15 Projectvoorbereiding

Indeling van hoofdstuk 15


15.1 Inleiding

Projecten in de Waterbouw
De natte waterbouw omvat het uitvoeren van baggerwerkzaamheden tot en met het moment waarbij de civiele aannemers het project onder hun hoede krijgen. Concreet komt dit neer op de volgende werkzaamheden:

Belang van de projectvoorbereiding
De projectvoorbereiding is de belangrijkste fase in de uitvoering van een project. In deze fase van het project worden namelijk beslissingen genomen die van het grootste belang zijn voor de uitvoering van een project. Vaak zijn dit beslissingen die niet zonder grote financiële gevolgen veranderd kunnen worden in een later stadium. Buiten de financiële risico’s kunnen verkeerde beslissingen in de projectvoorbereiding ook grote gevolgen hebben voor risico’s m.b.t. arbeidsomstandigheden. Het is dus van het grootste belang om voldoende tijd te besteden aan deze fase met mensen die (kunnen) beschikken over de juiste expertise om deze fase goed te kunnen invullen. Vanwege de grote importantie van een gedegen projectvoorbereiding is dit een item dat men binnen de bedrijven goed dient te verankeren in instructies en/of procedures. Denk hierbij vooral aan kwaliteitssystemen.

Projecten en milieuzorg
Een bedrijf in de sector Waterbouw kan op meerdere manieren met milieuregels te maken krijgen. Allereerst de wetgeving gericht op de eigen bedrijfsinterne milieuzorg, de zorg die elk bedrijf op zijn manier moet leveren aan de bescherming en de verbetering van het milieu. Dan gaat het om zaken als verantwoord stoffengebruik, afvalscheiding, zuinig omgaan met energie etc. In de tweede plaats bij het aannemen van projecten. Bij projecten moet het bedrijf zelf milieubewust handelen, niet alleen tijdens de uitvoering maar ook tijdens de voorbereiding van de werkzaamheden. Verder kan het bedrijf een project hebben aangenomen dat in het teken staat van milieubescherming of verbetering van milieukwaliteit. Men krijgt dan uitgebreid met milieuwetgeving te maken, zoals wettelijke regelingen betreffende verontreiniging oppervlaktewateren, bodembescherming, luchtverontreiniging en geluidshinder. Bij projecten in natuurgebieden, waterwingebieden e.d. zullen doorgaans aanvullende maatregelen ter bescherming van het milieu verplicht zijn.


15.2 Materieelbehoefte en materieelkeuze

In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:


15.2.0 Inleiding m.b.t. materieelbehoefte en materieelkeuze

Begripsbepaling
Het vaststellen van de materieelbehoefte en de keuze van de juiste middelen is van belang om de veiligheid zo goed mogelijk te kunnen garanderen. Ongevallen ontstaan vaak doordat bepaalde materieel items ongeschikt blijken te zijn. Ze hebben in die gevallen bijvoorbeeld onvoldoende capaciteit, of een beperking in inzetbaarheid voor de beoogde toepassing.

Toelichting
Veelal verhuist materieel van project naar project, waarbij soms speciaal materieel van grote afstand zal moeten worden aangevoerd (bijvoorbeeld vanuit een regionaal depot of werf of vanuit de thuisbasis). Bij het bepalen van de materieelbehoefte onderzoekt men eerst welk materieel in de regio naar verwachting beschikbaar zal zijn bij de aanvang van het bepaalde project. Voorkom dat het materieel waarmee het werk zal worden uitgevoerd niet aan alle specificaties voldoet. Bij onvoldoende capaciteit van materieel is bijvoorbeeld de kans groot dat beveiligingen worden overbrugd. Bedenk dat bepaald materieel niet inzetbaar is op locaties waar vaak zeegang of deining staat. Dit zijn de z.g. ‘exposed locations’. Bij cutters zal altijd gebruik worden gemaakt van hulpmaterieel, waaronder turntables, A-frames, bokkebakken, multicats en vletten. Het is van belang dat de combinatie van het in te zetten materieel zo goed mogelijk op elkaar is afgestemd.


Foto 10 aanvoer van een tussenstation op locatie.

