23 Medewerkers

Hoofdindeling van hoofdstuk 23


23.1 Medewerkers algemeen

Het gaat hierbij om medewerkers die instromen via hoofdkantoor, landenvestiging of vestiging in een werelddeel(area).

Onderwerpen
In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:
Voorlichting, onderricht en deskundigheid.

23.1.1 Voorlichting en onderricht

Dit artikel is positief getoetst door de Inspectie SZW als onderdeel van de Arbocatalogus Waterbouw.


Begripsbepaling
Buiten de benodigde basisopleiding met bijbehorende certificaten, kennis en ervaring vormen voorlichting en onderricht van medewerkers de basis voor de vereiste deskundigheid binnen een functie en/of specifieke taak. Verder is deskundigheid weer de basis voor veilig werken. In dit hoofdstuk wordt specifiek ingezoomd op het aspect arbeidsomstandigheden. Mensen moeten op voorhand zijn geïnformeerd over de gevaren die verbonden zijn met de uit te voeren werkzaamheden en maatregelen die gericht zijn op vermindering van die gevaren. Kernpunt hierbij is dat iedereen bekend is met de risico's van de werkzaamheden en elkaar hierover kan en mag aanspreken.

Risico
Als voorlichting en onderricht niet zijn begrepen kan dit grote risico's voor zowel de medewerkers als hun omgeving tot gevolg hebben.

Maatregelen
Maatregelen om de genoemde risico's te ondervangen zijn gericht op het zo duidelijk mogelijk overbrengen van informatie, zowel voorafgaand als tijdens de uitvoering van werkzaamheden. Hierbij kan gedacht worden aan verschillende benaderingen:

  • Basisinformatie
  • Continue voorlichting
  • Trainingen en cusussen



cursus aan boord van het materieel

23.1.1.1 Basisinformatie

Maatregelen - algemeen
Basisinformatie over veilig werken wordt bij voorkeur gegeven voordat met werkzaamheden wordt begonnen. Hierbij is het zaak om onderscheid te maken in algemene voorlichting en specifieke voorlichting. Algemene voorlichting kan bijvoorbeeld bestaan uit voorlichting tijdens de introductie, een (door het bedrijf eventueel verplicht te volgen) cursus basisveiligheid waterbouw, aangevuld met projectgerelateerde informatie. Algemene voorlichting kan op het kantoor worden verzorgd, terwijl specifieke veiligheidsvoorlichting door (of namens) de projectleiding op locatie wordt verzorgd. Deze specifieke voorlichting dient in ieder geval te worden gegeven in een voor de medewerkers begrijpbare taal en vorm.

Let op!
De werknemer, die belast is met de bediening van (gevaarlijke) arbeidsmiddelen moet voldoende geïnstrueerd en opgeleid zijn. Voor bepaalde arbeidsmiddelen, c.q. hun bedieners zijn wettelijke eisen vastgelegd. Vaak mag men met een eigen bedrijfsopleiding volstaan. Het uitbesteden aan erkende opleiders verdient aanbeveling en is in bepaalde gevallen verplicht.

Maatregelen - sectorniveau
De sector waterbouw heeft als basisinformatie de volgende specifieke zaken ontwikkeld m.b.t. voorlichting en onderricht:

informatiebron inhouddoelgroepuitvoering laatste versie
Veiligheidsinstructies Instructies op het gebied van veiligheid m.b.t de sector WaterbouwAlle medewerkers in de sector Waterbouw [wordt uitgereikt bij indiensttreding van nieuwe
medewerkers]
Boekje A6 formaat 2012
Posters op het gebied van veiligheidDiverse onderwerpenAlle medewerkers in de sector
Waterbouw
A2/A3 formaat
Veiligheidsfilm“Neem de tijd voor veiligheid”. Informatie over algemene veiligheidsonderwerpenAlle medewerkers in de sector
Waterbouw
CD rom versie 2007
ArbocatalogusTotaal pakket aan informatie over de arbeidsomstandigheden in de Waterbouw
inclusief alle risico's en te nemen maatregelen
(de Arbocatalogus bestaat uit de volgende onderdelen:
handboek VGM, Veiligheidsignalisatie, Veiligheidsinstructies en opleidingsinformatie)
Alle medewerkers in de sector
Waterbouw
website lopend jaar

