *Niet vaak genoeg kan gewezen worden op de noodzaak van het gebruik van de juiste beschermingsmiddelen. Gezien de krachten op de ketting dient altijd rekening gehouden te worden met het ontstaan van verwondingen door vuil, roestdeeltjes etc. Dat geldt niet alleen bij het vallen van het anker, maar bij iedere situatie waarbij de ketting in beweging is en/of er kracht op wordt uitgeoefend.\\ | ||
+ | |||
+ | ===12.8.8.4 Meren en ontmeren=== | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Op een gemeerd schip, werktuig, ponton etc. werken verschillende krachten en het meergerei dient ingericht te zijn om die krachten het hoofd te kunnen bieden. Die krachten worden in eerste instantie veroorzaakt door invloeden van buitenaf, zoals wind, stroom, zuigkrachten van passerende schepen, golven en deining. Omdat die krachten niet overal en niet altijd gelijk zijn, spreekt het vanzelf dat het meerplan van situatie tot situatie aangepast moet kunnen worden. Verder moet men ook bedacht zijn op veranderingen in situaties. Deze veranderingen kunnen te maken hebben met bijvoorbeeld het weer, de waterstand, de diepgang door laden of lossen of het teveel bewegen van het schip door het werken met eigen laadgerei etc.\\ | ||
+ | Op te merken is, dat houdkracht in dwarsscheepse richting voor het grootste deel van de dwarstrossen moet komen en dat de springen zorgen voor het grootste deel van de houdkracht in lengterichting. De voor- en achtertrossen dragen maar voor een klein deel bij aan de totale meersterkte. Het heeft geen zin om een staaldraad en een kunstvezeltros of twee vezeltrossen van verschillende lengten in dezelfde richting weg te zetten. Dat heeft te maken met de verschillen in rek, die er in deze gevallen voor zorgen dat alle kracht toch slechts door één tros wordt opgevangen. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Risico' | ||
+ | Bij het meren en ontmeren geldt ook vaak dat niet een manoeuvre in zijn geheel voor problemen zorgt, maar de kleine onoplettendheid, | ||
+ | |||
+ | __Aan het werken met staaldraden en trossen zijn onder andere de volgende risico' | ||
+ | *Het grootste risico bij meren en ontmeren is het beklemd raken. Een veel voorkomende situatie is het bekneld raken ten gevolge van het staan in een lus van de draad of tros, | ||
+ | *Vallen door het staan op een bewegende draad of tros, | ||
+ | *Geraakt worden door een slaande of brekende draad of tros, | ||
+ | *Gewond raken of gegrepen worden door vleeshaken in de staaldraad. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. informatie, instructie, toezicht, communicatie, | ||
+ | *De te gebruiken apparatuur is in grote lijnen voor ieder schip gelijk, maar in detail verschillend. Daarom dient men zich als dekbemanning zo snel mogelijk na het aan boord stappen op de hoogte te stellen van de inrichting en bediening van winches en kaapstanders, | ||
+ | *Voordat men gaat beginnen met het meren of afmeren dient men te zorgen voor een veilige en opgeruimde werkplek. | ||
+ | *Voor het veilig werken met meergerei is het belangrijk dat er voldoende toezicht aanwezig is. De leidinggevenden dienen op ieder moment het overzicht te behouden en bijvoorbeeld niet zelf achter de winch te gaan staan. | ||
+ | *De leidinggevenden bij het meren en afmeren dienen over voldoende kennis en ervaring te beschikken m.b.t. eigenschappen van trossen en draden, bediening en technische eigenschappen van de te gebruiken lieren, juiste geleiding van meertrossen langs kaapstanders, | ||
+ | *De leiding en de bediening van lieren en kaapstanders dient in handen te zijn van ervaren personen. | ||
+ | *Goede communicatie tussen de betrokken personen op het schip en de wal (en sleepboot indien van toepassing) is van het grootste belang. De communicatiemiddelen dienen vooraf getest te worden | ||
+ | *Het meerplan dient te zijn doorgenomen met de betrokken bemanningsleden en er dienen afspraken gemaakt te zijn over de taakverdeling. | ||
+ | *Ook tijdens het meren en afmeren is men verplicht elkaar te wijzen op onveilige werkwijzen en het niet of niet juist gebruiken van beschermingsmiddelen. | ||
+ | *Verder is het bij het werken met meergerei belangrijk dat er voldoende menskracht aanwezig is om zo fysieke belasting te verlagen. Vermijd zoveel mogelijk trekken aan trossen in verband met belasting van de rug en mogelijk rugletsel. | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. pbm' | ||
+ | *Bij het werken met staaldraden en trossen altijd handschoenen dragen. | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. het beleggen van trossen en draden__\\ | ||
+ | *Beleg een tros nooit met alleen maar achten. | ||
+ | *Leg bij grote bolders eerst twee volle torns om de eerste poot van de bolder alvorens achten te maken. | ||
+ | *Bij kleine bolders dienen eerst twee volle torns om beide poten gelegd te worden alvorens achten te maken. Op deze wijze wordt een betere controle op de tros verkregen en wordt de wrijving verminderd. Deze werkwijze wordt tevens algemeen als eenvoudiger ervaren. | ||
+ | *Voorkomen moet worden dat op één bolder een staaldraad boven een tros wordt belegd. Hiervoor moeten aparte bolders worden gebruikt. | ||
+ | *Zodra blijkt dat de spanning in enig deel van het meergerei te groot wordt moet de kracht daarop worden verminderd en dat betekent dat nooit teveel slagen op de koppen of op de bolder gelegd moeten worden. | ||
+ | *Leg bij het afmeren aan een boei en/of dukdalf nooit het oog van de slipdraad over de bolder. | ||
+ | __Maatregelen bij het gebruik van lieren etc__\\ | ||
+ | *Het behandelen van trossen en draden met behulp van een lier, dient nooit door een enkel persoon te geschieden. | ||
+ | *Zorg altijd voor voldoende afstand tot de lier, zodat het niet mogelijk is dat een hand of arm tussen de slagen terechtkomt tijdens het geleiden van een losse draad. | ||
+ | *Bij het werken met een lier dienen trossen nooit teveel bijgestoken te worden, omdat er gemakkelijk teveel wrijving op de kop kan ontstaan. Bij gebruik van kunststof trossen kan dat snel vastkleven veroorzaken met als gevolg “schrikken” of wegspringen van de slagen, wat zeer gevaarlijk kan zijn. Neem voldoende slagen rond de kop, waarbij je ervan kunt uitgaan dat er minstens drie slagen nodig zijn. Op koppen met ribbels kunnen één of twee extra slagen nodig zijn, maar zodra er grip is en het kan, dienen deze extra slagen te worden afgenomen. | ||
+ | *Bij een split drum nooit een dubbele laag op het werkgedeelte in verband met inknijpen, vasttrekken/ | ||
+ | *Bij hieuwen op een tros dient een tweede persoon achter de kop van de lier gelijk de tros op te schieten. | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. het afstoppen van draden en trossen__\\ | ||
+ | *Staaldraden dienen afgestopt te worden met een kettingstopper, | ||
+ | *Voor kunstvezeltrossen moeten de stoppers van kunstvezel met een hoog smeltpunt en een zo klein mogelijke rek zijn en gedubbeld worden gebruikt. Verder moet de stopper zo kort mogelijk zijn en de sterkte van de gedubbelde stopper moet 50% zijn van de breukbelasting van de meertros, waarop de stopper wordt gebruikt. Er moet dus altijd vanuit gegaan worden, dat de stopper eerder breekt dan de tros. | ||
+ | *Touwen trossen moeten worden afgestopt met een touwen stopper. | ||
+ | *Laat de stopper na gebruik niet aan de tros zitten. | ||
+ | __Maatregelen om breken van trossen te voorkomen en het innemen van veilige posities__\\ | ||
+ | *Omdat bij stijf staande trossen of draden, zoals tijdens sleepwerkzaamheden en hieuwen, altijd rekening gehouden moet worden met breken, dient iedereen op een zo veilig mogelijke afstand en uit het verlengde van een tros of draad onder spanning te blijven. Aanwezigen dienen elkaar altijd te controleren. Om gevaar van breken en beschadigen te verkleinen dient, zeker wanneer lieren gebruikt worden om trossen en springen te behandelen, zoveel mogelijk in lijn met de kluisgaten gewerkt te worden. | ||
+ | *In het algemeen mogen trossen en draden nooit om scherpe hoeken heen geleid worden. Waar nodig dienen geschikte draadgeleiders te worden gebruikt, zoals geborgde voetblokken. | ||
+ | *Nooit in een lus, slag of kink van een tros of lijn gaan staan, ook niet, (als men dit vermijden kan) in de bocht gevormd door de verhaallier en de opgeschoten tros. | ||
+ | *Men dient er op te letten dat men zelf maar ook anderen niet geraakt kunnen worden door hieuwlijnen die van een sleepboot of van de wal worden gegooid. | ||
+ | __Maatregelen bij het aannemen van trossen aan de wal en bij het verhalen__\\ | ||
+ | *Het aannemen van trossen aan de wal dient niet door bemanningsleden te gebeuren. Alleen als het absoluut niet anders kan en er een veilige manier is om een opvarende aan de wal te brengen kan dit wel eens voorkomen, doch er dient dan extra personeel aanwezig te zijn om de trossen aan te nemen. | ||
+ | *Het voorgaande item is ook van toepassing als verhaald wordt langs de kade zonder voortstuwingsinstallatie. Dit is iets, dat vaak “even” moet gebeuren en waarvoor niet altijd vastmakers van de wal beschikbaar zijn. Voldoende personeel en een goede communicatie is van het grootste belang. Er dient voor gezorgd te worden dat het schip niet teveel vaart krijgt en dat er genoeg mensen aan de wal zijn om met de trossen, waarmee het schip moet worden afgestopt, mee te lopen. | ||
+ | *Bij het aannemen van trossen aan de wal moet men er op letten, dat alleen die personen bij de trossen staan, die vanuit hun functie daar moeten zijn. Toeschouwers en dergelijke lopen anders een te groot risico om door een eventueel springende tros getroffen te worden. | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. controle na afmeren__\\ | ||
+ | *Na het afmeren dient men regelmatig te controleren of het schip, werktuig, ponton etc. nog steeds veilig gemeerd ligt. Er moeten regelmatig “rondes over de trossen” gemaakt worden en de verantwoordelijke stuurman, schipper of wachtsman dient op de hoogte te zijn van de te verwachten veranderingen. De genoemde veranderingen kunnen te maken hebben met wind, stroom, zuigkrachten van passerende schepen, golven en deining, getij, slagzij/ | ||
+ | __Maatregelen m.b.t. technische zaken__\\ | ||
+ | *De te gebruiken uitrusting en werktuigen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en te worden onderhouden. | ||
+ | *Maak zeker dat de bedieningsrichting van de lieren duidelijk gemarkeerd is, zowel op de trommel als bij de bedieningshandel. | ||
+ | *Draden en trossen moeten vrij kunnen lopen en mogen niet langs obstakels schuren. | ||
+ | *Verhaalkoppen vrij van vet en verf houden. | ||
+ | *Verhaalrollen en draaibare rollen/ | ||
+ | *Draden over dek voor zover als mogelijk afschermen tegen draadbreuk d.m.v. (geleide)beugels. | ||
+ | *Bij het slepen een bescherming tussen de trekhaak op de sleepbolder en het stuurhuis plaatsen. | ||
+ | *Zie voor maatregelen m.b.t. draden de volgende paragraaf 12.8.9 | ||
+ | __Maatregelen als de job geklaard is__\\ | ||
+ | *Ruim de werkplek op en berg trossen op in een korf.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.8.9 Draden en trossen voor het meren, ontmeren, slepen en ankeren==== | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Sleep-, ankerdraden en trossen zijn draden die gebruikt worden zoals hun naam aangeeft. | ||
+ | Het materiaal kan uit staaldraad, touw (sisal, kunstvezel e.a.) of kunststof bestaan. Draden en trossen voor bovengenoemde toepassingen moeten andere krachten dan hijsdraden kunnen doorstaan. Niet alleen grotere dynamische krachten, maar ook het schavielen kan voor beschadigingen of knappen zorgdragen.\\ Een ankerdraad mag niet knappen, ook al is de belasting meer dan het 3-voudige.\\ Ze moeten daarom ook als aparte draden herkenbaar zijn en niet met hijsdraden verwisseld kunnen worden. | ||
+ | |||
+ | **Touwwerk en synthetische trossen**\\ | ||
+ | Er bestaan vele soorten touwwerk en er is een grote verscheidenheid aan synthetische trossen in de handel. Natuurlijke en synthetische vezels hebben verschillende eigenschappen. Zo zijn synthetische trossen relatief sterker dan die van natuurlijke vezels en kunnen bij dezelfde breeksterkte een aanmerkelijk kleinere omtrek hebben. Synthetische trossen hebben een langere levensduur, een laag waterabsorptievermogen en zijn goed bestand tegen bacterie- en schimmelwerking. Slijtage en beschadigingen hebben echter weer meer invloed op de sterkte bij synthetische trossen, ze kunnen weer eerder aangetast worden door bepaalde chemicaliën, | ||
+ | |||
+ | Extra aandacht moet altijd besteed worden aan de kwaliteit van het materiaal dat in gebruik is. Alles moet zorgvuldig worden gecontroleerd. Touwwerk met veel rek kan van binnenuit sneller slijten dan ander touwwerk. Verpoedering tussen kardelen van synthetische trossen duidt op sterke slijtage en kan eindigen in permanente rek. Er is in dat geval sprake van verminderde sterkte en vervanging is de boodschap. Sommige trossen worden hard bij te zware belasting en dienen dan als verdacht beschouwd te worden. Synthetische trossen geven geen hoorbare waarschuwing voordat ze breken en ook zal het breken van trossen met een grote rek een gevaarlijk terugzwiepen van de uiteinden tot gevolg hebben. Het omleiden van trossen moet dan ook zoveel als mogelijk voorkomen worden. De kans dat een stijfstaande tros of sleeptros breekt is kleiner bij goede zorg, controle en onderhoud en bij juist gebruik van het materiaal. Het is echter zaak om altijd rekening te houden met de mogelijkheid dat een tros breekt. Dit kan niet vaak genoeg herhaald worden. | ||
+ | |||
+ | **Staaldraad**\\ | ||