Risico’s
Schenk in de voorbereiding aandacht aan de volgende risico’s:

15.2.1 Geschiktheid van materieel m.b.t. doel en capaciteit

Risico’s
Door het ontbreken van het juiste materieel kunnen werktuigen soms gebruikt worden voor activiteiten waar ze eigenlijk niet voor geschikt zijn. Voorbeelden: bunkerbakken gebruiken voor transport van zware onderdelen, multicats gebruiken voor het transport van meer personen dan aangegeven op het certificaat, bokkebakken die een mogelijkheid voor vrije val van de last hebben gebruiken voor het werken met werkbakken etc.

Maatregelen
Hierna volgen een aantal maatregelen die vaak van toepassing zijn. Hiermee wordt echter ook aangegeven dat deze lijst niet kompleet is.


15.2.2 Oneigenlijk gebruik

Risico
Als de werktuigen onvoldoende op elkaar zijn afgestemd, bestaat het risico dat materieel oneigenlijk wordt gebuikt en/of beveiligingen worden overbrugd om de werkzaamheden toch uit te kunnen voeren.

Maatregelen
Hierna volgen een aantal maatregelen die vaak van toepassing zijn. Hiermee wordt echter ook aangegeven dat deze lijst niet kompleet is.


15.2.3 Overbruggen van beveiligingen

Toelichting
Onder het overbruggen van beveiligingen wordt hier verstaan het buiten werking stellen van veiligheidsvoorzieningen in de ruimste zin van het woord. Veiligheidsvoorzieningen kunnen bestaan uit speciale hijsogen waaraan een middel gehesen dient te worden, tot en met de elektronische schakelingen die voorkomen dat overbelasting tijdens het hijsen van materieel plaats heeft.

Risico
Het overbruggen van beveiligingen kan allerlei risico’s ten gevolg hebben omdat men na overbrugging handelingen kan verrichten waar het werktuig niet voor ontworpen is.

Maatregelen
Hierna volgen een aantal maatregelen die vaak van toepassing zijn. Hiermee wordt echter ook aangegeven dat deze lijst niet kompleet is.


15.2.4 Onverwachte bewegingen van het materieel

Toelichting
Bij werken op het water is men niet altijd bedacht op bewegingen van het werktuig of standplaats. Men kan gemakkelijk het evenwicht verliezen. Hoe verder men van het wateroppervlak is verwijderd, hoe groter de versnelling ter plaatse dus ook de effecten op het evenwichtsorgaan.

Maatregelen



15.3 Projectlocatie

Inleiding
Een goede bereikbaarheid van het terrein via het water en via de weg is van groot belang bij het zoeken naar een bruikbare projectlocatie. De locatie moet geschikt zijn voor het plaatsen en inrichten van een projectkantoor, werkplaats of werkplaatsen en een opslagterrein. Daarbij moet tevens gekeken worden naar de mogelijkheden om met het gekozen (of beschikbare) materieel op de projectlocatie te komen. Het logistieke proces naar de projectlocatie (aan- en afvoer) en het logistieke proces op de projectlocatie is mede afhankelijk van de materieelbehoefte.

Omvang en risico’s
Bij de voorbereiding van het project worden de algemene risico’s van alle locaties die tot het project behoren meegenomen onder dit hoofdstuk (nr.15). Voor specifieke risico’s op bepaalde locaties zoals stort, locaties met ontgravingen en afgravingen, laad- en winlocaties etc ook de desbetreffende hoofdstukken raadplegen. Bij de voorbereidingen van een project komt men vaak voor het eerst op bepaalde plaatsen en er zijn dan vaak ook nog geen verharde wegen/paden naar de verschillende locaties. Dit betekend dat men m.b.t. risico’s op alles voorbereid moet zijn. Deze zaken worden verder behandeld in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk (nr. 15).


15.4 Kantoren, werkplaatsen, magazijnen, buitenopslag, opstap- en aflossteigers

Dit artikel is positief getoetst door de Inspectie SZW als onderdeel van de Arbocatalogus Waterbouw.


In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:

paragraaf onderwerp
15.4.1 Kantoren
15.4.2 Werkplaatsen
15.4.3 Magazijnen en buitenopslag
15.4.4 Opstap-en aflossteigers

n.b. zie voor de energievoorziening (elektriciteit, brandstof, gas en zuurstof) van kantoren, werkplaatsen, magazijnen etc. hoofdstuk 22

15.4.1 Kantoren

Toelichting
De keuze voor de locatie van de projectorganisatie kan onder andere bepaald worden door de beschikbaarheid van bestaande accommodaties. Soms kan men gebruikmaken van deze bestaande accommodaties maar vaak moet men toch zelf tijdelijke kantoren opzetten. In bepaalde gevallen is het inrichten van kantoor, werkplaats en opstapsteiger in elkaars directe nabijheid mogelijk en noodzakelijk, in andere gevallen kan het zijn dat projectkantoren, werkplaatsen en opstapsteigers ver van elkaar gelegen zijn.