Maatregelen - bedrijfsniveau

De vormen van verstrekking van basisinformatie m.b.t. arbo-omstandigheden bij de bedrijven zijn o.a.:

  • Introductie voor nieuwe medewerkers bij indiensttreding of functiewijziging (n.b. dit geldt voor alle werknemers op kantoren, werkplaatsen, magazijnen, projecten, werktuigen etc.)
    Tijdens de introductie zijn o.a. de volgende items van belang:

    • organisatie (waar van toepassing inclusief organisatie bij consultant/klant)
    • beschrijving van het werk
    • specifieke informatie over het werk/werkplaats/project/werktuig etc. inclusief risico's en de te nemen maatregelen
    • taken en verantwoordelijkheden op het/de werk/werkplaats/project/werktuig etc
    • EHBO/BHV/Emergency Response
    • PBM beleid
    • afspraken bij het bezoeken van een werktuig
  • Introductie voor bezoekers op locaties die risico's met zich meebrengen (denk hierbij aan projecten, werkplaatsen, werktuigen etc.)
  • Opstartvergaderingen bij de start van nieuwe projecten

Voor specifieke werkzaamheden binnen de afzonderlijke bedrijven dient bovenstaand basisinformatiepakket waarnodig aangevuld te worden.

23.1.1.2 Continue voorlichting

Maatregelen - bedrijfsniveau
Continue voorlichting vindt doorgaans plaats door informele gesprekken tussen medewerkers onderling. Hierbij wordt idealiter de jongere generatie door de oudere generatie ingewijd in de geheimen van veilig werken, veelal direct tijdens de uitvoering van het werk. Door veranderingen in wet- en regelgeving dienen leidinggevenden bedacht te zijn op mogelijke ingeslopen werkmethodes die na beoordeling als onveilig zijn gekenmerkt. In dit geval zal de voorlichting door de jongere generatie aan de oudere worden gegeven. Uiteraard zal aanvullende voorlichting over te volgen werkmethoden, te gebruiken middelen en te nemen maatregelen worden verzorgd voorafgaand aan elke nieuwe activiteit.
Een belangrijke vorm van continue voorlichting zijn de “Veiligheidsbijeenkomsten”. Deze bijeenkomsten zijn er in diverse uitvoeringsvormen. Zie hiervoor "Introductie- en veiligheidsbijeenkomsten" in hoofdstuk 10.3.2) en "Veiligheidsbijeenkomsten" in deel wetgeving.


“toolboxmeeting” in de praktijk (onderdeel van “Veiligheidsbijeenkomsten”)

Onder het item continue voorlichting behoort ook de volgende maatregel: Voorlichting en onderricht aan zwangere werknemers en werknemers tijdens lactatie. (zie voor deze maatregel de beleidsregel waterbouw BR 8)

23.1.1.3 Cursussen en trainingen

Maatregelen – sectorniveau
De Waterbouwbranche hecht veel waarde aan het stimuleren van opleiding en scholing op het gebied van arbeidsomstandigheden en veiligheid. Nationale en internationale overheden en opdrachtgevers stellen steeds hogere eisen aan de inzet van werknemers. Dat kan gaan om veiligheidsaspecten, zoals het bestrijden van brand, het voorkomen en behandelen van ongevallen, maar ook op andere gebieden komt er steeds meer regelgeving. Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw biedt o.a. arbocursussen aan voor die werknemers die vallen onder de CAO Waterbouw.
Meer informatie:
Klik hier voor het overzicht arbocursussen.
Klik hier voor de cursussen EHBO en BHV.
Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met het Secretariaat van het O&O-fonds in de Waterbouw of via info@waterbouwers.nl.