+ | Het werken met staaldraad verdient extra aandacht omdat staaldraad een aantal eigenschappen heeft, die het werken ermee bemoeilijken. Staaldraad is moeilijker te hanteren door het gewicht en de stugheid en het veilig werken met staaldraad eist zeker vaardigheid. Reeds bij het van de rol of uit de kuil halen dient voortdurend opgelet te worden dat de draad niet gaat kinken. Een staaldraad moet nooit rechtstreeks van een trommel worden gebruikt, tenzij deze er speciaal voor is ontworpen. Er moet dus voldoende loos van de rol worden genomen en de benodigde draad dient in lange slagen aan dek gelegd te worden. Bij twijfel of er voldoende lengte is, moet de hele draad van de rol worden genomen. Het uitgeven van staaldraad moet gebeuren met een of meer slagen rond de bolder, teneinde te voorkomen dat men de controle over de draad verliest. Staaldraden worden meestal als spring gebruikt en een veel gebruikte manoeuvre is het afdraaien op het spring. Hier is behalve de goede behandeling van de draad ook een goede communicatie tussen dek en brug van groot belang. Nooit dient uit het oog verloren te worden dat de draad slechts een hulpmiddel is om te draaien en niet een middel om het schip te stoppen. Bij deze manoeuvre dienen altijd meerdere mensen aan het spring te staan. | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | |||
+ | __Staaldraden (geen hijsdraden) Controleer alle soorten staaldraad aan boord van drijvend materieel regelmatig op: | ||
+ | *kinken | ||
+ | *uitgedraaide strengen | ||
+ | *knopen | ||
+ | *platte vlakken | ||
+ | *ernstige roestvorming | ||
+ | *breuknesten | ||
+ | *vleeshaken | ||
+ | *onbeschermde/ | ||
+ | *draden ook regelmatig controleren over de gehele lengte op zowel uitwendige slijtage als op slijtage tussen de strengen. | ||
+ | *De ogen van de draden afbinden om te voorkomen, dat zij achter obstakels blijven haken en verwondingen aan de handen veroorzaken. | ||
+ | *Wanneer twee staaldraden door middel van splitsen met elkaar worden verbonden, dan moeten de “beide” draden of links of rechts geslagen zijn. | ||
+ | *Voorzie de draden in opslag/ | ||
+ | *Bij toepassen van staaldraadklemmen (U-boutklemmen), | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | *Een staaldraad mag bij het halen of uitgeven niet gaan knikken | ||
+ | *Een verbinding tussen een staaldraad en tros alleen maken door middel van een speciale sluiting [bijvoorbeeld Tonsberg] | ||
+ | __Synthetische draden__\\ | ||
+ | *Ook synthetische draden moeten worden gecontroleerd. Slijtage is o.a. te herkennen aan verpoedering tussen de strengen [visueel moeilijk herkenbaar] | ||
+ | *Indien deze draden niet gebruikt worden moeten zij onderdeks worden opgeslagen om de schadelijke invloeden van buitenaf, zoals UV-straling en vet te beperken. | ||
+ | \\ \\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | =====12.9 Gevaarlijke stoffen===== | ||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ====12.9.0 | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Omvang van dit hoofdstuk**\\ | ||
+ | In dit hoofdstuk worden alleen de gevaarlijke stoffen behandeld waarvoor geen specifieke wet- en regelgeving van toepassing is. De groep gevaarlijke stoffen waarvoor wel specifieke wet- en regelgeving van toepassing wordt apart behandeld in de Arbocatalogus. In paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **Indeling van hoofdstuk 12.9 in paragrafen**\\ | ||
+ | Hoofdstuk 12.9 is ingedeeld in de volgende paragrafen: | ||
+ | |||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.9.0 | ||
+ | ^ 12.9.1 | ||
+ | ^ 12.9.2 | ||
+ | ^ 12.9.3 | ||
+ | ^ 12.9.4 | ||
+ | ^ 12.9.5 | ||
+ | ^ 12.9.6 | ||
+ | ^ 12.9.7 | ||
+ | ^ 12.9.8 | ||
+ | ^ 12.9.9 | ||
+ | ^ 12.9.10 | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.1 Begripsbepalingen algemeen==== | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | |||
+ | __Definitie__\\ | ||
+ | In artikel [[http:// | ||
+ | // | ||
+ | |||
+ | __Onderscheid binnen de groep gevaarlijke stoffen__\\ | ||
+ | Binnen de groep van gevaarlijke stoffen kunnen we het volgende onderscheid maken: | ||
+ | * stoffen die nadat er contact ontstaat tussen de stof en het lichaam acuut merkbaar gevaar op leveren zoals vergiftiging, | ||
+ | * stoffen die nadat er contact is geweest tussen de stof en het lichaam pas op lange termijn schade aan luchtwegen, zenuwstelsel, | ||
+ | * fysisch-chemisch gevaarlijke stoffen die letsel kunnen veroorzaken door brand, explosie, straling etc. | ||
+ | Buiten de bovengenoemde groepen is er ook een groep gevaarlijke stoffen die specifiek het milieu belasten\\ | ||
+ | |||
+ | __Blootstelling aan gevaarlijke stoffen__\\ | ||
+ | De blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan onder andere plaatsvinden via: | ||
+ | * opname in het lichaam (opname van de stof in het bloed) | ||
+ | * de ademhalingsorganen | ||
+ | * de spijsverteringsorganen | ||
+ | * de huid | ||
+ | * geweld (brand, explosie etc.) of straling van buitenaf op delen van of het hele lichaam | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //foto van blootstelling aan gevaarlijke stoffen// | ||
+ | |||
+ | __Factoren die de gevolgen van blootstelling beïnvloeden__\\ | ||
+ | De gevolgen van de blootstelling zijn in het algemeen afhankelijk van de volgende factoren: | ||
+ | * De concentratie van de stof | ||
+ | * De duur van de blootstelling | ||
+ | * De werkbelasting tijdens de blootstelling (zwaar werk veroorzaakt een snellere en diepere ademhaling waardoor bijvoorbeeld meer gevaarlijke stoffen kunnen worden ingeademd)\\ | ||
+ | De gevolgen van blootstelling aan de huid zijn afhankelijk van de volgende factoren: | ||
+ | * Het oppervlak van de huid dat in aanraking is geweest met de gevaarlijke stof | ||
+ | * De plaats van aanraking (dikke of dunne huid) | ||
+ | * De temperatuur (bij een hogere temperatuur gaan de lichaamsporiën verder openstaan waardoor een versnelde opname van gevaarlijke stoffen via de huid plaatsvindt)\\ | ||
+ | |||
+ | **Gevaarlijke stoffen in de Waterbouw**\\ | ||
+ | In de Waterbouw komen we o.a. de volgende stoffen tegen die vallen onder de groep “gevaarlijk” voor mens,dier en/of milieu: | ||
+ | -brandstoffen (benzine, gasolie en zware olie); | ||
+ | -smeeroliën en vetten; | ||
+ | -uitlaatgassen; | ||
+ | -koelwatertoevoegingen (vriespuntverlagers en zuurstofbinders); | ||
+ | -reinigingsmiddelen, | ||
+ | -bijtende stoffen (zwavelzuur (accuzuur)); | ||
+ | -gevaarlijke natuurlijke gassen die uit de bodem kunnen vrijkomen zoals zwavelwaterstof(H< | ||
+ | -PAK`s, PCB`s, zware metalen, asbest en andere gevaarlijke stoffen die kunnen voorkomen in verontreinigde grond; | ||
+ | -asbest; | ||
+ | -gassen (acetyleen, propaan, zuurstof, kooldioxide (CO< | ||
+ | -(grove) stof, fijn stof; | ||
+ | -verven (loodijzer-menie, | ||
+ | -oplosmiddelen (thinner, aceton etc.); | ||
+ | -springstoffen, | ||
+ | -opgebaggerde explosieven en oorlogstuig; | ||
+ | -radioactieve stoffen (radioactieve bronnen in concentratiemeters); | ||
+ | -giftige stoffen (verdelgingsmiddelen etc.); | ||
+ | -giftige-, brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen/ | ||
+ | -lasrook. | ||
+ | \\ | ||
+ | **Welke gevaarlijke stoffen komen voor in welke fase van een project**\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | \\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | // | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.2 | ||
+ | |||
+ | ===12.9.2.1 Risico’s=== | ||
+ | |||
+ | Gevaarlijke stoffen veroorzaken afhankelijk van de soort gevaarlijke stof en de mate van blootstelling/ | ||
+ | * Vergiftiging, | ||
+ | * Schade aan luchtwegen, zenuwstelsel, | ||
+ | * Letsel door brand, explosie of straling van gevaarlijke stoffen | ||
+ | * Schade aan het milieu | ||
+ | |||
+ | ===12.9.2.2 Maatregelen=== | ||
+ | |||
+ | De maatregelen worden op bedrijfs/ | ||
+ | N.B. I.v.m. de registratie van gevaarlijke stoffen worden in paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **Basismaatregelen**\\ | ||
+ | Het gebruik van gevaarlijke stoffen is risicovol daarom moet de werkgever er alles aan doen om de werknemers zo min mogelijk te laten blootstaaan aan deze stoffen.\\ | ||
+ | De belangrijkste maatregelen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te voorkomen worden hieronder behandeld in de volgorde van de " | ||
+ | |||
+ | *__Bronmaatregelen__\\ Continu streven naar reductie van gevaarlijke stoffen in het algemeen en het vervangen van bepaalde gevaarlijke stoffen door minder gevaarlijke stoffen etc.. Hierbij zijn de volgende zaken belangrijk: | ||
+ | *zoveel mogelijk standaardiseren op gevaarlijke stoffen zodat men voor specifieke werkzaamheden (waar mogelijk door hele bedrijf) maar één bepaalde gevaarlijke stof gebruikt; | ||
+ | *bij een aanvraag voor een nieuwe gevaarlijke stof altijd eerst nagaan of deze stof wel noodzakelijk is (kan men hiervoor niet een bepaalde stof gebruiken die men reeds in voorraad heeft?); | ||
+ | *periodiek nagaan of alle verschillende soorten gevaarlijke stoffen die men in voorraad heeft ook werkelijk noodzakelijk zijn, zo niet dan deze stoffen afvoeren en uit het bestand halen; | ||
+ | *periodiek nagaan of bepaalde voorraden niet gereduceerd kunnen worden; | ||
+ | * waar mogelijk risicovolle stoffen vervangen door minder gevaarlijke stoffen of technieken wanneer geschikte economisch en technisch haalbare alternatieven voorhanden zijn. | ||
+ | *__Collectieve maatregelen__\\ Zorgen dat het aantal verschillende locaties waar gevaarlijke stoffen tegelijkertijd gebruikt worden zo klein mogelijk is.\\ Zorgen dat de blootstelling zoveel mogelijk gereduceerd wordt door middel van een goede afzuiging en ventilatie. | ||
+ | *__Individuele maatregelen__\\ Minimaliseren van het aantal blootgestelde werknemers.\\ Het werk zo organiseren dat werknemers minder risico lopen (taakroulatie). | ||
+ | *__Persoonlijke beschermingsmiddelen__\\ Als de bovenste drie maatregelen in de Arbeidshygiënische strategie nog niet voldoende effect hebben, moet de werkgever de werknemers gratis persoonlijke beschermingsmiddelen verstrekken. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Overige maatregelen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te voorkomen**\\ | ||
+ | * er op toezien dat de leverancier de voorgeschreven informatie meelevert met de levering van gevaarlijke stoffen (o.a. veiligheidsinformatiebladen [VIB’s] , en goede etikettering); | ||
+ | * zorgen dat de werknemers goed geïnformeerd zijn over de risico’s van het gebruik van gevaarlijke stoffen in het algemeen en de maatregelen die het bedrijf genomen heeft om deze risico’s zoveel mogelijk te elimineren; | ||
+ | * zorgen dat gebruikers goed worden geïnformeerd over de risico’s van een bepaald product; | ||
+ | * zorgen dat gebruikers waarvan toepassing worden opgeleid (zie o.a. paragraaf [[# | ||
+ | * zorg waarvan toepassing voor de aanstelling van een veiligheidsadviseur (zie paragraaf [[# | ||
+ | * waar nodig zorgen voor een goede werkpleketikettering (bij mengen, overtappen etc.); | ||
+ | * zorgen voor een goede registratie van de gevaarlijke stoffen die men in voorraad/ | ||
+ | * zorgen voor een veilige opslag van gevaarlijke stoffen. Hierbij zijn de volgende zaken van belang:\\ \\ | ||
+ | *waar van toepassing zorgen voor aparte en/of gescheiden opslag; | ||
+ | *goede afzuiging en ventilatie; | ||
+ | *zorgen dat er geen vonkvorming kan plaatsvinden (explosievrije verlichting, | ||
+ | *zorgen voor het opvangen van eventuele lekkages (lekbakken etc. van de juiste capaciteit); | ||
+ | *zorgen voor goede en veilige (stabiele) stuwage van gevaarlijke stoffen; | ||
+ | *zorgen dat de genoemde plaatsen vrij zijn van brandbare stoffen zoals poetsdoeken, | ||
+ | *afhankelijk van de opgeslagen gevaarlijke stoffen en de plaats en type opslag en de toepasselijke wet- en regelgeving zorgen voor de juiste brandbeveiligingsinstallatie, | ||
+ | *in de nabijheid van genoemde locaties een geschikt draagbaar blustoestel of blustoestellen plaatsen (afhankelijk van toepasselijke | ||
+ | *zorgen dat er op de genoemde plaatsen voldoende specifieke PBM’s voor bescherming van bescherming van luchtwegen, ogen en huid en ook een oogspoelfles aanwezig zijn; | ||
+ | *buiten de genoemde locaties pictogrammen aanbrengen (opslag gevaarlijke stoffen en verbod op open vuur); | ||
+ | *In opslag van gevaarlijke stoffen geen aftap, overtap- of mengwerkzaamheden uitvoeren. | ||
+ | * zorgen voor veilig transport; | ||
+ | * zorgen voor een goede ventilatie, afzuiging en opvang van eventuele lekkages bij het aftappen, overtappen, mengen en gebruik van gevaarlijke stoffen; | ||
+ | * zorgen voor het verstrekken en het dragen van de juiste PBM’s en overige beschermingsmiddelen bij het aftappen, overtappen, mengen en gebruik van gevaarlijke stoffen. | ||
+ | * waarnodig oogdouche c.q. nooddouche plaatsen/ | ||
+ | * zorgen voor een goede en verantwoorde manier voor het afvoeren van gevaarlijke stoffen | ||
+ | De hierboven genoemde maatregelen worden in de paragrafen [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.3 | ||
+ | |||
+ | **Gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | Zie voor definitie en uitleg paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **Zuivere stoffen en preparaten/ | ||
+ | Met zuivere stoffen worden de stoffen bedoeld die slechts één chemisch bestanddeel bevatten. Met preparaten worden mengsels of oplossingen bedoeld die bestaan uit twee of meer zuivere stoffen. | ||
+ | N.B. met de invoering van de richtlijn EU-GHS/CLP (zie verdere informatie over EU-GHS/CLP hieronder) spreken we niet meer van preparaten maar van mengsels.\\ | ||
+ | |||
+ | **Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s)**\\ | ||
+ | Producenten en leveranciers zijn wettelijk verplicht de benodigde informatie over gevaarlijke stoffen en mengsels/ | ||
+ | N.B.\\ | ||
+ | De Engelse benaming voor een VIB is “Safety Data Sheet” (SDS).\\ | ||
+ | De Amerikaanse benaming voor een VIB is Material Safety Data Sheet (MSDS)\\ | ||
+ | In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Werkplekinstructiekaart**\\ | ||
+ | Vaak is de informatie op een Veiligheidsinformatieblad (VIB) erg technisch, met veel medische en chemische termen. Dit kan een probleem zijn. Er staat ook erg veel informatie op het VIB die helemaal niet belangrijk is voor degene die met het product moet werken. Daarom is een VIB meestal niet zo handig voor een werknemer die wil weten hoe hij veilig met het product moet omgaan.\\ | ||
+ | Een werkplekinstructiekaart (WIK) die wordt opgesteld door de werkgever (of die de werkgever laat opstellen) is bestemd voor de werknemer op de werkvloer die fysiek in aanraking kan komen met de gevaarlijke stof. In een WIK wordt aangegeven wat hij moet doen om tijdens zijn normale bezigheden op de werkplek veilig met het product te kunnen werken en wat hij moet doen in een noodgeval.\\ | ||