Aandachtspunten m.b.t. kantoren
Bij tijdelijk te plaatsen kantoren rekening houden met de volgende zaken:

  • energievoorziening (moet men rekening houden met een noodvoorziening?)
  • riolering
  • drinkwater (aanvoer via net of via tankwagen, bij systeem met voorraadtank rekening houden met drukhoogte)
  • in de (sub)tropische gebieden rekening houden met airconditioning systeem
  • in de (sub)tropische gebieden bij een kantoor met een platdak kan een extra zonnedak heel veel energie besparen
  • in de (sub)tropische gebieden zorgen voor goede zonwering (als het kan de zon afschermen aan de buitenzijde van het kantoor)
  • kantoor voldoende ruim inrichten, houd indien nodig ook rekening met mogelijkheid voor aparte lunchruimte
  • Indien projectkantoren, werkplaatsen en opstapsteigers ver van elkaar verwijderd liggen moeten er aanvullende maatregelen genomen en afspraken gemaakt worden ten aanzien van de controle op personen die naar de werktuigen gaan.


Projectkantoor met werkplaats

15.4.2 Werkplaatsen

Begripsbepaling
Een projectwerkplaats bestaat veelal uit meerdere werkplaatsen, zowel van de aannemer als van de onderaannemers die op het werk bezig zijn. Projectwerkplaatsen bieden ruimte voor een aantal aangewezen activiteiten: Onderhoud materieel, energievoorziening, laswerk-zaamheden, opslag van reservedelen, opslag van gassen, zuurstof en brandstof. Een werkplaats als geheel omvat ook ruimten als schaft- en verblijfsruimten, ruimte voor administratieve werkzaamheden en toiletvoorzieningen.

Toelichting
Een werkplaats is een opstal die normaal gesproken regen- en winddicht is en waar de machines en apparatuur voor constructie, onderhoud en reparatie worden opgesteld. De verdere inrichting van de werkplaats, waaronder verlichting en verwarming, hangt af van de gebruiksfunctie. In de werkplaats kunnen de noodzakelijke constructiewerkzaamheden worden uitgevoerd, maar ook onderhoud en reparaties aan materieel worden verricht. De outillage van projectwerkplaatsen kan variëren tussen eenvoudig en zeer uitgebreid. Dit wordt onder andere bepaald door de tijdsduur van het project en de diversiteit van de werkzaamheden op het project. Voor het onderhoud van het grondverzetmaterieel wordt meestal een extra werkplaats ingericht door de verhuurder/onderaannemer van grondverzetmaterieel. Voor werkplaatsen op locatie geldt dat deze snel rommelig kunnen worden, mede doordat er meerdere personen met een verschillend idee over orde en netheid actief zijn.


werkplaats op project

Risico’s
De risico's voor werkplaatsen zijn gerelateerd aan de activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan:

  • verspanende werkzaamheden
  • laswerkzaamheden
  • lawaaiproducerende activiteiten
  • hijswerk

De volgende zaken kunnen aanvullende risico's met zich meebrengen:

  • draaiende delen
  • elektrisch gereedschap
  • gasflessen
  • opslag oliën
  • afscheiders
  • geen of verkeerd gebruik PBM’s
  • ontbreken van blusmiddelen, EHBO
  • vluchtwegen die afwezig of geblokkeerd zijn

Maatregelen
De locatie voor een eventuele werkplaats zo strategisch mogelijk kiezen, indien mogelijk in de buurt van het projectkantoor.
De inrichtingseisen van werkplaatsen kunnen behoorlijk variëren en zullen in hoge mate afhangen van de omvang en de duur van het project. Als kern geldt hiervoor:

  • scheiding van transport en werklocaties
  • opslag van gas en zuurstof conform richtlijnen
  • opstelplaats van laskarren
  • gebruik van hulpmiddelen voor het lassen aan cutters en andere specifieke baggerdelen
  • zorg voor een goede scheiding van de werkplaats en de opslag van gevaarlijke stoffen
  • zorg voor orde en netheid, een opgeruimde werkplek geeft minder risico op ongevallen
    Enkele voorbeelden van maatregelen die tot meer ‘orde en netheid’ leiden en vermindering van struikelgevaar e.d. bewerkstelligen zijn:

    • slangen, kabels e.d. overdekken met een loopmat
    • voorkom dat het vloeroppervlak glad wordt; ruim morsingen direct op
    • vloerruimten rondom machines en apparaten vrij houden van obstakels
    • alleen werkvoorraden op de werkplek houden, de rest dient in het magazijn te blijven
    • bij einde werk gereedschappen weer op de hiervoor bestemde plaats opbergen
    • magazijnen, werkplaatsen, e.d. in ordelijke staat houden.