Maatregelen - bedrijfsniveau
Buiten de bovengenoemde cursussen worden er binnen de verschillende bedrijven uit de sector Waterbouw nog aanvullende trainingen gegeven voor de medewerkers. Belangrijke trainingen zijn:

  • Praktijktrainingen (ontruimingsoefeningen, brandrol, man overboord en schip verlaten)
  • Veiligheidsbewustzijn (Safety awareness) trainingen.
    Veiligheidsbewustzijn (Safety awareness) trainingen zijn gericht op het introduceren van een open cultuur waarbij men zich verantwoordelijk acht voor andermans veiligheid. Bewustzijn is altijd gekoppeld aan inzicht en kennis. Als men zich bewust is van de risico's in een bepaalde situatie kan men op voorhand maatregelen nemen om ofwel de gevolgen, of wel de kans op ongunstige resultaten te beperken. Kern is hierbij dat men op een andere wijze naar de eigen werkzaamheden kijkt en hier, op grond van verkregen kennis (ervaring), een inschatting maakt van de gevaren en benodigde maatregelen.


oefenen van de brandrol aan boord

N.B. Voor de overige informatie m.b.t. de onderwerpen “Communicatie, voorlichting en onderricht” zie de verwijzingen aan het einde van dit hoofdstuk.

23.1.2 Deskundigheid

Begripsbepaling
Zoals reeds gesteld onder paragraaf 23.1.1 is deskundigheid de basis voor veilig werken.
Deskundigheid op een bepaald gebied of voor een bepaalde functie wordt bepaald door de juiste mix van opleiding, training, voorlichting en ervaring. De deskundigheidseisen m.b.t. functies zijn over het algemeen binnen de bedrijven goed vastgelegd waarbij de wettelijke vereiste certificaten en diploma's de grondslag vormen. De deskundigheid met betrekking tot arbeidsmiddelen roept in de sector Waterbouw soms wat vragen op vandaar dat op dit onderwerp iets dieper wordt ingegaan.
Een arbeidsmiddel is elk middel dat bij de arbeid wordt gebruikt, van potlood tot kopieermachine en van boormachine tot hijskraan. Zoals men kan zien omvat dit alle hulpmiddelen en machines die wij in onze sector dagelijks gebruiken.
In de wet- en regelgeving met betrekking tot arbeidsmiddelen wordt vaak aangegeven dat voor het gebruik of inspectie/keuring een bepaalde deskundigheid vereist is. De vraag die men zich hierbij kan stellen is; wanneer is men deskundig en wie bepaalt dat. Op deze vraag wordt hieronder ingegaan.

Wetgeving
In AB art 7.6 - staat over deskundigheid het volgende:
Deskundigheid werknemers

  1. Met betrekking tot arbeidsmiddelen waarvan het gebruik een specifiek gevaar voor de veiligheid van de werknemers kan opleveren blijft het gebruik voorbehouden aan werknemers die met het gebruik belast zijn.
  2. Werknemers die belast zijn met het ombouwen, onderhouden, repareren of reinigen van arbeidsmiddelen als bedoeld in het eerste lid, bezitten daartoe een specifieke deskundigheid en ervaring.

Interpretatie van bovengenoemde wetgeving voor de Waterbouw
De verklaring van het 1ste lid is duidelijk. Dit zijn de werknemers die met het gebruik van een arbeidsmiddel belast zijn, waarbij dit arbeidsmiddel een boormachine maar ook een hijskraan kan zijn. Hierbij zal het duidelijk zijn dat men bepaalde arbeidsmiddelen alleen mag gebruiken als men daar het vereiste certificaat voor heeft zoals bijvoorbeeld een rijbewijs (voor het rijden met bepaalde voertuigen) , kraanbewijs (voor het bedienen van bepaalde hijskranen), vaarbewijs (voor het varen met bepaalde vaartuigen) etc.