+ | Omdat er in de WIK rekening wordt gehouden met de plaats waar met het product wordt gewerkt, is de informatie vaak gerichter en begrijpelijker voor de werknemer.\\ | ||
+ | De Arbowet verplicht de werkgever om de medewerkers te informeren over de risico’s van de (gevaarlijke) stoffen waarmee zij werken. Dit kan met een VIB of een werkplekinstructiekaart (WIK) waarbij zoals hierboven aangegeven de WIK meer praktisch gericht is.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //voorbeeld van een werkplekinstructiekaart// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Chemisch veiligheidsrapport**\\ | ||
+ | Het chemisch veiligheidsrapport bevat de resultaten van de chemische veiligheidsbeoordeling van een stof. Het doel van de chemische veiligheidsbeoordeling is om de risico’s die voorkomen uit de vervaardiging en/of het gebruik van een stof te beoordelen en te waarborgen dat deze risico’s afdoende worden beheerst.\\ | ||
+ | De chemische veiligheidsbeoordeling moet worden uitgevoerd door: | ||
+ | * registranten van stoffen die worden vervaardigd en ingevoerd in hoeveelheden vanaf 10 ton/jaar; | ||
+ | * downstreamgebruikers als hun gebruik niet door de leverancier van de stoffen is aangegeven (zie verdere informatie hierover in paragraaf [[# | ||
+ | N.B.\\ | ||
+ | De Engelse benaming voor een chemisch veiligheidsrapport is “Chemical Safety Report” (CSR).\\ | ||
+ | Het begrip “downstreamgebruiker” komt hieronder aan de orde.\\ | ||
+ | |||
+ | **R- en S zinnen**\\ | ||
+ | Op verpakkingen van alle gevaarlijke stoffen dienden tot 1 december 2010 R- en S-zinnen voor te komen, zowel bij verpakkingen voor groot- als voor kleinverbruikers. De letter R staat voor Risk (intrinsiek gevaar), terwijl de letter S voor Safety (veiligheid) staat.\\ | ||
+ | R-zinnen zeggen welke eigenschappen van deze stof intrinsiek gevaar opleveren en waarvoor men zich moet hoeden (waarschuwingszinnen).\\ | ||
+ | De S-zinnen bevatten de eruit voortvloeiende veiligheidsaanbevelingen. Gedragingen of werkwijzen die de kans op lichamelijke of materiële schade minimaliseren.\\ | ||
+ | De R- en S-zinnen corresponderen met punt 15 van de veiligheidsinformatiebladen die bij het product worden geleverd. De nummers van de R- en S-zinnen zijn voor iedere taal gelijk. Aan de hand van de nummers kunnen de Nederlandse zinnen gevonden worden. De R- en S zinnen worden vervangen door P- en H zinnen (zie hieronder).\\ | ||
+ | |||
+ | **P- en H zinnen**\\ | ||
+ | Bij de invoering van het GHS in de Europese Unie (zie hieronder) wordt een nieuw systeem van indeling en etikettering van gevaarlijke stoffen gehanteerd. De R- en S-zinnen worden vervangen door H-zinnen of gevarenaanduidingen (de H van hazard) en P-zinnen of voorzorgsmaatregelen (de P van precaution). Voor zuivere stoffen zijn de nieuwe aanduidingen op de etiketten vanaf 1 december 2010 verplicht; voor mengsels vanaf 1 juni 2015.\\ | ||
+ | |||
+ | **Gevarenklassen/ | ||
+ | De gevaarlijke stoffen worden voor de registratie/ | ||
+ | Naast de registratie wordt er voor het vervoer (ADR zie hieronder) van gevaarlijke stoffen ook een indeling in klassen gehanteerd deze laatste is echter verschillend met de indeling die gehanteerd wordt bij de registratie.\\ | ||
+ | N.B.\\ | ||
+ | In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Gevaarssymbolen**\\ | ||
+ | Gevaarssymbolen zijn specifieke pictogrammen waarmee categorieën gevaarlijke stoffen op het etiket van een verpakking kunnen worden aangeduid. De EU hanteert voor de registratie een aantal ”gevaarsymbolen” | ||
+ | N.B.\\ | ||
+ | In bijlage 27 in [[waterbouw: | ||
+ | aangegeven.\\ | ||
+ | In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //voorbeeld van een gevaarssymbool// | ||
+ | |||
+ | **Gevaars/ | ||
+ | Producenten en leveranciers zijn wettelijk verplicht gevaarlijke stoffen en mengsels/ | ||
+ | N.B. In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Werkpleketiket**\\ | ||
+ | In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij het verdunnen van een stof of mengsel/ | ||
+ | |||
+ | **“Downstream” gebruikers**\\ | ||
+ | Volgens de Europese richtlijnen is een downstream gebruiker: “elke in de EU gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, | ||
+ | |||
+ | **Stoffenregister**\\ | ||
+ | Van alle gevaarlijke en schadelijke stoffen in een bedrijf, die overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving ingedeeld zijn in één van de daarvoor categorieën, | ||
+ | |||
+ | **Europese wetgeving**\\ | ||
+ | In Nederland geldt de Europese wetgeving op het gebied van gevaarlijke stoffen en mengsels/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **REACH**\\ | ||
+ | Belangrijke wetgeving op het gebied van gevaarlijke stoffen en mengsels/ | ||
+ | Een van de uitgangspunten van REACH is de (eigen) verantwoordelijkheid van de industrie om meer gegevens over de gevaren en eigenschappen van de gefabriceerde stoffen te verzamelen en centraal te registreren. Hierdoor komt er meer informatie beschikbaar. In REACH zijn ook de regels vastgelegd waaraan een VIB moet voldoen. N.B. met de invoering van EU-GHS/CLP (zie hieronder) is/wordt REACH ook weer aangepast.\\ | ||
+ | |||
+ | **EU-GHS/ | ||
+ | Het Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS) is een door experts van de Verenigde Naties uitgedacht systeem om wereldwijd tot harmonisering te komen van criteria voor het indelen van gevaarlijke stoffen en mengsels voor transport, consumenten, | ||
+ | De Europese Unie introduceert momenteel de Europese variant van dit systeem onder de naam EU-GHS/CLP. CLP staat voor “Classification, | ||
+ | |||
+ | **Stoffenrichtlijn**\\ | ||
+ | De richtlijn 67/548 EEG regelt de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen. Deze richtlijn wordt ook wel de stoffenrichtlijn genoemd.\\ | ||
+ | (N.B. zie ook opmerking onder EU-GHS/CLP hierboven)\\ | ||
+ | |||
+ | **Preparatenrichtlijn**\\ | ||
+ | De richtlijn 1999/ | ||
+ | (N.B. zie ook opmerking onder EU-GHS/CLP hierboven)\\ | ||
+ | |||
+ | **ADR**\\ | ||
+ | Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is in Europa geregeld in het “Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route’(ADR).\\ | ||
+ | Buiten het vervoer over de weg kennen we ook de volgende specifieke wet- en regelgevingen c.q. technische voorschriften m.b.t. de overige vervoersmogelijkheden: | ||
+ | * ADN voor vervoer via binnenvaart (voorheen ADNR) | ||
+ | * IMDG voor vervoer via zeevaart | ||
+ | * RID voor vervoer per spoor | ||
+ | * ICAO voor vervoer via luchtvaart | ||
+ | |||
+ | **DSD/ | ||
+ | Bestaand regelgeving in Europa die is/wordt vervangen door de nieuwe regelgeving REACH en EU-GHS/CLP. De verschillen tussen CLP en DSD/DPD zijn het gevolg van de integratie van de terminologie, | ||
+ | |||
+ | **CAS-nummer**\\ | ||
+ | Een CAS-nummer is een unieke numerieke “identifier” voor chemische elementen, polymeren en legeringen. CAS staat voor Chemical-Abstract-Service.\\ | ||
+ | |||
+ | **Grenswaarde**\\ | ||
+ | De grenswaarde is een maatstaf om te bepalen of men veilig kan werken met bepaalde stoffen.\\ | ||
+ | De grenswaarde van een stof geeft aan dat bij een blootstelling boven deze grens de gezondheid in gevaar komt. Blijft de concentratie aan de gevaarlijke stof beneden de grenswaarde, | ||
+ | De verantwoording voor het vaststellen van de private grenswaarden ligt bij de Werkgevers.\\ | ||
+ | N.B. zie opmerking over private- en publieke wettelijke -grenswaarden hieronder\\ | ||
+ | |||
+ | Sinds 1 januari 2007 is in Nederland een aangepast grenswaardenstelsel ingevoerd. Daarmee vervalt het vroegere stelsel van MAC-waarden (maximaal aanvaarde concentratie op de werkplek).\\ | ||
+ | Werkgevers en werknemers zijn nog meer dan voorheen zelf verantwoordelijk voor het veilig omgaan met stoffen op de werkplek.\\ | ||
+ | Werkgevers moeten nu zelf grenswaarden vaststellen, | ||
+ | |||
+ | SZW stelt publieke grenswaarden vast voor de volgende stoffen: | ||
+ | *stoffen waarvoor de EU een grenswaarde vereist. Deze verplichting volgt uit de EU-richtlijnen waarin voor deze stoffen indicatieve of maximale grenswaarden zijn gesteld, en | ||
+ | *stoffen waarvoor een speciale aanleiding is om publieke grenswaarden vast te stellen. Hierbij worden geoperationaliseerde criteria ‘stoffen zonder eigenaar’ en ‘stoffen met grote kans op gezondheidsschade’ gehanteerd, eventueel aangevuld met andere stoffen waarvoor de overheid besluit een publieke grenswaarde vast te stellen.\\ | ||
+ | De wettelijke grenswaarden zijn/worden opgenomen in bijlage | ||
+ | [[http:// | ||
+ | Volgens het Arbobesluit ([[http:// | ||
+ | * 1°. de limiet van de concentratie of van het tijdgewogen gemiddelde van de concentratie voor een gevaarlijke stof in de individuele ademhalingszone van een werknemer gedurende een gespecificeerde referentieperiode; | ||
+ | * 2°. de limiet van de concentratie in het passende biologische medium van een gevaarlijke stof, de metabolieten daarvan of een indicator van het effect van de betreffende stof gedurende een gespecificeerde referentieperiode; | ||
+ | N.B. De concentratie van een in de lucht aanwezige stof wordt uitgedrukt in mg/m3. | ||
+ | Dit is vanzelfsprekend voor vaste stoffen en vloeistoffen, | ||
+ | |||
+ | **Opname van gevaarlijke stoffen via de huid**\\ | ||
+ | Onder paragraaf [[# | ||
+ | |||
+ | **CPR-richtlijnen**\\ | ||
+ | Met ingang van 1 juni 2004 werd de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) benoemd door het kabinet. | ||
+ | Tevens is de Commissie Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen (CPR) opgeheven. De CPR bracht publicaties uit, de CPR-richtlijnen, | ||
+ | |||
+ | **Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS)**\\ | ||
+ | In 2004 is de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen ingesteld. In 2005 is de raad gestart met het omzetten van de CPR-richtlijnen naar de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS). Deze richtlijnen zullen uiteindelijk alle veelgebruikte CPR-richtlijnen vervangen.\\ | ||
+ | CPR-richtlijnen zijn de richtlijnen die door de Commissie voor Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen waren opgesteld. De CPR-richtlijnen zijn inmiddels grotendeels opgenomen in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.\\ | ||
+ | De belangrijkste publicatie in de reeks Gevaarlijke stoffen voor de Waterbouw is de [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.4 Toepasselijke wetgeving en overige informatie==== | ||
+ | |||
+ | Welke wetgeving buiten de Arbowetgeving is van toepassing op een specifieke gevaarlijke stof en in welke fase? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden omdat afhankelijk van de (bedrijfsmatige) activiteit verschillende wetgeving van toepassing is en verder is er voor bepaalde gevaarlijke stoffen specifieke wetgeving. Een en ander is in onderstaande tabellen aangegeven. | ||
+ | |||
+ | **Tabel 1: Indeling van de wet- en regelgeving van gevaarlijke stoffen per activiteit**\\ | ||
+ | |||
+ | ^ Activiteit | ||
+ | ^ registratie | ||
+ | ^ gebruik | ||
+ | ^ vervoer | ||
+ | ^ opslag | ||
+ | ^ afvoer | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | **Tabel 2: Gevaarlijke stoffen waarvoor specifieke wet- en regelgeving van toepassing is en die in de Arbocatalogus apart behandeld worden.**\\ | ||
+ | |||
+ | ^Omschrijving van gevaarlijke stof(fen)^Toepasselijke wet- en regelgeving/ | ||
+ | ^Verontreinigingen in de (water)bodem | ||
+ | ^Radioactieve stoffen | ||
+ | ^Explosieven (civiel gebruik) | ||
+ | ^Explosieven (ruiming) | ||
+ | ^Asbest | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | **Tabel 3: Gevaarlijke stoffen die apart behandeld worden in de Arbcatalogus maar die niet genoemd zijn in bovenstaande tabel**\\ | ||
+ | |||
+ | |<100% 60% ->| | ||
+ | ^Omschrijving van gevaarlijke stof(fen) | ||
+ | |CFK’s | ||
+ | |Lasrook | ||
+ | |Fosfaten | ||
+ | |Vluchtige organische stoffen | ||
+ | |Giftige-, brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen/ | ||
+ | |Uitlaatgassen | ||
+ | |(Grove) stof, kwarts, fijn stof | [[waterbouw: | ||
+ | |Brandstoffen | ||
+ | |Gas en zuurstof | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | **Tabel 4: De invoering van de verschillende nieuwe wetgevingen m.b.t. gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | **Tabel 5: Samenhang tussen oude en nieuwe wetgeving m.b.t. gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | \\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.5 Registratie van gevaarlijke stoffen die men in voorraad/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Voor het opstellen van een actueel register voor gevaarlijke stoffen zal in eerste instantie een inventarisatie van de aanwezige gevaarlijke stoffen moeten plaatsvinden. Vervolgens dient men te controleren of van elke stof een actueel veiligheidsinformatieblad aanwezig is. Is dat niet het geval, dan zal men dit bij de leverancier moeten opvragen. Daarna volgt een registratie van gegevens die afhankelijk is van de soort gevaarlijke stof. Een en ander wordt gespecificeerd in de maatregelen hieronder.\\ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | ***bronmaatregelen**\\ Zie bronmaatregelen onder paragraaf [[# | ||
+ | ***Registratieplicht gevaarlijke stoffen die men in voorraad/ | ||
+ | * de naam van de stof; | ||
+ | * de gevaren van de stof; | ||
+ | * de mate van de blootstelling; | ||
+ | * de duur van de blootstelling.\\ Afhankelijk van nadere wetgeving (zie hieronder) dient de registratie uitgebreid te worden. De voorschriften m.b.t. de RI&E voor de groep gevaarlijke stoffen, die in dit hoofdstuk worden behandeld, zijn vastgelegd in de volgende artikelen van de Arbowet en het Arbobesluit: | ||
+ | ***[[http:// | ||
+ | ***[[http:// | ||
+ | *2. Met betrekking tot de aard van de blootstelling wordt in ieder geval vastgesteld aan welke gevaarlijke stoffen werknemers worden of kunnen worden blootgesteld, | ||
+ | *3. Met betrekking tot de mate van blootstelling aan gevaarlijke stoffen wordt in ieder geval vastgesteld wat het blootstellingniveau is.// | ||
+ | ***[[http:// | ||
+ | ***[[http:// | ||
+ | ***[[http:// | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.6 Gebruik van gevaarlijke stoffen==== | ||