Foto van lokale werkplaats (containerunit)

15.4.3 Magazijnen en buitenopslag

Begripsbepaling
Op elk project moet men rekening houden met voldoende magazijnruimte en buitenruimte voor de opslag van grote reserve/slijtdelen. Deze ruimte is bedoeld voor de reservedelen die men op de site in voorraad moet nemen. Dit zijn reservedelen voor machines op de projectlocatie en slijtdelen voor de werktuigen die men niet aan boord kan plaatsen/houden. Aan boord van het grootmaterieel heeft men ook magazijnruimte maar deze is alleen bedoeld voor de reservedelen van dat specifieke werktuig. Bij de kleinere werktuigen komen vaak de grotere slijtdelen na aankomst op het project naar de wal. Afhankelijk van het project kan de magazijnruimte een aparte ruimte zijn of onderdeel uitmaken van de werkplaats. De grote van de magazijnruimte is geheel afhankelijk van de omvang van het project en het materieel wat ingezet wordt. Soms heeft men buiten het centrale magazijn op meerdere locaties (stort, boosters etc.) kleinere magazijnruimtes (bijvoorbeeld in containers). De buitenopslag wordt gebruikt voor de grotere onderdelen waarbij de slijtdelen (pomponderdelen, cutterdelen en pijpen) een belangrijke factor vormen.

Toelichting en risico’s
Een goed georganiseerde opslag van reservedelen is van essentieel belang om het project efficiënt te kunnen runnen. Men moet te allen tijde weten wat men heeft aan reservedelen en waar ze liggen. Dit is nodig om het kapitaal van de voorraad reservedelen onder controle te houden en te voorkomen dat men onnodig stil komt te liggen met een werktuig vanwege een te kort aan reservedelen. Arbo-technisch zijn de risico met voorraden en reservedelen hoofdzakelijk terug te brengen tot de risico’s m.b.t. het op de juiste manier afscheiden en opslaan van voorraden gevaarlijke stoffen en orde en netheid.

Maatregelen

  • zorg voor goede gescheiden opslag van gevaarlijke stoffen volgens voorschrift
  • het zo snel mogelijk na aankomst op het project ordenen van de reservedelen in het magazijn en buitenopslag om onnodig vallen en struikelen hierover te voorkomen

Zie verder de opmerkingen m.b.t. reservedelen onder paragraaf 15.6.2 Omvallen van opgeslagen materiaal/materieel en 15.6.4 Hijsen en handelen van reservedelen.

15.4.4 Opstap- en aflossteigers

Verwijzingen m.b.t. paragraaf 15.4

Einde van tekstdeel dat positief getoetst is door inspectie van SZW.




15.5 Mobilisatie en demobilisatie van materieel en materiaal

In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:


15.5.0 Inleiding m.b.t. mobilisatie en demobilisatie

Begripsbepaling
Het logistieke aspect van projecten heeft betrekking op de aan- en afvoer van materieel, materiaal en personen, alsmede het verplaatsen daarvan op de locatie zelf tijdens het project.

Toelichting
Aan- en afvoer van het eigen materieel is een onderdeel van het mobilisatie en demobilisatieproces. Onderaannemers kunnen voor specifieke werkzaamheden ook nog eens hun eigen materieel leveren. Het materieel is al dan niet zelfvarend. De aan- en afvoer vindt plaats op eigen kracht (hoppers en zelfvarende cutters), met behulp van sleepboten (al dan niet in combinatie met zeegaande transportpontons), over de weg, of via de lucht (luchtvracht of met airlifts).
n.b. Onder airlifts wordt verstaan het hijsen van lasten met b.v. een helikopter. Deze manier van hijsen wordt in de Waterbouw alleen gebruikt in heel speciale gevallen.