De tekst van het 2de lid is veel vager. Deze werkzaamheden mag men namelijk alleen doen als men daartoe een specifieke deskundigheid en ervaring bezit. Hier komt dus vaak de vraag naar voren wie bepaalt of de specifieke deskundigheid en ervaring voldoende is?
Deze vraag wordt voor de Waterbouw behandeld in de volgende alinea.

Deskundige in de Waterbouw
De interpretatie van het 2de lid van het bovengenoemde Arbobesluit van artikel 7.6 m.b.t. deskundigheid op het gebied van arbeidsmiddelen wordt in de tekst van de Arbocatalogus als volgt gespecificeerd:

"Deskundige" met specificatie in de tekst

In de tekst van de Arbocatalogus staat in een aantal gevallen de specificatie van de vereiste deskundigheid ingevuld achter het woordje “deskundige” of wordt er verwezen naar een specificatie.

"Deskundige Algemeen"

Als de Waterbouw aan “deskundige” het woordje “algemeen” verbindt, betekent dit dat er geen specifieke opleiding of certificaat vereist is. Dit betekent dus dat men hiervoor iemand uit het eigen bedrijf mag aanstellen van wie verwacht mag worden dat hij of zij met de in het bezit zijnde diploma's en certificaten en met de opgedane ervaring over de vereiste deskundigheid bezit voor de uit te voeren werkzaamheden. Bovenstaande is bijvoorbeeld van toepassing voor een “deskundige algemeen” uit het eigen bedrijf die draagbaar klimmateriaal mag keuren. Het is wel aan te bevelen om de aanstelling van een deskundige vast te leggen via een eenvoudig standaard briefje/formulier. Hierbij heel kort aangeven om welke deskundigheid het gaat, wie er mee belast is en vanaf wanneer en waarom deze functionaris er mee belast is (opleiding en/of certificaten en/of ervaring of huidige functie).

"Deskundige" zonder verdere specificatie

Als de Waterbouw (nog) geen verdere specificatie toevoegt aan het woord “deskundige” in de tekst van de Arbocataologus is het aan de afzonderlijke bedrijven om de deskundigheid van werknemers op dit punt, met in achtneming van de geldende wetgeving op dit gebied, zelf te beoordelen en in te vullen.

N.B. Voor de overige informatie m.b.t. het onderwerp “Deskundigheid” zie de verwijzingen aan het einde van dit hoofdstuk.

23.2 Lokale projectmedewerkers

Het gaat hierbij om medewerkers die instromen via het projectkantoor.

Toelichting en verwijzing
Op projecten worden via het projectkantoor veelal medewerkers aangenomen om diverse werkzaamheden op het stort, werkplaats maar ook de lagere functies aan boord van het baggermaterieel in te vullen. Deze groep medewerkers vraagt extra aandacht omdat de kennis en ervaring in de waterbouw meestal niet aanwezig is. Communicatieproblemen die vaak gepaard gaan met deze groep medewerkers versterken de vraag naar extra aandacht. Het taalprobleem komt niet alleen voor op projecten in het buitenland maar kan ook op projecten in Nederland voorkomen met medewerkers uit de EEG (bijvoorbeeld ex Oostbloklanden) of immigranten uit emigratielanden rond de Middellandse Zee.
Voor deze groep medewerkers geldt ook hetgeen gesteld is onder paragraaf 23.1.1.1, 23.1.1.2 en indien van toepassing paragraaf 23.1.1.3 m.b.t. het verstrekken van informatie. De aanpak van deze groep medewerkers wijkt echter af van de aanpak van de medewerkers genoemd onder paragraaf 23.1 i.v.m. de aanwezige basiskennis en communicatieproblemen zoals hierboven aangegeven.
Voor verdere informatie over het werken met lokale medewerkers wordt verwezen naar paragraaf 15.8.

Verwijzing

Verwijzing naar wettelijk kader:

Verwijzingen binnen Arbocatalogus:

Verwijzing algemeen

Einde van tekstdeel dat positief getoetst is door inspectie van SZW.