+ | |||
+ | **Het gebruik van gevaarlijke stoffen in de Waterbouw**\\ | ||
+ | De aangesloten bedrijven in de Waterbouw zijn m.b.t. gevaarlijke stoffen eindgebruikers (downstream gebruikers). Dit wil zeggen dat we in de Waterbouw geen gevaarlijke stoffen produceren en verhandelen maar deze alleen gebruiken voor het bedrijfsproces en tijdens het onderhoud. | ||
+ | N.B. Onder het gebruik van gevaarlijke stoffen worden ook de werkzaamheden gerekend die verband houden met aftappen, overtappen, mengen etc.\\ | ||
+ | |||
+ | **Informatie aan te leveren door leverancier gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | De leverancier is wettelijk verplicht de volgende informatie aan te geven op de verpakking en mee te sturen met leveranties van gevaarlijke stoffen: | ||
+ | ***Gevaars/ | ||
+ | *nominale hoeveelheid stof in de verpakking die aan het publiek wordt aangeboden; | ||
+ | *de naam, het adres en het telefoonnummer van de leverancier; | ||
+ | *de naam en identificatie (bijvoorbeeld CAS-nummer) van het product; | ||
+ | *signaalwoord; | ||
+ | *gevarenaanduidingen; | ||
+ | *voorzorgsmaatregelen (veiligheidsaanbevelingen); | ||
+ | *gevaarspictogram(men); | ||
+ | *aanvullende informatie.\\ N.B. In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | ***Veiligheidsinformatieblad (VIB)**\\ Producenten en leveranciers zijn wettelijk verplicht de benodigde informatie over gevaarlijke stoffen en mengsels/ | ||
+ | |||
+ | |<100% 10% ->| | ||
+ | ^ Rubrieknr. | ||
+ | | 1 | ||
+ | | 2 | ||
+ | | 3 | ||
+ | | 4 | ||
+ | | 5 | ||
+ | | 6 | ||
+ | | 7 | ||
+ | | 8 | ||
+ | | 9 | ||
+ | | 10 |Stabiliteit en reactiviteit | ||
+ | | 11 |Toxicologische informatie | ||
+ | | 12 |Ecologische informatie | ||
+ | | 13 |Instructies voor verwijdering | ||
+ | | 14 |Informatie met betrekking tot het vervoer | ||
+ | | 15 |Regelgeving | ||
+ | | 16 |Overige informatie | ||
+ | |In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | ***basismaatregelen**\\ | ||
+ | ***Algemene informatie aan werknemers over het gebruik gevaarlijke stoffen.**\\ | ||
+ | * Tijdens de introductie van een medewerker bij het in dienst treden en bij plaatsing op een specifiek werktuig of project. | ||
+ | * Bij bovengenoemde introductie wordt aan de werknemer het Veiligheidsinstructieboekje uitgereikt. In de Veiligheidsinstructies is een paragraaf gewijd aan het onderwerp | ||
+ | * Tijdens “toolboxmeetings” over dit onderwerp. | ||
+ | ***Specifieke informatie aan werknemers over het gebruik van gevaarlijke stoffen**\\ Deze specifieke informatie is van belang bij het gebruik van gevaarlijke stoffen.\\ Voor elke gevaarlijke stof die men moet gebruiken dient een duidelijke en actuele instructie aanwezig te zijn op de werkplek. In deze instructie dient te zijn aangegeven hoe men deze stof zo veilig mogelijk kan gebruiken met alle veiligheidsmaatregelen die daarbij van toepassing zijn.\\ __Mogelijkheden voor het overbrengen van schriftelijke informatie/ | ||
+ | * Via een veiligheidsinformatieblad (VIB) van de fabrikant/ | ||
+ | *de leverancier informeren over het specifieke gebruik en hem verzoeken een blootstellingscenario op te stellen om het genoemde specifieke gebruik af te dekken; | ||
+ | *het gebruik of de gebruiksomstandigheden van de stof of preparaat aan te passen zodat het wordt afgedekt door het VIB dat de leverancier heeft verstrekt; | ||
+ | *overstappen naar een leverancier die het specifieke gebruik wel afdekt met een VIB; | ||
+ | *het specifieke gebruik bij ECHA (Europees Agentschap voor chemische stoffen) melden en indien van toepassing zelf een **chemisch veiligheidsrapport** (laten) opstellen. | ||
+ | *Via een zogenaamde “werkplekinstructiekaart” (WIK) per te gebruiken gevaarlijke stof.\\ Een werkplaatsinstructiekaart wordt opgesteld door de werkgever of via de werkgever.\\ De werkgever neemt hiervoor de relevante blootstellingsscenario' | ||
+ | * Tijdens algemene “toolboxmeetings” over dit onderwerp. | ||
+ | * Tijdens “toolboxmeetings” | ||
+ | * Instructies via de juiste etikettering op nieuwe verpakkingen als stoffen vanuit de oorspronkelijke verpakking worden overgeheveld in andere verpakkingen voor direct gebruik of voor het aanmaken van mengsels etc.. Deze etikettering noemt men de “werkplek-etikettering”. Voor de informatie die moet worden vermeld op de werkpleketikettering zie de Waterbouw Beleidsregel [[waterbouw: | ||
+ | ***Afzuiging en ventilatie**\\ Bij het gebruik van de meeste gevaarlijke stoffen is afzuiging en ventilatie een belangrijk item. Volg hiervoor de instructies die aangegeven zijn op het veiligheidsinformatieblad. | ||
+ | ***Explosieveilige installatie**\\ Zorg er voor dat in ruimtes waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen (denk hierbij aan plaatsen waar bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen worden gemengd, overgegoten etc.) geen explosies kunnen plaatsvinden door vonkvorming. Verlichting en ventilatie in deze ruimten dient dus explosieveilig te zijn (let op dat de keuze van de explosieveilige maatregelen moeten passen bij de zone). | ||
+ | ***Lekkages opvangen**\\ Tijdens het gebruik ook zorgen dat eventuele lekkages worden opgevangen. | ||
+ | ***Brandbestrijdingsmiddelen**\\ Waar van toepassing zorgen voor geschikte brandbestrijdingsmiddelen. | ||
+ | ***Werkvoorraad**\\ Op de werkplek mag niet meer dan de dagvoorraad aanwezig zijn. De rest van de voorraad moet in opslagruimten zijn opgeslagen. | ||
+ | ***Gebruik van PBM’s en overige veiligheidsmiddelen**\\ Bij het gebruik van gevaarlijke stoffen dient men de juiste PBM’s te dragen en dient men te kunnen beschikken over aanvullende veiligheidsmiddelen zoals oogspoelmiddel etc. Waarnodig oogdouche en/of nooddouche installeren, | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.7 Opslag van gevaarlijke stoffen===== | ||
+ | |||
+ | **Opslag van gevaarlijke stoffen volgens de richtlijn [[# | ||
+ | De gevaarlijke stoffen die men in voorraad houdt bij een bepaalde werkplek dienen veilig opgeslagen te worden. Voor de opslag van de meeste __verpakte__ gevaarlijke stoffen geldt de richtlijn [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | De richtlijn [[# | ||
+ | 0. Inleiding | ||
+ | - Toepassing van de richtlijn | ||
+ | - Systematiek | ||
+ | - Algemeen | ||
+ | - Opslagvoorzieningen groter dan 10.000kg | ||
+ | - Voorschriften voor de opslag van containers met gevaarlijke stoffen | ||
+ | - Opslag van gasflessen | ||
+ | - Opslag van spuitbussen en gaspatronen | ||
+ | - Opslag gevaarlijke stoffen klasse 4.1, 4.2 en 4.3 | ||
+ | - Opslag van een beperkte hoeveelheid organische peroxiden | ||
+ | - Voorzieningen voor de tijdelijke opslag van verpakte gevaarlijke stoffen | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Indeling van gevaarlijke stoffen in richtlijn [[# | ||
+ | De indeling van de gevaarlijke stoffen in richtlijn [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Verpakkingsgroep**\\ | ||
+ | De gevaarlijke stoffen zijn conform het ADR tijdens het vervoer ingedeeld in de volgende verpakkingsgroepen: | ||
+ | * Verpakkingsgroep I: zeer gevaarlijke stoffen | ||
+ | * Verpakkingsgroep II: | ||
+ | * Verpakkingsgroep III: minder gevaarlijke stoffen | ||
+ | |||
+ | **Uitzonderingen op de opslag volgens de richtlijn [[# | ||
+ | De meeste gangbare gevaarlijk stoffen die we in de Waterbouw gebruiken vallen onder de richtlijn van de [[# | ||
+ | De belangrijkste uitzonderingen van gevaarlijke stoffen die ook in de Waterbouw gebruikt worden zijn onder andere de volgende gevaarlijke stoffen: | ||
+ | * Ontplofbare stoffen | ||
+ | * Radioactieve stoffen | ||
+ | Deze gevaarlijke stoffen vallen onder specifieke wet- en regelgeving ook m.b.t. de opslag hiervan. | ||
+ | Verder zijn er voor de verschillende gevarenklassen minimum voorwaarden aangegeven waarboven de richtlijn [[# | ||
+ | |||
+ | **Soorten opslagruimten voor gevaarlijke stoffen die men tegenkomt in de Waterbouw**\\ | ||
+ | * Specifieke ruimten aan de wal (in gebouwen of aparte gebouwen) bij werkplaatsen en magazijnen; | ||
+ | * Specifieke ruimten aan boord van werktuigen en schepen (verfstore etc.) | ||
+ | * Specifieke kasten, containers etc. voor het opslaan van gevaarlijke stoffen die aan boord van werktuigen, schepen of aan de wal zijn geplaatst | ||
+ | Het ontwerpen, opzetten en inrichten van genoemde specifieke ruimten en de aanschaf van de genoemde specifieke kasten en containers gebeurt in principe via specialisten van de respectievelijke bedrijven of specialisten van derden. In de Arbocatalogus zullen we ons daarom beperken tot het feit dat het bij elke werknemer bekend moet zijn dat gevaarlijke stoffen aan boord en aan de wal opgeslagen moeten worden in specifieke ruimten, kasten, containers etc.. Verder is het wel van belang voor alle werknemers dat men weet welke stoffen er bij elkaar mogen worden opgeslagen in zo’n specifieke ruimte, kast of container. Deze informatie wordt behandeld in de volgende alinea.\\ | ||
+ | |||
+ | **Gescheiden opslag van gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | De aanleiding voor de gescheiden opslag van gevaarlijke stoffen kan gebaseerd zijn op de volgende feiten t.w.: | ||
+ | * gescheiden opslag vanwege het volume van deze gevaarlijke stoffen; | ||
+ | * gescheiden opslag gebaseerd op wet- en regelgeving i.v.m. risico’s. | ||
+ | |||
+ | **Gevaarlijke stoffen die gescheiden worden opgeslagen vanwege het volume en/of risico **\\ | ||
+ | In de Waterbouw worden de volgende gevaarlijke stoffen vaak gescheiden opgeslagen vanwege het volume dat deze stoffen innemen met daarbij waarvan toepassing de risico' | ||
+ | * brandstof- | ||
+ | * smeerolie en vetten in vaten | ||
+ | * gas- en zuurstofflessen | ||
+ | * verfvoorraad | ||
+ | * voorraad koelwatertoevoeging | ||
+ | * voorraad reinigingsmiddelen voor machinekamer | ||
+ | |||
+ | __Opslag van brandstof en smeerolie in tanks__\\ | ||
+ | De brandstof en smeerolie in de schepen en werktuigen wordt opgeslagen in de daarvoor in de constructie aangebrachte tanks. Deze tanks met vul- en losvoorzieningen en ontluchtingen voldoen aan de wet- en regelgeving zoals gesteld bij de bouw van het werktuig/ | ||
+ | |||
+ | __Opslag van vaten met smeerolie en vetten__\\ | ||
+ | Indien meerdere vaten smeerolie en vetten in voorraad moeten worden gehouden zal hiervoor een veilige plaats worden uitgezocht aan boord of aan de wal. Dit kan zowel in de open lucht zijn (aan de wal of aandek van een werktuig/ | ||
+ | |||
+ | __Gas- en zuurstofflessen__\\ | ||
+ | Gas- en zuurstof wordt in de Waterbouw veel gebruikt voor het snijbranden. De gas- en zuurstofflessen worden altijd separaat van andere gevaarlijke stoffen opgeslagen. Voor de opslag van gas- en zuurstof zie paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | __Verfvoorraad__\\ | ||
+ | Aan boord van de werktuigen/ | ||
+ | |||
+ | __Koelwatertoevoeging__\\ | ||
+ | De koelwatertoevoeging wordt aan boord van de schepen vanwege de hoeveelheid ook vaak separaat van de andere gevaarlijke stoffen opgeslagen. Meestal is bij deze stoffen opvang van eventuele lekkage en ventilatie voldoende (voor de juiste maatregelen zie veiligheidsinformatieblad). | ||
+ | |||
+ | __Reinigingsmiddelen__\\ | ||
+ | Voor de machinekamer heeft men meestal een behoorlijke voorraad reinigingsmiddelen (ontvetters etc.) die vaak separaat worden opgeslagen. Voor de opslag van deze stoffen de maatregelen volgen die zijn aangegeven op het veiligheidsinformatieblad. Hierbij vooral letten op de informatie over brandgevaar, | ||
+ | |||
+ | __Overige gevaarlijke stoffen__\\ | ||
+ | De overige gevaarlijke stoffen, die wat volume betreft meestal in een niet al te grote ruimte passen, worden vaak in één of meerdere specifieke ruimtes geplaatst. Denk hierbij aan specifieke ruimtes of magazijnen aan de wal of aan boord, Verder wordt hierbij ook vaak gewerkt met specifieke brandvertragende kasten en/of speciaal ingerichte containers voor gevaarlijke stoffen.\\ | ||
+ | Bij de opslag van deze groep “overige gevaarlijke stoffen” dient men dus de regelgeving van de [[# | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Gevaarlijke stoffen die gescheiden moeten worden opgeslagen volgens wet- en regelgeving**\\ | ||
+ | Het wel of niet gescheiden opslaan van gevaarlijke stoffen is afhankelijk van de classificatie van een bepaalde gevaarlijke stof. De [[# | ||
+ | N.B. de hierna genoemde indeling van klassen voor opslag volgens het ADR wijkt af van de indeling volgens EU-GHS die van toepassing is bij gebruik van gevaarlijke stoffen (informatie van fabrikant/ | ||
+ | |||
+ | **ADR klassen van gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | ^ ADR klasse | ||
+ | | 1 |ontplofbare stoffen en voorwerpen|zwart buskruit, springstoffen, | ||
+ | | 2 |gassen | ||
+ | | 3 |brandbare vloeistoffen | ||
+ | | 4.1 |brandbare vaste stoffen, zelfontledende vaste stoffen en vaste ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand | ||
+ | | 4.2 |voor zelfontbranding vatbare stoffen | ||
+ | | 4.3 |stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen | ||
+ | | 5.1 |oxiderende stoffen | ||
+ | | 5.2 |organische peroxiden | ||
+ | | 6.1 |giftige stoffen | ||
+ | | 6.2 |infectueuze stoffen (besmettelijke stoffen) | ||
+ | | 7 |radioactieve stoffen | ||
+ | | 8 |bijtende stoffen | ||
+ | | 9 |diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen | ||
+ | |||
+ | **Gescheiden opslag van gevaarlijke stoffen in de praktijk**\\ | ||
+ | In de hieronder staande tabel “Combinaties klassen in opslag” wordt aangegeven welke gevaarlijke stoffen gescheiden moeten worden opgeslagen\\ | ||
+ | |||
+ | __Uitsluitingen m.b.t. gebruik van onderstaande tabel__\\ | ||
+ | Voordat wordt aangegeven welke gevaarlijke stoffen gescheiden moeten worden opgeslagen volgt eerst opgave over een aantal uitsluitingen m.b.t. gebruik van de genoemde tabel.\\ De hierna genoemde klassen gevaarlijke stoffen mogen niet in de hierna genoemde opslagvoorziening (zie onderstaande tabel “combinaties klassen in opslag”) aanwezig zijn :\\ | ||
+ | * klasse 1 (ontplofbare stoffen en voorwerpen) | ||
+ | * klasse 6.2 (infectueuze stoffen) met uitzondering van categorie 13 en 14 | ||