Aanlanding

Foto 11 aanvoer weg voor materieel vanaf waterzijde

Risico’s
De mobilisatie- en demobilisatieperiode met de aan- en afvoer van materieel en materiaal is veelal een hectische periode waarin van alles gebeurt en waaraan diverse risico’s verbonden zijn. Vaak wordt een en ander nog versterkt door de aan- en afvoer van materieel van onderaannemers. Het laatste betekent veelal een extra belasting voor het projectteam. Soms is er sprake van een snelle opeenvolging van projectlocaties met ombouwwerkzaamheden waarbij ook weer diverse risico’s een rol kunnen spelen.

Maatregelen

15.5.1 Mobilisatie en demobilisatie van zelfvarend materieel

Risico’s
Bij de mobilisatie en demobilisatie van zelfvarend materieel dient men o.a. rekening te houden met de volgende risico’s:

Maatregelen
Om de gevaren tot een minimum te beperken zijn volgende punten van belang:


15.5.2 Mobilisatie en demobilisatie van niet zelfvarend materieel

Toelichting
Niet-zelfvarend materieel kan als volgt worden vervoerd over water:

Risico’s
Bij het mobiliseren of demobiliseren van werktuigen op de hierboven aangegeven wijze spelen de volgende risico’s een belangrijke rol:

Maatregelen


het uit het water hijsen van een multicat


het aan boord hijsen van een vlet

15.5.3 Transport over de weg

Toelichting
Diverse stukken materieel kunnen over de weg worden vervoerd, zoals kleine cutterzuigers en tussenstations (in onderdelen), stukken leiding, pontons, pomphuizen, waaiers etc.

Risico’s

Maatregelen



Bij mobilisatie van zwaar materieel kan men soms te maken krijgen met een onstabiele ondergrond.
Hier dient men op bedacht te zijn anders kan men te maken krijgen met situaties zoals hierboven aangegeven


15.5.4 Transport door de lucht (airlift)

Toelichting
In specifieke gevallen zal het nodig blijken om materieel met behulp van helikopters te vervoeren naar moeilijk bereikbare plaatsen.

Risico’s

Maatregelen



15.6 Logistiek op de projectlocatie

In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:


15.6.0 Inleiding m.b.t. logistiek op de projectlocatie

Toelichting
Op de projectlocatie vinden vele bewegingen plaats waarbij het zaak is om deze bewegingen zo min mogelijk elkaar te laten beïnvloeden. Niet alleen de beweging zelf, ook het traject waarlangs de beweging plaats heeft is van belang in het logistieke proces.

Risico’s
De risico’s die samenhangen met het logistieke proces zijn:

De bovengenoemde risico’s worden hieronder afzonderlijk behandeld.

15.6.1 Aanrijdingen en aanvaringen

Maatregelen

Zie ook AB art 3.14: m.b.t. wetgeving over Verbindingswegen

15.6.2 Omvallen van opgeslagen materiaal/materieel

Toelichting
Bij het opslaan van materiaal/materieel moet aandacht worden geschonken aan de plaats, ondergrond en wijze van opslag. Materiaal/materieel dat rechtop wordt neergezet heeft een grotere kans op omvallen dan materiaal/materieel dat wordt neergelegd. Door verzakken kan de stabiliteit van opgeslagen materiaal/materieel in gevaar komen (niet gelijkmatig inzakken van de ondergrond, bezwijken van pallets, doorroesten van container bodems).

Maatregelen


Foto 12 gesjorde leidingen in opslag

15.6.3 Wegzakken en/of vastzuigen van materieel/materiaal in de ondergrond

Maatregelen


Foto 13 risico wegzakken van materieel, strop achterzijde

15.6.4 Hijsen en handelen van reservedelen

Kraancapaciteiten worden vaak afgestemd op het formele gebruik, evenals de keuze tussen rijdend en rollend materieel (wielen versus rupsen). Extra belasting van kranen doet zich voor bij het lostrekken van aangevoerde delen uit zuigende ondergrond.

Maatregelen


15.6.5 Milieuschade bij brandstof- en smeerolievoorziening

Maatregelen


15.6.6 Voorkomen van schade aan kabels en leidingen

Maatregelen


15.6.7 Aan- en afvoer van materieel en personen

Maatregelen


Foto 14 deugdelijke steiger voor personen en materieel


15.7 Projectrisico’s in specifieke gebieden buiten Nederland

In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:


15.7.0 Inleiding m.b.t. projectrisico's in specifieke gebieden buiten Nederland

Toelichting en risico’s
In bepaalde gebieden/plaatsen buiten Nederland kunnen specifieke risico’s aan de orde komen. Denk hierbij o.a. aan de volgende risico’s :

Buiten een andere aanpak van zo’n project kan dit soort zaken gevolgen hebben voor de samenstelling van de projectstaf. De bovengenoemde risico’s worden hieronder afzonderlijk behandeld.

15.7.1 Extra gevaren voor de gezondheid i.v.m. lokaal voorkomende ziektes en/of niveau van medische hulp

Toelichting
Op locaties in het buitenland kan het voorkomen dat er niet voldoende medische zorg ter plaatse beschikbaar is. Binnen Nederland is deze zorg wel voorhanden, hoewel door afgelegen werklocaties de snelheid van hulpverlening hier soms in het gedrang kan komen.

Maatregelen

Zie voor verdere informatie over gezondheid algemeen hoofdstuk 13

15.7.2 Extra risico’s i.v.m. klimatologische omstandigheden (zeer warm of zeer koud)

Toelichting
Bij extreme klimatologische omstandigheden moet de projectstaf hierop inspelen door waar mogelijk maatregelen te nemen die het werken onder zeer warme of koude omstandigheden dragelijk maken [zie voor verdere informatie over dit item paragraaf 13.3.4.3.2 Lichaamswarmte, warmtebealsting]

15.7.3 Extra risico’s i.v.m. intimidatie en/of lijfelijk geweld in bepaalde gebieden

Toelichting
In bepaalde gebieden/plaatsen kan intimidatie en/of lijfelijk geweld plaatsvinden bij zowel het eigen als het lokaal ingehuurd personeel. De aanleiding hiertoe kan zijn oorsprong vinden in diverse oorzaken (criminaliteit, het overschrijden van grenzen van territoria die aan een bepaalde stam toebehoren etc.). In het algemeen kan gesteld worden dat dit soort zaken voornamelijk voorkomt op projectlocaties buiten Europa.

Maatregelen


15.7.4 Baggeren in specifieke harde grondsoorten

Toelichting en risico’s
Het baggeren van harde grondsoorten gaat meestal gepaard met veel slijtage van specifieke baggerdelen maar ook het gehele baggerwerktuig krijgt het zwaarder te voorduren. Dit laatste kan zich uiten in het hevig schudden en trillen van het casco en de hiermee verbonden constructiedelen. Het kan dus voorkomen dat men onder dit soort omstandigheden moet inspelen op reparaties van niet baggerdelen die op een standaard project niet aan de orde zijn. De risico’s zitten hierbij hoofdzakelijk in eventuele ongeplande reparaties.

Maatregelen
De volgende maatregelen zijn hoofdzakelijk van baggertechnische aard maar door het nemen van deze maatregelen kan men zoveel mogelijk de risico’s van ongeplande reparaties voorkomen.



15.8 Inzet lokale werkkrachten

In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen behandeld:


Inleiding m.b.t. inzet lokale werkkrachten

Begripsbepaling
Lokale werkkrachten zijn tijdelijke medewerkers die lokaal, in het land van uitvoering, (soms moeten) worden ingehuurd.

Toelichting
Voor eenvoudige werkzaamheden wordt vaak lokaal personeel ingehuurd. In sommige landen is het inhuren van lokale werknemers ook een contractuele eis. Deze personen blijken niet altijd te beschikken over de benodigde kennis voor de uit te voeren werkzaamheden, van werkmethoden en van het doel en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is ook vaak heel moeilijk communiceren met deze groep medewerkers omdat zij vaak buiten de lands- of streektaal geen 2de taal beheersen en als de direct leidinggevende de lokale taal niet spreekt is er dus een groot probleem. Verder kunnen er door cultuurverschillen situaties ontstaan waarbij de Nederlandse benadering voor het geven van opdrachten niet het gewenste resultaat geeft. Lokale medewerkers komen vaak in een situatie te werken die voor hen ongewoon is. Indien bovenstaande van toepassing is kunnen lokale werkkrachten in eerste instantie het beste worden ingezet voor eenvoudige onderhoudswerkzaamheden en assistentie verlenen bij werkzaamheden onder toezicht van een direct leidinggevende die kan communiceren in de landstaal.