+ | * klasse 7 (radio actieve stoffen)\\ N.B. Buiten de klassen die niet in de hieronder genoemde opslagvoorziening (zie onderstaande tabel “combinaties klassen in opslag”) aanwezig mogen zijn is deze tabel ook niet van toepassing op de volgende klasse gevaarlijke stoffen: | ||
+ | * klasse 2 (zie hiervoor hoofdstuk 6 en 7 uit [[# | ||
+ | * klasse 4 (zie hiervoor hoofdstuk 8 uit [[# | ||
+ | * klasse 5.2 (zie hiervoor hoofdstuk 9 uit [[# | ||
+ | |||
+ | __Combinaties klassen in opslag__\\ | ||
+ | ^Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar^Klasse 3^Klasse 5.1^Klasse 6.1 CMR^Klasse 8^Klasse 9^Overige chemicaliën (H9 Wm + ongevaarlijk)^ | ||
+ | |Klasse 3 (brandbare vloeistoffen) | ||
+ | |Klasse 5.1 (oxiderende stoffen) | ||
+ | |Klasse 6.1 (giftige stoffen) CMR stoffen | ||
+ | |Klasse 8 (bijtende stoffen | ||
+ | |Klasse 9 (alleen de milieugevaarlijke stoffen) | ||
+ | |Overige chemicaliën (H9 Wm + ongevaarlijk) | ||
+ | |||
+ | __Verklaring van de letters en tekens die gebruikt zijn in de bovenstaande tabel__\\ | ||
+ | **V**= De V in bovenstaande tabel geeft volgende aan:\\ Opslag van te scheiden stoffen in aparte vakken.\\ | ||
+ | **B**= De B in bovenstaande tabel geeft volgende aan:\\ Gescheiden opslag tenzij is beoordeeld dat de stoffen niet met elkaar reageren of dat beide stoffen als vaste stof zijn ingedeeld. Voor de beoordeling (B) wordt in principe uitgegaan van de informatie zoals die in de Veiligheidsinformatiebladen (VIB, SDS of MSDS) wordt vermeld; voor generieke producten kan ook gebruik worden gemaakt van informatie zoals vermeld in het Chemiekaartenboek.\\ | ||
+ | ** - ** = Het teken - in bovenstaande tabel geeft volgende aan:\\ Gescheiden opslag niet noodzakelijk\\ | ||
+ | ** * ** = Het teken * in bovenstaande tabel geeft volgende aan:\\ Stoffen van klasse 6.1 verpakkingsgroep I moeten in een apart brandcompartiment, | ||
+ | |||
+ | N.B. Opmerking over gescheiden opslag in brandveiligheidskasten.\\ | ||
+ | In de Waterbouw wordt vaak gewerkt met brandveiligheidskasten. Voor deze brandveiligheidskasten de codes in bovengenoemde tabel als volgt interpreteren: | ||
+ | De " | ||
+ | De " | ||
+ | De " | ||
+ | Het " | ||
+ | Het " | ||
+ | De combinatie van "B* of V" in de tabel als volgt interpreteren: | ||
+ | Men kan in deze brandveiligheidskasten geen grote hoeveelheden van een specifieke gevaarlijke stof opslaan dus zullen de hoeveelheden vaak onder de grens vallen waarvoor de PGS 15 van toepassing is. Er is eerder aangegeven dat in de Waterbouw in de meeste gevallen, ongeacht de hoeveelheid van een specifieke gevaarlijke stof, de PGS 15 wordt toegepast. Voor deze brandveiligheidskasten kan hiervan echter op bepaalde punten, waar van toepassing en in overleg met een deskundige, worden afgeweken.\\ | ||
+ | Een nadeel van de beperkte opslagcapaciteit (inhoud) in deze brandveiligheidskasten is dat bij gevaarlijke stoffen die dampen kunnen ontwikkelen men altijd verzekerd moet zijn van een goede afzuiging.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //foto van brandveiligheidskast met opvangbakken //\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | In bijlage 27 [[waterbouw: | ||
+ | N.B. Het vaststellen welke stoffen wel en niet bij elkaar mogen worden opgeslagen blijft echter moeilijk voor een leek en kan snel leiden tot fouten. Wij adviseren daarom om vooraf door een specialist uit te laten zoeken welke gevaarlijke stoffen, in welke ruimte, waar van toepassing | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | *** basismaatregelen**\\ Zie basismaatregelen onder paragraaf [[# | ||
+ | ***Ontwerpen en inrichten van opslagplaatsen**\\ Bij de opslag van gevaarlijke stoffen spelen diverse factoren een belangrijke rol, denk hierbij aan:\\ preventie tegen brand- en/of explosiegevaar (brandwerendheid, | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | // | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | // | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | // opvangbak in een stelling// | ||
+ | |||
+ | ***Gescheiden opslag van bepaalde gevaarlijke stoffen**\\ Voor bepaalde gevaarlijke stoffen geldt dat deze niet of alleen onder bepaalde voorwaarden bij andere gevaarlijke stoffen kunnen worden opgeslagen. Zie voor verdere informatie over dit punt de tekst onder het bovenstaande kopje " | ||
+ | *** Maatregelen voor opslag van een specifieke gevaarlijke stof**\\ Zie veiligheidsinstructieblad rubriek nr. 7 | ||
+ | *** Afzuiging en ventilatie**\\ Bij opslag van gevaarlijke stoffen is afzuiging en ventilatie een belangrijk item. Zorg dat lucht in de opslagruimtes volgens de voorschriften wordt afgezogen en ververst. | ||
+ | *** Explosieveilige installaties**\\ Zorg er voor dat in opslag ruimtes voor gevaarlijke stoffen geen explosies kunnen plaatsvinden door vonkvorming. Waar van toepassing dient de verlichting en ventilatie in deze ruimten dus explosieveilig te zijn (let op dat de keuze van de explosieveilige materialen moeten passen bij de zone). | ||
+ | *** Opvangen van eventuele lekkages**\\ In opslagplaatsen eventuele lekkages opvangen in lekbakken van voldoende grote.\\ Voorschriften hiervoor zijn opgenomen in de richtlijn [[# | ||
+ | *** Verwijderen van brandbare stoffen.**\\ Brandbare stoffen zoals poetskatoen, | ||
+ | *** Brandbeveiligingsinstallatie en brandbestrijdingssysteem**\\ __Opslag in gebouwen aan de wal__\\ Een opslagplaats voor gevaarlijke stoffen dient voorzien te zijn van een, voor deze ruimte plus de opgeslagen gevaarlijke stoffen, geschikte brandbeveiligingsinstallatie en brandbestrijdingssysteem.\\ Waar van toepassing dient men te zorgen voor een voorziening om de voorgeschreven bluswaterhoeveelheid te kunnen opvangen (zie richtlijn [[# | ||
+ | *** Brandblustoestel**\\ __Aan de wal geldt buiten de voorgeschreven brandbeveiligingsinstallatie en brandbestrijdingssysteem: | ||
+ | ***Specifieke PBM’s en specifieke veiligheidsmiddelen**\\ In de opslagplaats voldoende PBM’s opnemen voor bescherming van luchtwegen, ogen en huid en verder een oogspoelfles plaatsen. Waar van toepassing in de buurt van een opslagplaats ook oogdouche en/of nooddouche aanbrengen. | ||
+ | ***Stuwen van opslag gevaarlijke stoffen**\\ Zorgen dat de opslag van gevaarlijke stoffen op de juiste wijze gestuwd wordt zodat er niets kan omvallen. | ||
+ | ***Pictogrammen aan buitenzijde opslag**\\ Zorg dat er buiten de opslagplaats de juiste pictogrammen zijn aangebracht (o.a. opslag gevaarlijke stoffen, verbod op open vuur etc.) | ||
+ | ***Geen aftap, overtap, mengwerkzaamheden in opslag gevaarlijke stoffen**\\ N.B. In de richtlijnen van de [[# | ||
+ | |||
+ | ==Verwijzing naar de richtlijn PGS 15== | ||
+ | N.B. Voor het downloaden richtlijn [[http:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.8 Vervoer van gevaarlijke stoffen==== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | De regels die gelden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland zijn verdeeld over twee wetten, te weten de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS) voor alle vervoer over land en water en de Wet luchtvaart. Specifieke (technische) voorschriften per soort vervoer zijn opgenomen in op deze wetten gebaseerde regelingen. Per soort vervoer zijn de internationale regels opgenomen en van toepassing gemaakt in de nationale wetgeving. Daarmee zijn de internationale regels van kracht binnen Nederland. | ||
+ | Hieronder vindt men voor de meest geraadpleegde regelgeving, | ||
+ | * Voor het wegvervoer is dit de regeling ADR. | ||
+ | * Voor het vervoer per spoor is dit de regeling RID | ||
+ | * Voor de binnenvaart is dit de regeling ADN | ||
+ | * Voor de zeevaart is dit de regeling IMDG | ||
+ | * Voor de luchtvaart is dit de regeling ICAO (International Civil Aviation Organisation) | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | //voorbeeld van een gevaars- en stofidentificatienummer van een gevaarlijke stof tijdens wegtransport// | ||
+ | |||
+ | **Welke werkzaamheden worden in de Waterbouw uitgevoerd m.b.t. vervoer gevaarlijke stoffen**\\ | ||
+ | Voor de bedrijven in de Waterbouw is het vervoer van gevaarlijke stoffen geen hoofdactiviteit maar we hebben er wel regelmatig mee te maken. De belangrijkste werkzaamheden in dit verband zijn: | ||
+ | * Ontvangen van gevaarlijke stoffen die tijdelijk in het magazijn worden opgeslagen om daarna verstuurd te worden naar een project. | ||
+ | * Verpakken van ontvangen gevaarlijke stoffen in een kist of grotere doos tezamen met andere goederen voor transport naar een project. | ||
+ | * Laden van verpakte gevaarlijke stoffen (zie vorig punt) in een container. | ||
+ | * Laden van gevaarlijke stoffen op een vrachtwagen voor verder transport door derden. | ||
+ | * Laden, vervoeren en lossen (of omgekeerde volgorde) van gevaarlijke stoffen met een vrachtwagen die in eigen beheer is. Transport naar project of verscheper (zee- of luchtvracht) | ||
+ | * Ontvangen van gevaarlijke stoffen op een project en het hier in opslag nemen | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS)**\\ | ||
+ | Belangrijke items voor de Waterbouw in deze wet zijn o.a. | ||
+ | [[http:// | ||
+ | over regels m.b.t. algemene bepalingen. In de hieronder volgende artikelen zijn de belangrijkste items voor de Waterbouw onderstreept.\\ | ||
+ | In artikel 2 lid 1 staat :\\ | ||
+ | Deze wet is van toepassing op: | ||
+ | **a.**\\ | ||
+ | **b.**\\ | ||
+ | **c.**\\ | ||
+ | **d.**\\ | ||
+ | **e.**\\ het nederleggen van gevaarlijke stoffen tijdens het vervoer; | ||
+ | **f.**\\ __het verpakken van gevaarlijke stoffen ten behoeve van het vervoer daarvan; | ||
+ | **g.**\\ __het ten behoeve van het vervoer vullen van een daarvoor bestemde container, tank, verpakking of vervoermiddel met gevaarlijke stoffen en het lossen van die stoffen daaruit; | ||
+ | **h.** het exploiteren van een container, tank, verpakking of vervoermiddel ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen; | ||
+ | **i.**\\ __het ontvangen van gevaarlijke stoffen tijdens of aansluitend op het vervoer; | ||
+ | **j.**\\ de overige met het vervoer van gevaarlijke stoffen rechtstreeks samenhangende handelingen, | ||
+ | |||
+ | **Artikel 6 van de “Wet vervoer gevaarlijke stoffen”**\\ | ||
+ | In artikel 6 van de WVGS staat: | ||
+ | De regels, bedoeld in artikel 3, onderdeel b, kunnen onder meer betrekking hebben op:\\ | ||
+ | **a.**\\ eisen ten aanzien van constructie, | ||
+ | **b.**\\ keuring van vervoermiddelen als bedoeld in onderdeel a;\\ | ||
+ | **c.**\\ aanduidingen die de vervoermiddelen bij het vervoeren van daartoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gevaarlijke stoffen, zowel in beladen als in lege, ongereinigde toestand, dienen te voeren; | ||
+ | **d.**\\ het verwijderen of bedekken van aanduidingen als bedoeld in onderdeel c, na het lossen en reinigen of ontgassen van het vervoermiddel; | ||
+ | **e.**\\ reinigen van vervoermiddelen waarmee gevaarlijke stoffen zijn vervoerd; | ||
+ | **f.**\\ onderzoek van gevaarlijke stoffen naar hun eigenschappen; | ||
+ | **g.**\\ __eisen ten aanzien van de verpakking van gevaarlijke stoffen, met inbegrip van de daarbij behorende inrichting of uitrusting, en het testen of keuren daarvan; | ||
+ | **h.**\\ __aanduidingen of aanwijzingen op de verpakking, bedoeld in onderdeel g; | ||
+ | **i.**\\ __deskundigheid van personen die handelingen met gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, verrichten, afgifte van vakbekwaamheidscertificaten en erkenning van vakbekwaamheidscertificaten afgegeven in andere landen; | ||
+ | **j.**\\ vervoeren van gevaarlijke stoffen onder bepaalde meteorologische omstandigheden; | ||
+ | **k.**\\ vervoeren van gevaarlijke stoffen door tunnels; | ||
+ | **l.**\\ eisen ten aanzien van constructie, | ||
+ | **m.**\\ keuring van de inrichtingen of werktuigen, bedoeld in onderdeel l;\\ | ||
+ | **n.**\\ melding voorafgaande aan het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2, eerste lid.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | // | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | ***basismaatregelen**\\ Zie basismaatregelen onder paragraaf [[# | ||
+ | ***Maatregelen m.b.t. vervoer van een specifieke gevaarlijke stof**\\ Zie veiligheidsinstructieblad rubriek nr. 14.\\ | ||
+ | ***Opleiding van personen die betrokken zijn bij het vervoer van gevaarlijke stoffen**\\ Personen die werkzaamheden uitvoeren die betrekking hebben op het klaarmaken, verpakken, laden en lossen en vervoeren van gevaarlijke stoffen dienen over voldoende deskundigheid | ||
+ | *** Veiligheidsadviseur**\\ In de ADR regels item 1.8.3.1 staat het volgende m.b.t. het aanstellen van een veiligheids-adviseur: | ||
+ | ***Indeling van gevaarlijke stoffen in categorieën, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.9 Afvoer van gevaarlijke stoffen==== | ||
+ | |||
+ | In hoofdstuk 14 " | ||
+ | |<100% 10% ->| | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 14.4 |[[Waterbouw: | ||
+ | ^ 14.4.1 | ||
+ | ^ 14.4.2 | ||
+ | ^ 14.4.3 | ||
+ | ^ 14.4.4 | ||
+ | ^ 14.4.5 | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | Hieronder komen m.b.t. dit onderwerp de volgende items aan de orde: | ||
+ | |<100% 10% ->| | ||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.9.9.1 | ||
+ | ^ 12.9.9.2 | ||
+ | ^ 12.9.9.3 | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.9.9.1 Begrip chemisch afval== | ||
+ | Onder chemisch afval vallen onder andere de volgende producten: | ||
+ | (N.B. e.e.a. volgens Nederlandse wet- en regelgeving) | ||
+ | |||
+ | __Accu’s__\\ | ||
+ | __Koelvloeistoffen__\\ | ||
+ | __Batterijen__\\ | ||
+ | |||
+ | __Oliën en vetten__\\ | ||
+ | * afgewerkte olie | ||
+ | * boorolie | ||
+ | * smeervet | ||
+ | * oliefilters | ||
+ | * remolie | ||
+ | * snijolie | ||
+ | * olie-opneemproducten | ||
+ | * olievaten (leeg) | ||
+ | * vetpatronen (leeg) | ||
+ | |||
+ | __Verf en toebehoren__\\ | ||
+ | * verf (ook op waterbasis) | ||
+ | * verfblikken (leeg) | ||
+ | * verfverdunners | ||
+ | * verfafbijtmiddel | ||
+ | * kwastreiniger | ||
+ | * kwastontharder | ||
+ | * terpentine | ||
+ | * plamuur | ||
+ | * kitten | ||
+ | |||
+ | __Brandstoffen__\\ | ||
+ | * benzine | ||
+ | * petroleum | ||
+ | * gasolie | ||
+ | * diverse gradaties stookolie | ||
+ | |||