Risico’s
De inzet van lokale werkkrachten levert een verhoogd risico op door:

De bovengenoemde risico’s worden hieronder afzonderlijk behandeld

15.8.1 Onbekendheid met werkzaamheden en slechte communicatie

Risico's

Maatregelen
Bevorder goede communicatie door de volgende aandachtspunten:

Zie ook hoofdstuk 23 "Medewerkers"

Verwijzing naar wettelijk kader:

Overige verwijzingen:
Zie verwijzingsmatrix Informatievoorziening (introductie, voorlichting, onderricht)

15.8.2 Onbekendheid met de bediening van werktuigen

Basisvoorschriften
Indien lokale medewerkers werktuigen moeten gaan bedienen moeten ze minimaal hiervoor gekwalificeerd zijn. Verder moet de direct leidinggevende kunnen communiceren met de operator.

Maatregelen


15.8.3 Gebrek aan toepasselijke wet- en regelgeving

Toelichting en risico’s
In sommige landen is geen toepasselijke wet- en regelgeving beschikbaar op het gebied van Arbeidsomstandigheden. Dit heeft tot gevolg dat maatregelen op dit gebied voor lokale werknemers vaak compleet nieuw zijn.

Maatregelen


15.8.4 Niet in staat zijn om na een opleidings- en/of inwerkperiode de functie uit te oefenen

Toelichting en risico
Het is bij het aannemen van lokale medewerkers mede door communicatie mogelijkheden soms erg moeilijk om vooraf vast te stellen of een bepaalde lokale medewerker geschikt zal blijken te zijn voor de functie die men voor deze medewerker op het oog heeft.

Maatregelen
Zorg voor een zo goed mogelijke selectie van de lokale werkkrachten door:

Door het afspreken van een proefperiode weet ook de potentiële nieuwe medewerker dat de nieuwe baan nog afhankelijk is van bepaalde zaken die in de proefperiode duidelijk worden.

15.8.5 Mogelijkheid van het overdragen van besmettelijke ziektes

Maatregelen
Men kan deze risicofactor niet geheel uitsluiten maar wel verminderen door het opvolgen van de maatregelen die genoemd worden in paragraaf 13.1.3 "Infecties, virussen, besmettingsgevaar"


15.9 Onderaannemers (contractors)

Toelichting en risico’s
Probeer bij het inhuren van lokale onderaannemers rekening te houden met lokale gebruiken. Zorg in ieder geval dat de direct leidinggevende van een onderaannemer op locatie kan communiceren met de leidinggevende van de hoofdaannemer. Vaak is de gemeenschappelijke taal Engels maar dit kan ook een andere taal zijn. Om te voorkomen dat door de activiteiten van onderaannemers extra gevaren worden veroorzaakt voor de eigen mensen, is het een “must” om in ieder geval te controleren of het te gebruiken materieel en/of middelen in goede staat zijn en of de juiste [lokale] certificaten aanwezig zijn (indien de aannemer beschikt over een goed kwaliteitssysteem is dit laatst genoemde punt hierin ook vastgelegd). Daarnaast kunnen vanuit het eigen bedrijf eisen gesteld worden aan de onderaannemer m.b.t. de aantoonbaarheid van het veilig werken. (Verre Oosten: OHSAS 18001, in Nederland VCA). Zie ook de opmerking m.b.t. onderaannemers voor (deel)projecten met een specialistisch karakter in paragraaf 15.5 bij het 5de opsommingsteken onder het kopje “Maatregelen”.

Maatregelen
Om de risico's tot een minimum te beperken is het van belang dat onderaannemers tijdig voldoende informatie krijgen over:



15.10 Aanpak projectrisico’s, opnemen in plannen en noodorganisatie

Toelichting en risico’s
De risico’s die gelden voor het desbetreffende project dienen in kaart gebracht te worden. De risico's met de bijbehorende maatregelen dienen opgenomen te worden in een projectplan. Buiten de standaard zaken die op een project geregeld dienen te worden moet men ook over een noodplan en waar nodig over een calamiteitenplan beschikken. Deze plannen zijn van belang om de risico’s die in noodsituaties en bij calamiteiten kunnen optreden zoveel mogelijk af te dekken. Voor het afdekken van de risico's in noodsituaties dient men ook te beschikken over een noodorganisatie met goed opgeleide en geoefende werknemers. Bovenstaande onderwerpen worden uitvoerig behandeld in de volgende paragrafen:


Verwijzingen:

Zie overige project gerelateerde items in tabel: Project gerelateerde items