+ | __Schoonmaakmiddelen__\\ | ||
+ | * wasbenzine | ||
+ | * aceton | ||
+ | * vlekkenwater (niet op waterbasis) | ||
+ | |||
+ | __Zuren__\\ | ||
+ | * accuzuur | ||
+ | * zoutzuur | ||
+ | |||
+ | __Kwik__\\ | ||
+ | * kwikschakelaars | ||
+ | * kwikthermometers | ||
+ | |||
+ | __Medicijnen__\\ | ||
+ | |||
+ | __Diversen__\\ | ||
+ | * insecticiden | ||
+ | * spuitbussen (met productresten) | ||
+ | * correctievloeistof | ||
+ | * inkten | ||
+ | * toner (vloeibaar) | ||
+ | * lijm | ||
+ | * energiezuinige lampen | ||
+ | * loodwikkel | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.9.9.2 Verschillende wetgevingen die betrekking hebben op de afvoer van gevaarlijke stoffen== | ||
+ | |||
+ | *** Toepasselijkheid Wet milieubeheer(WM)**\\ Voor het bedrijfsleven, | ||
+ | ***Waterwet**\\ | ||
+ | *Verbod lozen op binnenwater | ||
+ | *Verbod lozen op zee\\ (zie nu o.a. Waterwet[[http:// | ||
+ | *** Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs)**\\ De [[http:// | ||
+ | ***Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart**\\ De afval stromen aan boord van binnenvaartschepen (waaronder zich ook gevaarlijke stoffen bevinden) zijn onderhavig aan het hierna genoemde besluit en verdrag.\\ \\ | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *Verdrag inzake de verzameling, | ||
+ | *** Marpol 73/78**\\ [[waterbouw: | ||
+ | *** Sopep, shipboard oil pollution plan**\\ [[waterbouw: | ||
+ | *** Convention on Oil Pollution Preparedness Response and Cooperation**\\ De International [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ==12.9.9.3 Maatregelen m.b.t. de afvoer van gevaarlijke stoffen== | ||
+ | *** Algemeen**\\ | ||
+ | * Probeer de hoeveelheid afval te beperken; | ||
+ | * Lever afval in bij een erkende inzamelaar; | ||
+ | * Gooi nooit afval overboord; | ||
+ | * In het veiligheidsinformatieblad staan onder rubriek 13 “instructies voor verwijdering”. | ||
+ | *** Het afvoeren van chemisch afval:**\\ Chemisch afval moet apart worden ingezameld en afgevoerd. Daarvoor moet het op de juiste wijze verpakt worden. Chemisch afval mag alleen worden afgevoerd en verwerkt door erkende vergunninghouders.\\ | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | *** Het aantoonbaar beheersen van de afvalstromen**\\ __Aan de wal__\\ Het verzamelen en verwijderen van afvalstoffen van bedrijven moet in een milieulogboek worden bijgehouden. Dat geldt voor alle vormen van afval: bedrijfsafval, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.9.10 | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | *** PBM’s en overige beschermingsmiddelen**\\ Op het veiligheidsinstructieblad | ||
+ | * Gelaatsscherm | ||
+ | * handbescherming (zie verder paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | * adembescherming (zie verder paragraaf [[waterbouw: | ||
+ | * schort voor het gebruik bij chemicaliën | ||
+ | * oogdouche | ||
+ | * oogspoelmiddel | ||
+ | |||
+ | *** Pictogram oogdouche**\\ Zorg dat een plaats met een oogdouche goed herkenbaar is aangegeven met het hiervoor geëigende pictogram. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====Verwijzingen==== | ||
+ | **Verwijzingen naar wettelijk kader**\\ | ||
+ | *lijst met aanverwante wetsartikelen van leeswijzer[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Verwijzingen binnen de Arbocatalogus: | ||
+ | *zie verwijzingsmatrix [[waterbouw: | ||
+ | *zie leeswijzer [[waterbouw: | ||
+ | *Bijlage 27 en 28\\ \\ | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Algemene verwijzingen**\\ | ||
+ | *AI blad 26: Veiligheidsinformatiebladen en werkpleketikettering | ||
+ | *AI blad 31: Gevaarlijke stoffen | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===== 12.10 Persoonlijke beschermingsmiddelen===== | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | \\ \\ | ||
+ | **Onderverdeling**\\ | ||
+ | In deze paragraaf worden alle persoonlijke beschermingsmiddelen behandeld die worden gebruikt binnen de Waterbouw. | ||
+ | Hieronder volgt de indeling van deze paragraaf op hoofditems: | ||
+ | |||
+ | ^ paragraaf | ||
+ | ^ 12.10.1 | ||
+ | ^ 12.10.2 | ||
+ | ^ 12.10.3 | ||
+ | ^ 12.10.4 | ||
+ | ^ 12.10.5 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.1 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.2 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.3 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.4 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.5 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.6 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.7 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.8 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.9 | ||
+ | ^::: ^ 12.10.5.10 | ||
+ | |||
+ | \\ \\ | ||
+ | ==== 12.10.1 Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen? | ||
+ | |||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Persoonlijke beschermingsmiddelen bieden de gebruiker een verhoogde bescherming tegen mogelijke schadelijke invloeden welke voortkomen uit de arbeidsomstandigheden op de werkplek. Persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s) zijn arbeidsmiddelen bestemd om door een persoon te worden gedragen. Daarbij mag men het woord ‘persoonlijke’ tevens opvatten als: een pbm wordt op de persoon uitgereikt en is dus bij voorkeur niet voor anderen bestemd. Dat heeft te maken met hygiëne en pasvorm. Het dragen van pbm’s is een ongemak, dat tot een minimum beperkt moet blijven. Het mag daarnaast zeker geen nieuwe risico’s oproepen.\\ | ||
+ | |||
+ | **Arbeidshygiënische strategie**\\ | ||
+ | In de Arbo-wet gaat men er vanuit dat persoonlijke beschermingsmiddelen alleen dan moeten worden gedragen indien er technisch en/of economisch gezien geen andere oplossing om het gevaar af te wenden mogelijk is. | ||
+ | Dit betekent dat voordat het bedrijf tot het verstrekken van pbm’s overgaat iedereen zich zal moeten realiseren, dat een pbm een vierde orde maatregel is (1ste orde is gevaar bij de bron wegnemen, 2de orde is collectieve bescherming, | ||
+ | |||
+ | **Welke risico' | ||
+ | Indien men geen ander alternatief heeft (zie arbeidshygiënische strategie hierboven) kan men met PBM's onder andere de volgende risico' | ||
+ | *letsel aan hoofd, ogen oren, handen, voeten en overige lichaamsdelen; | ||
+ | *inhaleren van stofdeeltjes, | ||
+ | *verstikkingsgevaar; | ||
+ | *verdrinkingsgevaar; | ||
+ | *bevangen worden door lage temperaturen; | ||
+ | *valgevaar | ||
+ | |||
+ | **Definitie**\\ | ||
+ | De wettelijke definitie van pbm luidt:\\ | ||
+ | een middel door een persoon te dragen of vast te houden, ter afwending van een gevaar. | ||
+ | |||
+ | **Toelichting**\\ | ||
+ | Met dragen wordt bedoeld aan het lichaam te dragen, zoals een bril, een helm, een gehoorkap of een handschoen. Ook vasthouden van een pbm is mogelijk, op die manier behoort ook een laskap met handvat of een schild tegen vonken of hitte tot de pbm’s. | ||
+ | |||
+ | **Warenwet, Arbobesluit**\\ | ||
+ | Pbm’s worden zowel in het Arbobesluit als in de Warenwet, Besluit Persoonlijke Beschermingsmiddelen, | ||
+ | |||
+ | **Gratis**\\ | ||
+ | De werkgever moet pbm’s in voldoende mate ter beschikking stellen en alle kosten voor zijn rekening nemen. De werknemer blijft gevrijwaard van kosten van pbm’s. Dus hij behoeft ook niet een eigen bijdrage te betalen ([[http:// | ||
+ | |||
+ | **CE categorieën**\\ | ||
+ | Beschermingmiddelen zijn qua beschermingsniveau in drie categorieën in gedeeld: | ||
+ | |||
+ | ^Categorie | ||
+ | | 1 |gering |stofkapjes, | ||
+ | | 2 |(overig, niet 1 of 3) |(veiligheids)helmen, | ||
+ | | 3 |ernstig (levensbedreigend) |onafh. adembeschermingsapparatuur, | ||
+ | |||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.10.2 PBM-beleid==== | ||
+ | Het Arbobesluit geeft exact aan, op welke wijze moet worden vastgesteld welke pbm’s in de onderscheiden werksituaties zijn vereist. Het Arbobesluit kan worden beschouwd als een protocol.\\ | ||
+ | Zie:\\ | ||
+ | [[http:// | ||
+ | [[http:// | ||
+ | [[http:// | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ==== 12.10.3 Eisen verstrekking pbm’s==== | ||
+ | **Eisen**\\ | ||
+ | Op de werkgever berust de verstrekkingsplicht van pbm’s.\\ | ||
+ | Alle pbm’s moeten worden geleverd conform het Besluit Persoonlijke Beschermingsmiddelen Warenwet. Let onder meer op de CE-markering die ook de risicocategorie aangeeft, waarin ze mogen worden toegepast. | ||
+ | |||
+ | **Draagverplichting**\\ | ||
+ | De werknemer is verplicht de aan hem uitgereikte beschermingsmiddelen in de voorgeschreven situaties te dragen ([[http:// | ||
+ | De draagplicht kan bijvoorbeeld met gebodsborden worden aangegeven. Ook kan daar een tijdfactor aan worden toegevoegd: alleen als de machine draait, of alleen als de waarschuwingslamp brandt.\\ | ||
+ | In de bouw en op vergelijkbare projecten is de draagplicht van de helm algemeen verbindend verklaard, zodat de Arbeidsinspectie ook verbaliserend tegenover werknemers kan optreden. | ||
+ | |||
+ | **Geschiktheid**\\ | ||
+ | Niet alle pbm’s zijn zomaar geschikt voor alle situaties. Per situatie moet vooraf zijn bekeken of het pbm: | ||
+ | * Geschikt is voor het te vermijden gevaar; zelf geen groter gevaar oproepend; | ||
+ | * Geschikt is voor de heersende omstandigheden; | ||
+ | * Voldoet aan ergonomische vereisten; | ||
+ | * Geschikt is voor de drager. | ||
+ | Uit verslaglegging moet blijken of aan alle aspecten is voldaan. | ||
+ | |||
+ | **Combinaties**\\ | ||
+ | Als zich in een werksituatie verschillende gevaren tegelijk voordoen en daarvoor ook verschillende pbm’s worden uitgereikt, dan moeten deze met elkaar goed gecombineerd kunnen worden: het tegelijkertijd dragen van verschillende pbm dient op elkaar te zijn afgestemd. Bijvoorbeeld een halfmasker en een veiligheidsbril mogen elkaar niet in de weg zitten. | ||
+ | |||
+ | **Keuze**\\ | ||
+ | De keuze van een pbm is gebaseerd op: | ||
+ | * wijze van gebruik; | ||
+ | * duur van het dragen; | ||
+ | * ernst van het gevaar; | ||
+ | * frequentie blootstelling; | ||
+ | * kenmerken arbeidsplaats; | ||
+ | * doelmatigheid pbm. | ||
+ | Deze keuzefactoren moeten door leidinggevende en betrokken werknemers gezamenlijk zijn besproken en vastgesteld. De Arbeidsinspectie kan naar het verslag van de keuzeprocedure vragen.\\ De voorschriften m.b.t. de keuze van een persoonlijk beschermingsmiddel zijn vastgelegd in het Arbobesluit zie ([[http:// | ||
+ | |||
+ | **Persoonlijk**\\ | ||
+ | Iedere werknemer heeft recht op zijn eigen pbm.\\ | ||
+ | Als meerdere personen volgtijdig van hetzelfde pbm gebruik moeten maken, zijn aanvullende hygiënische maatregelen nodig. Daarbij is vastgesteld door wie ze tussentijds worden schoongemaakt? | ||
+ | |||
+ | **Informatie gebruik**\\ | ||
+ | De leverancier moet de beschikbare gegevens voor het gebruik erbij leveren. De werknemer moet hiervan tevoren kennis kunnen nemen. | ||
+ | |||
+ | **Doel**\\ | ||
+ | Een pbm dient slechts te worden gebruikt voor het beoogde doel; bijvoorbeeld een stofmasker houdt zwevend stof tegen, maar geen schadelijke dampen bij het verfspuiten. Een stofmasker mag dus niet bij het verfspuiten worden gebruikt. | ||
+ | |||
+ | **Gebruik**\\ | ||
+ | Het gebruik van het pbm moet overeenkomstig de gebruiksaanwijzing zijn. Op een andere manier het pbm gebruiken is dus niet toegestaan. | ||
+ | |||
+ | De werkgever, en daarmee de direct leidinggevende, | ||
+ | * pbm’s in voldoende aantallen beschikbaar zijn; | ||
+ | * pbm’s worden gebruikt; | ||
+ | * pbm’s worden onderhouden, | ||
+ | |||
+ | **Vervanging**\\ | ||
+ | Tevens draagt de werkgever zorg voor: | ||
+ | * Noodzakelijke keuringen voor het goed functioneren van het pbm en vervangingen bij verstrijken van de maximale duur of termijn van het gebruik\\ | ||
+ | |||
+ | Toelichting\\ | ||
+ | Voorbeelden m.b.t. tijdige vervanging van PBM' | ||
+ | *Voor de veiligheidshelm is het van belang om deze tijdig te vervangen. De verlooptermijn van een helm staat in de helm geprint. Na de verloopdatum wordt de sterkte, zoals het schokabsorberend vermogen niet meer gegarandeerd. | ||
+ | *Een signaleringsvest, | ||
+ | Omdat ‘zindelijk houden’ van pbm’s nogal omslachtig is, zal men vaak voor wegwerp pbm’s kiezen, zoals ‘stofsnuitjes’. Ook oordopjes behoren tot de categorie wegwerp pbm’s.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.10.4 Pbm’s voor inleenkrachten==== | ||
+ | |||
+ | **Pbm derden**\\ | ||
+ | Het verstrekken van pbm’s is een plicht van de werkgever en daarmee een recht van de werknemer. De Arbowet hanteert een eigen definitie van werknemer. Als inleenkrachten worden ingezet is de arbowerkgever (de inlener) verantwoordelijk voor het pbm-beleid. In bepaalde gevallen doet de arbowerkgever er daarom goed aan met het uitzendbureau afspraken te maken over de pbm’s die door de inleenkrachten zelf mee genomen moeten worden, met name die pbm’s die maatgebonden zijn, zoals schoenen, kleding. | ||
+ | Als dit niet is gebeurd, is de gezaguitoefenende werkgever (de inlener) verantwoordelijk en aansprakelijk voor het dragen van pbm’s en de eventuele gevolgen van het niet verstrekken of niet dragen.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ====12.10.5 Persoonlijke beschermingen==== | ||
+ | |||
+ | ===12.10.5.1 Hoofdbescherming=== | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De hoofdbescherming wordt gerealiseerd met behulp van een kunststof helm. | ||
+ | |||
+ | **toelichting**\\ | ||
+ | Helmen worden gemaakt van verschillende soorten kunststof. Kunststoffen verouderen door blootstelling aan ultraviolet licht. Het wordt dan bros en breekbaar. Het is daarom zaak een helm tijdig te vervangen.\\ | ||
+ | De levensduur van een helm is afhankelijk van het soort materiaal. Kijk daarom goed in de bijsluiter wat de gemiddelde levensduur is. De productiedatum van de helm staat in de binnenkant gegraveerd (meestal in de klep).\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Let op**\\ | ||
+ | * Plak geen stickers op de helm. De lijm van de sticker kan de kunststof van de helm aantasten.\\ | ||
+ | * Bewaar de helm op een donkere plaats (uit het zonlicht).\\ | ||
+ | * Vervang een helm direct:\\ \\ | ||
+ | * als hij van grote hoogte is gevallen.\\ | ||
+ | * als hij zichtbaar beschadigd is.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Specifieke uitvoeringen**\\ | ||
+ | *Combinatiehelm als zowel gehoorbescherming of gelaatsbescherming en helm moet worden gedragen | ||
+ | *Lashelm indien de lasser werkzaamheden moet uitvoeren waar het dragen van een helm noodzakelijk/ | ||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Letsel aan het hoofd door vallende voorwerpen of stoten. | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Draag de helm altijd: | ||
+ | * daar waar het verplicht is gesteld. | ||
+ | * bij hijs- en hefwerkzaamheden. | ||
+ | * binnen het draaibereik van een kraan. | ||
+ | * bij kans op stoten. | ||
+ | * op een scheepswerf en in droogdok | ||
+ | * als er gevaar bestaat voor vallende of wegspringende voorwerpen.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.2 Oogbescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De oogbescherming wordt gerealiseerd met behulp van een van de volgende beschermingsmiddelen: | ||
+ | *standaard veiligheidsbril | ||
+ | *veiligheidsbril met correctieglazen | ||
+ | *overzetbril | ||
+ | *ruimzichtbril | ||
+ | *lasbril | ||
+ | |||
+ | **toelichting**\\ | ||
+ | |<100% 20% 10% 70% >| | ||
+ | ^type oogbescherming^keuze bepaling^toepassing| | ||
+ | ^standaard veiligheidsbril| voor mensen zonder oogafwijking|Indien er kans is dat de ogen geraakt kunnen worden door grovere deeltjes zoals bij de volgende werkzaamheden: | ||
+ | ^veiligheidsbril met correctieglazen| voor mensen met een oogafwijking|Zie opsomming bij standaard veiligheidsbril| | ||
+ | ^overzetbril|om te dragen over een gewone bril|Zie opsomming bij standaard veiligheidsbril | ||
+ | ^ruimzichtbril| zie toepassing|Indien er kans is dat kleine deeltjes de ogen kunnen raken zoals bij de volgende werkzaamheden: | ||
+ | ^las/ | ||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Oogletsel door rondvliegende deeltjes en gevaarlijke straling. | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Draag de het juiste type oogbescherming volgens tabel altijd: | ||
+ | * daar waar het verplicht is gesteld. | ||
+ | * tijdens algemene reparatie werkzaamheden, | ||
+ | * bij werkzaamheden in sterk verontreinigde lucht met stuivende stof- of roetdeeltjes | ||
+ | * bij aanwezigheid van ogen prikkelende gassen of dampen | ||
+ | * bij gebruik van apparaten die schilfers of andere deeltjes rondslingeren.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.3 Gelaatsbescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De gelaatsbescherming kan worden gerealiseerd door: | ||
+ | *een gelaatsscherm bij het werken met agressieve vloeistoffen of werkzaamheden waar scherpe rondvliegende deeltjes kunnen vrijkomen | ||
+ | *een laskap/ | ||
+ | De gelaatsbescherming beschermt het gehele gelaat tot aan de hals tegen de hieronder genoemde risico' | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Letsel aan het gelaat door spatten van agressieve vloeistoffen, | ||
+ | |||
+ | **toelichting**\\ | ||
+ | De uitvoering en het materiaal van de gelaatsbescherming kan verschillen per risico. Het duidelijkst geldt dit voor de gelaatsbescherming tijdens electrisch lassen en de overige genoemde risico' | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Draag het juiste type gelaatbescherming altijd: | ||
+ | * daar waar het verplicht is gesteld.\\ | ||
+ | * gelaatsscherm: | ||
+ | *bij het werken met chemicaliën.\\ | ||
+ | *bij het opspatten van verontreinigde grond.\\ | ||
+ | *bij het wisselen van de tanden van een cutter of sleepkop en het werken aan/ | ||
+ | * laskap/ | ||
+ | *bij laswerkzaamheden met vlamboog (electrisch lassen).\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.4 Gehoorbescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | Gehoorbescherming beschermt het gehoor tegen een te hoge geluidsdosis en geluidsniveau | ||
+ | |||
+ | **toelichting** | ||
+ | Er zijn twee soorten oorbescherming: | ||
+ | * Bescherming óp het oor: oorkappen. Deze worden gedragen als er slechts een korte periode sprake is van geluidshinder.\\ | ||
+ | * Bescherming ín het oor: oordopjes, gehoorwatten of oorrolletjes. Bij een langdurige blootstelling aan schadelijk geluid worden otoplastieken aanbevolen (op maat gemaakte gehoorbeschermers).\\ | ||
+ | Zie voor verdere informatie over verschillende typen gehoorbescherming etc. onder hoofdstuk " | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Let op**\\ | ||
+ | Plaats gehoorbeschermingsmiddelen altijd met schone handen in de oren om infectie van de gehoorgang te voorkomen.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Beschadiging van het gehoor door een te hoge geluidsdosis en/of geluidsniveau | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Draag gehoorbescherming altijd: | ||
+ | * op werkplekken waar het verplicht is. | ||
+ | * bij een dagdosis vanaf 85dB(A)of piekgeluidsdruk > 140Pa (op signaalborden aangegeven).\\ \\ | ||
+ | |||
+ | Voor de gehoorbescherming zijn ook de maatregelen van toepassing die omschreven staan in de volgende beleidsregel voor de Waterbouw: | ||
+ | [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.5 Voetbescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De voetbescherming wordt gerealiseerd door het dragen van veiligheidsschoeisel (veiligheidsschoenen of –laarzen)\\ | ||
+ | Veiligheidsschoeisel is voorzien van: | ||
+ | * stalen neuzen en eventueel stalen tussenzolen | ||
+ | * oliebestendige zolen met antislip profiel | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Voetletsel door beknelling, doorboring, stoten of vallende voorwerpen\\ | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Draag veiligheidsschoeisel altijd: | ||
+ | * waar het verplicht is. | ||
+ | * aan boord van alle baggervaartuigen, | ||
+ | * in werkplaatsen en magazijnen. | ||
+ | * op het stort. | ||
+ | * op reparatiewerven en droogdokken\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.6 Handbescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De handbescherming wordt gerealiseerd door veiligheidshandschoenen | ||
+ | |||
+ | **toelichting**\\ | ||
+ | Voor iedere toepassing is er wel een specifieke werk- of veiligheidshandschoen. Vooral bij het werken met bijtende en corrosieve stoffen is de juiste keuze van handschoenen heel belangrijk!\\ \\ | ||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Letsel aan handen door snijden, schaven, schavielen, agressieve stoffen, warme voorwerpen | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | In onderstaande tabel is aangegeven welke handschoenen men moet dragen bij bepaalde werkzaamheden\\ | ||
+ | |<100% 45% 55%>| | ||
+ | ^soort handschoen^toepassing | ||
+ | |**Leer of kunststof handschoenen met rugzijde van textiel**|- Dekwerkzaamheden waaronder werken met staaldraden en trossen | | ||
+ | |::: |- arbeid in de scheepvaart | ||
+ | |::: |N.B. niet voor chemicaliën | ||
+ | |**Leer of kunststof handschoenen (grote weerstand tegen insnijden)**|- verplaatsen van zware voorwerpen| | ||
+ | |::: |- afbramen | ||
+ | |::: |- boren | | ||
+ | |::: |- slijpen | ||
+ | |::: |- andere arbeid waarbij metaaldeeltjes wegspringen | | ||
+ | |**Glad leren handschoenen met wijsvinger en duim** | ||
+ | |**Vloeistofdichte rubber of kunststof handschoenen** | ||
+ | |::: |- verwerken van kunststoffen | ||
+ | |::: |- verwerken van verf | | ||
+ | |::: |- organische oplosmiddelen | ||
+ | |::: |- bijtende vloeistoffen | ||
+ | |::: |- verwijderen van asbesthoudend materiaal | ||
+ | |::: |- verwijderen van keramische vezels | ||
+ | |::: | ||
+ | |**Leren handschoenen met kunststof vulling** | ||
+ | |::: | ||
+ | |**Vinyl (wegwerphandschoenen)** | ||
+ | \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.7 Adembescherming === | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | Adembeschermingsmiddelen moeten ervoor zorgen dat de luchtwegen beschermd worden tegen diverse soorten risico' | ||
+ | |||
+ | **verschillende typen adembeschermingsmiddelen**\\ | ||
+ | De verschillende typen adembeschermingsmiddelen worden onderverdeeld in de volgende hoofdgroepen: | ||
+ | * omgevingsluchtafhankelijke beschermingsmiddelen\\ Deze bestaan uit een masker en een filter. Men ademt door het filter, waarbij de omgevingslucht wordt ontdaan van de ongewenste en schadelijke bestanddelen. | ||
+ | * omgevingslucht-onafhankelijke beschermingsmiddelen\\ Hierbij wordt schone lucht toegevoerd via een slang of uit cilinders. | ||
+ | |||
+ | __De omgevingsluchtafhankelijke adembeschermingsmiddelen worden onderverdeeld in: | ||
+ | * stoffilters | ||
+ | * gasfilters | ||
+ | |||
+ | Stoffilters: | ||
+ | De stoffilters worden weer onder verdeeld in P1. P2 en P3 filters, waarbij het P3 filter de meeste bescherming biedt tegen zeer fijn stof (99,95% van de aangeboden deeltjes worden afgevangen) en P1 bedoeld is voor grof stof (80% van de aangeboden deeltjes worden afgevangen). P2 valt hier tussen (94% van de aangeboden deeltjes worden afgevangen). Een nadere aanduiding voor deze filters die men nog kan tegenkomen (inmiddels vervallen*) zijn de letters S en SL. S wil zeggen: uitsluitend geschikt voor het fiteren van vaste stofdeeltjes. SL wil zeggen: geschikt voor neveldeeltjes in aërosolvorm (in de lucht zwevende vaste- en vloeibare deeltjes). | ||
+ | |||
+ | Gasfilters: | ||
+ | De gasfilters worden onderverdeeld in de soorten gassen of dampen die kunnen worden gefilterd. Deze onderverdeling vindt plaats door een kleur en lettercode (zie tabel hieronder). Verder is er voor deze gasfilters een onderverdeling gemaakt in de klassen 1, 2 en 3. Klasse 1 biedt weerstand aan maximaal 0,1 volumeprocent gassen of dampen. Klasse 2 biedt weerstand aan 0,5 volumeprocent en klasse 3 aan 1 volumeprocent (=10.000ppm)\\ | ||
+ | |||
+ | __De uitvoeringen van de omgevingslucht-onafhankelijke beschermingsmiddelen__\\ | ||
+ | De omgevingslucht-onafhankelijke beschermingsmiddelen komt men in allerlei verschijningsvormen tegen. Bijvoorbeeld: | ||
+ | *Luchtkap in combinatie met motoraangedreven aanblaasfilter | ||
+ | *Luchtkap aangesloten via een slang op een ringleidingsystemen | ||
+ | *ademhalingstoestellen (voorheen persluchtmasker genoemd). | ||
+ | |||
+ | __De uitvoeringen van de omgevingsluchtafhankelijke beschermingsmiddelen__\\ | ||
+ | De uitvoeringen van deze adembeschermingsmiddelen zijn te verdelen in de volgende soorten:\\ | ||
+ | * stofmaskers (snuitjes) - zie tekening hieronder links | ||
+ | * halfgelaatsmasker - zie tekening hieronder in het midden | ||
+ | * volgelaatsmasker - zie tekening hieronder rechts\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | Stofmaskers: | ||
+ | Bij de stofmaskers (snuitjes) is het gelaatstuk tevens filter en beschermt uitsluitend tegen vaste- of vloeibare deeltjes. De bovengenoemd filtercode P1 t/m P3 wordt voor deze filters voorafgegaan door de code FF dit duidt op " | ||
+ | |||
+ | Half- en volgelaatmaskers: | ||
+ | De halfgelaatsmaskers en volgelaatsmaskers sluiten mond en neus af, waarbij de volgelaatsmaskers ook de ogen afschermen. Deze maskers zijn voor de filtering voorzien van (verwisselbare) filterbussen.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **toelichting**\\ | ||
+ | Het gebruik van een bepaald type filtermaskers is afhankelijk van de soort luchtverontreiniging op de werkplek (gassen, dampen of stoffen of een combinatie). Voor het bepalen van de juiste filterkeuze moet men dus over de volgende informatie beschikken: | ||
+ | *soort gas of damp met bijbehorende concentratie (klasse) dat men wil filteren | ||
+ | *soort stof dat men wil filteren (grof, fijn of zeer fijn) met eventuele neveldeeltjes in aërosolvorm | ||
+ | *gegevens over eventuele combinaties van bovenstaande gassen, | ||
+ | De filtermaskers (afhankelijke adembescherming) mogen nooit gebruikt worden waar zuurstoftekort wordt vermoed.\\ | ||
+ | |||
+ | **filterende werking**\\ | ||
+ | Het masker moet in overeenstemming zijn met het filterend vermogen. De filterende werking mag b.v. niet ongedaan gemaakt worden door lekkage langs het gelaatsstuk van het masker. Dit is dus een belangrijk item bij mensen die een brildragen of gezichtbeharing hebben.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **filterbussen**\\ | ||
+ | * De filterbussen die gebruikt kunnen worden op de bovengenoemde gelaatsmaskers filteren afhankelijk van de soort, bepaalde gassen, dampen of deeltjes uit de lucht. De codes voor de verschillende soorten gassen en dampen die kunnen worden gefilterd hebben elk hun eigen kleur en letteraanduiding zoals aangegeven in onderstaande tabel\\ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | * Verder zijn er filterbussen voor het filteren van stof met de onderverdeling zoals boven genoemd (P1, P2 en P3 met een aanvullende aanduiding S of SL* (zie opm. hierboven)) | ||
+ | * Er zijn ook combinatiefilters die meerdere soorten gassen en stof kunnen filteren. In dat geval staan de betreffende kleuren onder elkaar op de bus afgebeeld en staat de specificatie in de code aangegeven.\\ | ||
+ | |||
+ | **richtlijnen voor vervangen van filters** | ||
+ | * stoffilters\\ \\ | ||
+ | *De gebruiksduur of doorslagtijd van het filter wordt bereikt als er in het masker een vorm van ademweerstand merkbaar wordt. | ||
+ | *Gebeurt dit binnen een tijdstermijn van een achturige werkdag, dan dient het filter direct te worden vervangen. | ||
+ | *Stoffilters voor schadelijke stoffen mogen slechts eenmalig worden ingezet. | ||
+ | *Filterende gelaatstukken dienen niet langer dan acht uur of maximaal gedurende een werkdag te worden gebruikt (tenzij de fabrikant anders aangeeft, met inachtname van de schoonmaakinstructies). In geval van kankerverwekkende stoffen, zoals kwarts, moet het gelaatstuk na één keer gebruiken worden verwijderd. | ||
+ | *Bij overmatige transpiratie en zeer vochtige ademlucht (verkoudheid) kunnen filterende gelaatsstukken eerder verzadigd raken, vervanging om hygiënische redenen is dan gewenst. | ||
+ | |||
+ | * Filterbussen\\ \\ | ||
+ | *NEN-EN 141 geeft de capaciteitseisen aan. De doorbraaktijden worden bepaald door het soort gas, de eigenschappen ervan en de concentratie. | ||
+ | *De doorbraaktijd kan negatief worden beïnvloed door luchtvochtigheid, | ||
+ | *men kan ook het zekere voor het onzekere nemen door iedere dag de filterbus te vervangen. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | *Inademen van giftige of schadelijke stoffen | ||
+ | *Inademen van lucht met te weinig zuurstof (minder dan 19%) wat meestal een acuut gevaar tot gevolg heeft\\ | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | Uit een risico-inventarisatie moet blijken of werken met adembescherming noodzakelijk is en zo ja, welk type. Factoren die daarbij een rol spelen zijn o.a. de soort verontreiniging en de concentratie ervan, het zuurstofgehalte, | ||
+ | |||
+ | //Draag filtermaskers altijd:// \\ | ||
+ | * als dit is aangegeven in het veiligheidsplan. | ||
+ | * als de mogelijkheid bestaat dat de bovengenoemde giftige of schadelijke stoffen/ | ||
+ | //Draag filtermaskers nooit:// \\ | ||
+ | * in besloten ruimten (in verband met het zuurstofgehalte).\\ | ||
+ | //Draag omgevingsluchtonafhankelijke maskers altijd: // \\ | ||
+ | * als uit metingen blijkt dat in een ruimte het zuurstofpercentage minder is dan 19 vol.%.\\ | ||
+ | * als uit metingen blijkt dat de concentratie verontreiniging die maximaal voor een filtermasker is toegestaan wordt overschreden.\\ | ||
+ | * in besloten ruimten indien hier giftige of schadelijke stoffen/ | ||
+ | | ||
+ | |||
+ | **Informatie over ademhalingstoestellen [voorheen persluchtmaskers]**\\ | ||
+ | Omdat de ademhalingstoestellen in de Waterbouw veel voorkomen aan boord van de schepen en drijvende werktuigen hierover de volgende informatie: | ||
+ | |||
+ | *__Onder welke omstandigheden gebruikmaken van ademhalingstoestellen__: | ||
+ | * bij hoge concentraties giftige stoffen en/of zuurstofconcentratie kleiner dan 19% | ||
+ | * voor alle werkzaamheden, | ||
+ | *__Specifieke informatie over het gebruik van ademhalingstoestellen: | ||
+ | * ALLEEN te gebruiken door gediplomeerde werknemers. | ||
+ | * Speciale medische KEURING vereist. | ||
+ | * NIET baarddragend. | ||
+ | * NOOIT alleen werken, altijd een reddingslijn gebruiken bij het betreden van besloten ruimten. In deze gevallen dient een derde man met een gebruiksgereed onafhankelijk werkend adembeschermingsmiddel (persluchtmasker) klaar te staan. | ||
+ | *__Keuringen beproevingen perslucht flessen: | ||
+ | * 200 bar-flessen; | ||
+ | * 300 bar-flessen; | ||
+ | * Beproeven onder toezicht van een ambtenaar van het stoomwezen.\\ | ||
+ | *__ Reinigen en onderhoud__\\ \\ | ||
+ | * Na elk gebruik het gelaatsstuk en de automaat demonteren en schoonspoelen. | ||
+ | * Daarna reinigen en desinfecteren, | ||
+ | * Alle onderdelen zorgvuldig (niet in de zon) drogen en monteren, waarbij alle rubber dichtingsvlakken zeer licht met talkpoeder worden ingesmeerd. | ||
+ | * Worden de flessen aan boord gevuld door middel van een “leeflucht” kompressor, dan zorgvuldig de instructies van de kompressorsfabrikant volgen. | ||
+ | * Na gebruik persluchtmasker het geheel direct weer gebruiksklaar maken, een volle fles monteren en opbergen. | ||
+ | *__ Testen van apparatuur__\\ \\ | ||
+ | * Ten minste elke 3 maanden alle toestellen controleren door middel van de hieronder aangegeven beproeving: | ||
+ | * De afsluiter op de fles een halve slag openen en de druk aflezen op de manometer (moet minstens 95% zijn). | ||
+ | * De fles weer sluiten. Hierna één minuut wachten, na één minuut mag de druk niet noemenswaardig gedaald zijn, anders is er ergens lekkage. | ||
+ | * Indien er lekkage is, de oorzaak hiervan opsporen en verhelpen! | ||
+ | * Het toestel met de automaat voorzichtig drukloos maken. | ||
+ | * Controleer de juiste instelling en de werking van het terugtochtsignaal. | ||
+ | * Ten minste elke 6 maanden de toestellen controleren volgens de fabrieksinstructies. Hierbij speciale aandacht besteden aan alle rubber onderdelen. | ||
+ | * Ten minste 1x per jaar de persluchtflessen met verse lucht (laten) vullen.\\ | ||
+ | * Inspecties moeten worden aangetekend in het scheeps-/ | ||
+ | |||
+ | Voor de ademhalingsbescherming zijn ook de maatregelen van toepassing die omschreven staan in de volgende beleidsregels voor de Waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.10.5.8 Bescherming van overige lichaamsdelen=== | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | De bescherming van overige lichaamsdelen gebeurt in principe door het dragen van de juiste werkkleding. | ||
+ | Het begrip ‘werkkleding’ verdient nadere toelichting. Werkkleding is kleding die beroepshalve wordt gedragen, maar vaak ook enige bescherming biedt, bijvoorbeeld tegen vuil en stof, of tegen weersinvloeden zoals regen en koude. \\ | ||
+ | Werkkleren zijn echter niet altijd beschermingsmiddelen in de zin van de Arbowet. Onderstaand lijstje geeft een idee | ||
+ | |||
+ | |||
+ | Tabel met indicatie of de genoemde werkkleding/ | ||
+ | ^Werkkleding | ||
+ | |Overall | nee |tegen vuil en stof | | ||
+ | |Lasoveralls | ja |ook tegen lasvonken | | ||
+ | |Doorwerkpak/ | ||
+ | |Floatercoverall | ja |bij verdrinkingsgevaar | | ||
+ | |Rubber laarzen | nee/ | ||
+ | |||
+ | **Speciale beschermende kleding**\\ | ||
+ | Verder is er ook nog een categorie met speciale beschermende kleding. De voornaamste items worden in onderstaande tabel genoemd: | ||
+ | |||
+ | Tabel met speciale beschermende kleding/ | ||
+ | |<100% 25% 75%>| | ||
+ | ^Omschrijving^Toepassing| | ||
+ | |Vloeistofdichte overkleding waaronder: \\ overalls zonder zakken | Tijdens het werken met/ | ||
+ | |Rubber laarzen met stalen neuzen\\ (eventueel met stalen tussenzolen)|Tijdens het werken met/ | ||
+ | |Signalerings-, | ||
+ | |||
+ | **risico' | ||
+ | Het niet dragen van de juiste werkkleding(pbm' | ||
+ | *brandwonden bij niet dragen lasoverall | ||
+ | *door de koude bevangen worden en verdrinking bij het niet dragen van een floatercoverall | ||
+ | *aantasting van de huid door chemicaliën | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | De bovengenoemde werkkleding(pbm' | ||
+ | |||
+ | |||
+ | === 12.10.5.9 Valbeveiliging (bij het vallen van hoogte)=== | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **begripsbepaling**\\ | ||
+ | |||
+ | In de Waterbouw bestaat het persoonlijk valbeschermingssysteem meestal uit een van de volgende samenstellingen: | ||
+ | |||
+ | *harnasgordel met een vanglijn en valdemper | ||
+ | *harnasgordel met een valstopapparaat en oprolsysteem | ||
+ | |||
+ | In hoofdstuk [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Nadeel van systeem met vanglijn en valdemper: | ||
+ | Het nadeel van het systeem met een vanglijn en valdemper is de benodigde vrije hoogte die beschikbaar moet zijn __onder het ophangpunt__ van de vanglijn (dit is minimaal 6 mtr afhankelijk van fabricaat). | ||
+ | |||
+ | **Uitzonderingssituatie waar men zonder valdemper mag werken**\\ | ||
+ | Bij het systeem harnasgordel met vanglijn en valdemper is de valdemper van levensbelang om de val te breken. Er wordt gesteld dat "een systeem met vanglijn zonder valdemper" | ||
+ | Op bovenstaande wordt echter één uitzondering gemaakt en dat is bij het gebruik van een harnasgordel en vanglijn in een werkbak of een bak van een hoogwerker. Bij deze uitzonderingssituatie mag men namelijk het harnasgordel met een korte vanglijn (maximaal 1,5 mtr) zonder valdemper gebruiken. De reden hiervoor is dat men in deze situatie met een korte vanglijn (dus valhoogte erg klein bij een calamiteit) waarschijnlijk minder risico' | ||
+ | |||
+ | **De lengte van de vanglijn**\\ | ||
+ | Bij het systeem harnasgordel, | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **risico**\\ | ||
+ | Bij het vallen van hoogte kan men letsels van allerlei aard oplopen. | ||
+ | |||
+ | **maatregelen**\\ | ||
+ | __Draag een harnasgordel en vanglijn met valdemper of harnasgordel met valstopapparaat en oprolsysteem altijd bij: | ||
+ | * werken op hoogte waarbij geen andere mogelijkheid tot beveiliging bestaat. | ||
+ | | ||
+ | __Draag een harnasgordel met korte vanglijn en zonder valdemper altijd bij: __ | ||
+ | * werken vanuit een aan een kraan hangende werkbak. | ||
+ | * werken vanuit de bak van een hoogwerker | ||
+ | |||
+ | |||
+ | __Draag een harnasgordel met lange veiligheidslijn altijd bij:__ | ||
+ | * werken in besloten ruimten. | ||
+ | * werken aan dek bij zwaar weer. | ||
+ | (in de laatst genoemde gevallen is dit geen valbeveiliging maar een beveiliging om iemand in noodgevallen uit een besloten ruimte te kunnen halen of om te voorkomen dat iemand overboord slaat) \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **keuringen**\\ | ||
+ | De valbeveiligingsmiddelen inclusief de accessoires dienen minimaal 1 x per jaar door een door de fabrikant geautoriseerde deskundige te worden geïnspecteerd en van een nieuwe keuringssticker te worden voorzien.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | **P.S.**\\ | ||
+ | Zoals reeds bovengenoemd wordt de valbeveiliging in het hoofdstuk [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | |||
+ | ===12.10.5.10 Beveiliging tegen verdrinking (reddings/ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | **Begripsbepaling**\\ | ||
+ | Reddings/ | ||
+ | |||
+ | **Verschil tussen reddingsvesten voor calamiteiten en reddings/ | ||
+ | De reddingsvesten voor calamiteiten zijn die reddingsvesten die wettelijk verplicht zijn voorgeschreven aan boord van schepen en drijvende werktuigen en vermeld staan in het veiligheidsplan. Deze reddingsvesten behoren tot groep veiligheidsmiddelen die specifiek ontworpen zijn als persoonlijk beschermingsmiddel tijdens een noodsituatie bij "schip verlaten" | ||
+ | |||
+ | **Specificatie van reddings/ | ||
+ | Het persoonlijk beschermingsmiddel dat de sector Waterbouw als minimum eis voorschrijft in de bovenomschreven werksituaties is: | ||
+ | *automatisch opblaasbaar reddings/ | ||
+ | *het zelfoprichtend vermogen van het reddings/ | ||
+ | |||
+ | **Specificatie van reddingsvest voor calamiteiten aan boord van schepen/ | ||
+ | In noodsituaties bij calamiteiten aan boord van schepen en drijvende werktuigen altijd de reddingsvesten dragen die zijn voorgeschreven volgens het certificaat van het desbetreffende schip of drijvend werktuig.\\ | ||
+ | In enkele gevallen zoals bij de binnenvaart komen de nomen van de voorgeschreven reddingsvesten overeen met de normen die zijn voorgeschreven voor de reddings/ | ||
+ | N.B. De specificaties van de voorgeschreven reddingsvesten in de Binnenvaart zoals aangegeven in artikel 10.05 van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995 zijn : EN 395 : 1998, EN 396 : 1998, EN ISO 12402-3 : 2006 of EN ISO 12402-4 : 2006. Hierbij dient vermeld te worden dat de normen EN 395 : 1998 en EN 396 1998 inmiddels vervallen zijn en vervangen zijn door EN ISO 12402-3 : 2006 en EN ISO 12402-4 : 2006. Verder dient vermeld te worden dat het reddingsvest volgens de norm EN ISO 12402-4 : 2006 maar een opdrijvend vermogen heeft van 100 Newton en dat vinden we in de Waterbouw in de werksituaties onvoldoende.\\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | **Speciale uitvoering van reddings/ | ||
+ | De hoes van het bovengenoemde standaard reddings/ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | \\ **Risico' | ||
+ | Het zal duidelijk zijn dat er bij werkzaamheden op of bij het water, bij het opstappen vanaf de wal op drijvend materieel of omgekeerd of bij het aan- of van boord gaan een groot gevaar is om in het water te vallen. Bij het in het watervallen kan men letsel oplopen door dat men tijdens de val iets raakt en verder is er na het te water raken het verdrinkingsrisico.\\ | ||
+ | |||
+ | **Maatregelen**\\ | ||
+ | Om de gevolgen van het in het water vallen tot een aanvaardbaar risico te reduceren heeft de sector Waterbouw het dragen van een reddings/ | ||
+ | *Bij het opstappen van de wal op een drijvend object en omgekeerd | ||
+ | *Bij het aan- en van boord gaan van schepen, drijvende werktuigen, pontons etc | ||
+ | *Bij het werken op of bij het water waarbij men niet kan rekenen op een veilige bescherming door middel van relingwerk (bijvoorbeeld Multicats, sleepboten, kleine bootjes etc.). | ||
+ | *Bij las- en brandwerkzaamheden gebruik maken van een specifiek type reddings/ | ||
+ | *N.b. Het reddings/ | ||
+ | ***Aantrekken van een automatisch opblaasbaar reddings/ | ||
+ | {{waterbouw: | ||
+ | |||
+ | *Aantrek en draaginstructies: | ||
+ | *Draag het reddings/ | ||
+ | *Open de sluiting en trek het reddings/ | ||
+ | *Sluit de sluiting | ||
+ | *Stel de band zodanig in dat er in aangetrokken toestand ongeveer 2 cm (2 vingers) tussen band en lichaam passen. | ||
+ | *Alleen een goed op het lichaam vastgemaakt reddingsvest kan een persoon in het water in de juiste stabiele rugwaartse positie houden | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | **Inspectie van reddings/ | ||
+ | * Controleer uw reddingvest altijd vóór u het aantrekt. | ||
+ | * Eens per jaar moet de drager van het reddingvest een zogenaamde eerstelijnscontrole doen:\\ \\ | ||
+ | * Controleer of het CO2 patroon vol is. | ||
+ | * Controleer of het smelttablet aanwezig is. | ||
+ | * Controleer de gebruiksklare opblaasautomaat (gespannen). | ||
+ | * Voer een luchtdichtheidstest uit (opblazen met de mond). | ||
+ | * Noteer de inspectiedatum op het label aan de binnenkant met een watervaste stift. | ||
+ | * Iedere twee jaar moeten reddingvesten door een deskundige worden gecontroleerd en van een nieuwe keuringssticker worden voorzien die de eerst volgende keuringsdatum aangeeft.\\ \\ | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | ===Verwijzingen=== | ||
+ | |||
+ | __verwijzingen naar wetgeving: | ||
+ | basisinformatie over wet- en regelgeving m.b.t. PBM' | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | |||
+ | overige informatie over wet- en regelgeving m.b.t. PBM' | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | *[[http:// | ||
+ | Voor de complete lijst met aanverwante artikelen zie de [[waterbouw: | ||
+ | |||
+ | __Verwijzingen binnen Arbocatalogus: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | *[[waterbouw: | ||
+ | | ||
+ | 1* het betreft hier persoonlijke __ademhalings__beschermingsmiddelen\\ | ||
+ | |||
+ | __Verwijzing algemeen: | ||
+ | *ATC 4: Opzetten van een PBM beleid | ||
+ | |||
+ | {{page> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||